Descargar Imprimir esta página

Bobike Trailer Manual De Instrucciones página 68

Remolque

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 41
3. Wanneer het aansluitstuk (J2) van de trekstang goed is geïnstalleerd, kan
het verbindingsstuk (J1) van de trekstang in het aansluitstuk (J2) van de
trekstang worden gestoken en met de borgpen (J4) van het verbindingsstuk
van de trekstang in deze stand worden vastgezet.
4. Verbind tot slot het veiligheidsbandje (J5) voor de trekstang om het
fietsframe (bijvoorbeeld op de staande achtervork). Zorg ervoor dat de
karabijnsluiting correct aan het metalen oog is bevestigd, zoals getoond
op de afbeelding.
WAARSCHUWING: Laat de veiligheidssluitingen nooit losjes uit de bandjes
bungelen. Ze kunnen tijdens het voorbijgaan achter voorwerpen blijven
hangen en afgescheurd worden, waarbij ze onderdelen van het voertuig
zullen beschadigen.
5. Door de veiligheidsvlag (K) kunnen andere weggebruikers de fietskar
beter zien. Dit vergroot de veiligheid van uw kind en ook die van u. Gebruik
daarom enkel de fietskar als de veiligheidsvlag op zijn plek zit. Voeg allereerst
Als u onderweg bent en u wilt de fietskar in een kinderwagen veranderen,
dan moet u de stang intrekken. Als u thuis bent en u wilt met de fietskar als
kinderwagen op pad gaan, dan kunt u de trekstang (J) verwijderen en op
een veilige plek bewaren.
1. Controleer eerst of de fietskar veilig is vergrendeld. Hiervoor drukt u
het rempedaal (E) in, dat zich in het midden achter de as van de fietskar
bevindt. Zodra de rem volledig is ingeschakeld, zal de fietskar op dezelfde
plek stil blijven staan. Controleer dit door de fietskar voorzichtig naar voren
en achteren te bewegen. Let er hierbij op of de rem is ingeschakeld en de
fietskar op dezelfde plek blijft.
2. Maak de veiligheidsriem van de hefarm (J5) los van het fietsframe.
3. Open en verwijder de vergrendelingspen van de connector (J4) en maak
de hefarm los van de fiets.
4. Maak de borgpen (J3) van de trekstang los en trek de trekstang (J) in of
verwijder die.
5. Plaats de borgpen (J3) van de trekstang weer terug. Deze handeling moet
altijd worden uitgevoerd, ongeacht of de trekstang (J) wordt ingetrokken
of verwijderd.
WAARSCHUWING: U mag de fietskar alleen als kinderwagen gebruiken als de
trekstang (J) is ingetrokken en onder de fietskar is vergrendeld of als de trekstang
volledig is verwijderd en de borgpen (J3) van de trekstang op zijn plek zit.
6. Druk de ontgrendelingsknop voor het wiel (D1) in om het voorwiel (L) uit
de zijbumpers (D) te verwijderen
Gebruik Van de Aanhanger Voor Het Vervoer Van Kinderen
WAARSCHUWING: Kinderen en bagage: het maximale draagvermogen is 44
kg, waarvan 5 kg voor de bagageruimte en de rest voor het zitgedeelte voor
de passagiers.
1. VASTMAKEN VAN DE 5-PUNTS VEILIGHEIDSGORDEL (N)
Om de 5-punts veiligheidsgordel (N) te openen, drukt u de knop op de
gesp (N5) in om de veiligheidsgespen van de schouderbandjes (N1), de
heupgordels (N2) en de kruisriem (N3) los te maken. Plaats het kind in het
zitje.
1.1. Plaats de kruisriem (N3) tussen de benen van het kind. Laat de gesp
(N5) op het bovenlichaam van het kind rusten. Trek de schouderbandjes (N1)
over de schouders en de heupgordels (N2) over de heupen van het kind.
Steek alle veiligheidsgespen in de gesp (N5). U dient een klik te horen ter
bevestiging dat de veiligheidsgesp goed vastzit in de gesp (N5).
Montage-Instructies
Gebruik van het voertuig als kinderwagen
