Om de aansturing van de pomp weer te activeren is het voldoende om nog een keer op de druktoets [RUN/STOP] te
drukken.
Met de druktoets [RUN/STOP] activeert u alleen de inverter, het is geen bediening voor het bedrijf. De bedrijfsstatus
wordt alleen bepaald door de regelalgoritmes of door de functies van de inverter.
De functie van de druktoets is op alle pagina's actief.
4 MULTI INVERTER SYSTEEM
4.1 Inleiding multi inverter systemen
Onder multi inverter systeem verstaat men een pompgroep gevormd uit een geheel van pompen waarvan de
persleidingen samenkomen in een gemeenschappelijke verzamelleiding (collector). Iedere pomp van de groep is
verbonden met zijn eigen inverter en de inverters communiceren met elkaar via de hiervoor bestemde aansluiting.
De groep kan worden opgebouwd uit maximaal 8 pomp-inverter elementen.
Een multi inverter systeem wordt hoofdzakelijk gebruikt voor:
Het verhogen van de hydraulische prestaties ten opzichte van een enkele inverter
Een continue werking garanderen in geval van uitval van een pomp of een inverter
Het maximumvermogen in kleinere fracties verdelen
4.2 Aanleggen van een multi inverter installatie
De pompen, de motoren en de inverters waaruit de installatie wordt opgebouwd moeten onderling gelijk zijn. De
hydraulische installatie moet zo symmetrisch mogelijk gebouwd worden zodat de hydraulische belasting uniform over
alle pompen verdeeld wordt.
De pompen moeten allemaal met één persverzamelleiding verbonden.
Aangezien alle druksensoren zich binnen de kunststof behuizing bevinden, dient u op te letten dat er geen
terugslagkleppen tussen de ene inverter en de andere worden geplaatst, anders kunnen de inverters
onderling verschillende drukwaarden aflezen, met een onjuiste gemiddelde aflezing en een afwijkende
regeling als resultaat.
Voor de werking van de drukgroep moeten de inverters van hetzelfde type en model zijn, bovendien
moeten voor elk inverter-pomp paar de volgende zaken gelijk zijn:
het pomp- en motortype
de hydraulische aansluitingen
de nominale frequentie
de minimumfrequentie
de maximumfrequentie
de frequentie voor uitschakeling zonder debietsensor
4.2.1 Communicatie
De inverters communiceren onderling met elkaar via de hiervoor bestemde 3-draads verbinding.
Zie voor de aansluiting par 2.3.6.
4.2.2 Afstandsensor in multi inverter installaties
Om de drukregelfuncties te gebruiken met een afstandsensor, mag er slechts 1 sensor zijn, die is verbonden met een
van de aanwezige inverters. Er kunnen ook meerdere druksensoren worden aangesloten, maximaal een per inverter.
Als er meerdere sensoren aanwezig zijn, zal de regeldruk de gemiddelde waarde van alle aangesloten sensoren zijn.
Opdat de afstand-druksensor zichtbaar is vanaf de andere inverters, is het noodzakelijk dat de multi-inverter
communicatie correct is aangesloten en geconfigureerd op alle inverters en dat de inverter waarmee de sensor is
verbonden is ingeschakeld.
4.2.3 Aansluiting en instelling van de optisch gekoppelde ingangen
De ingangen van de inverter zijn optisch gekoppeld, zie par 2.3.3 en 6.6.15 dit betekent dat de galvanische isolatie
van de ingangen ten opzichte van de inverter gegarandeerd is, ze dienen voor het activeren van de functies vlotter,
hulpdruk, deactivering van het systeem, lage druk op de aanzuiging. De functies worden gesignaleerd door de
berichten F1, Paux, F3, F4. De functie Paux zorgt, indien geactiveerd, dat het systeem onder druk wordt gebracht met
de ingestelde druk, zie par 6.6.15.3. De functies F1, F3, F4 bewerkstelligen voor 3 verschillende oorzaken een
uitschakeling van de pomp zie par 6.6.15.2, 6.6.15.4, 6.6.15.5.
Wanneer men een multi inverter systeem gebruikt, moeten de ingangen als volgt gebruikt worden:
de contacten die de hulpdrukwaarden realiseren, moeten in parallel op alle inverters worden doorgevoerd,
zodat op alle inverters hetzelfde signaal aankomt.
NEDERLANDS
209