Inrichten van uw fietskar of kinderwagen: Veiligheidsgordel (N)
Hoezen aan de voorkant (F/G) / Vering (C3) / Bbagageruimte (I)
het bovenste en onderste deel (K1 + K2) van de vlaggenstok samen door de
twee delen van de vlaggenstok op het verbindingsstuk (K3) aan te sluiten.
De veiligheidsvlag wordt in een canvaszakje (K4 + K5) gestoken aan de
linker- of rechterkant bij de achterste buis van het frame.
WAARSCHUWING: Als u de fietskar gebruikt in landen waar men aan de
linkerkant van de weg rijdt, breng de veiligheidsvlag dan aan de rechterkant
van de fietskar aan. De vlag kan eenvoudig naar de andere kant van de
fietskar worden verplaatst. Trekt hem eruit en herhaal de stap bij 5.
6. Als u de fietskar als fietskar wilt gebruiken, moet u het voorwiel (L) in een
van de bumpers (D) plaatsen. Hierbij moet de knop voor het vergrendelen
van het ronddraaien (L3) naar achteren zijn gericht. Druk de knop voor het
vergrendelen van het ronddraaien in, zodat het wiel (L) niet kan bewegen.
7. Zodra u alle hierboven beschreven stappen heeft uitgevoerd, is de
montage van uw product om als fietskar te gebruiken voltooid. Ontgrendel
de parkeerrem (E) voordat u op pad gaat.
7. Druk de knop (L3) in.
8. Steek de kinderwagenwielen van 6,5" (L) zo diep mogelijk in het
koppelstuk (L1) voor de kinderwagenwielen. U zou hierbij een duidelijke klik
moeten horen.
WAARSCHUWING: Wielen die niet goed zijn vastgezet, kunnen tijdens het
rijden loskomen. Dit kan leiden tot ongelukken, ernstig letsel of de dood.
9. Tijdens het wandelen met de kinderwagen kunt u ervoor kiezen om de
kinderwagenwielen van 6,5" (L) naar voren toe te vergrendelen of ze vrijelijk
te laten zwenken. Als u ervoor kiest ze te vergrendelen, moet u het wiel naar
voren toe gericht houden en de knop (L3) voor het vergrendelen van de
kinderwagenwielen omhoogschuiven.
WAARSCHUWING: Om terug te keren naar de fietskarmodus, moet u altijd
het wiel (L) verwijderen door op de knop voor het verwijderen van het wiel
van de trailer (L2) te drukken en het terug in de zijbumper (D) op te bergen.
10. Verwijder de veiligheidsvlag (K) en berg die op in de bagageruimte (I).
11. U kunt het stuur in hoogte verstellen om een comfortabele wandeling
met de kinderwagen te maken. Voor het verstellen drukt u de twee knoppen
(M1) in en draait u het stuur in de gewenste stand naar boven of beneden
toe.
12. Om te voorkomen dat de kinderwagen per ongeluk aan uw greep
kan ontsnappen en weg kan rollen, is het van essentieel belang dat het
veiligheidsbandje (M2) te allen tijde om uw pols heen zit.
1.2. Verplaats de verstelgespen (N4) om de hoogte van de schouderbandjes
(N1) af te stellen. Alle bandjes hebben een verstelgesp (N4), waarmee ze
langer of korter kunnen worden gemaakt.
1.3. De hoogte van de veiligheidsgordel kan ook in 3 verschillende posities
worden gezet. Maak de 5-punts veiligheidsgordel (N) los, trek de bekleding
van de zitting (R) los en verwijder de schoudergordels (N1) door de
openingen. Kies uit de 3 beschikbare standen de hoogte-instelling die het
beste bij uw kind past.
WAARSCHUWING: Gebruik altijd alle bandjes van de veiligheidsgordel om
er zeker van te zijn dat het kind veilig op het zitje is vastgezet. Anders kan
het kind op gevaarlijke momenten uit het zitje vallen of glijden en ernstig
letsel oplopen of sterven.
WAARSCHUWING: Zet het kind zo in de fietskar vast dat alle veiligheidsgordels
en -bandjes goed zijn aangetrokken, maar dat ze niet zo strak zijn gezet dat dit
67

Publicidad

loading