Het apparaat in werking stellen door middel
•
van de aan/uitknop F
Het controlelampje Dgaat aan.
•
Wacht tot het controlelampje E aangaat. Dit
•
geeft aan dat de juiste temperatuur is bereikt
Zet één of twee voorverwarmde koppen onder
•
de filterhouder.
Zet de koffieknop (G) in de aanstand. De koffie
•
wordt gezet. Zet de schakelaar in de stopstand
wanneer de gewenste hoeveelheid espresso
koffie (klein of groot)is gezet
Wacht enkele seconden na het beëindigen van
•
het koffiezetten alvorens de koffiekoppen te
verwijderen.
Verwijder de filterhouder en gooi het koffiedik
•
weg.
Was de filterhouder met kraanwater en droog
•
hem goed af.
Controleer of de uitneembare filter perfect in
•
de filterhouder aangebracht is.
De filterhouder terug aan het apparaat koppe-
•
len.
VERKRIJGEN VAN WARM WATER:
Het apparaat aanzetten door de aan/uitschake-
•
laar (F) in te drukken op de verwarmingsstand.
Het controlelampje (D) zal oplichten. Dit geeft
•
aan dat het water aan het opwarmen is.
Wacht tot het controlelampje (E) ook aan
•
gaat. Dit geeft aan dat het water de juiste tem-
peratuur heeft bereikt.
Zet een bakje onder het stoompijpje.
•
Open de stoomregelaar (Q), door haar linksom
•
te draaien tegen de richting van de wijzers van
de klok in
Druk op de knop voor koffieproductie (G) om
•
de pomp te activeren.
Het warm water zal er langs het stoomelement
•
uitkomen.
Wanneer de gewenste hoeveelheid warm wa-
•
ter is geproduceerd, zet de koffieknop (G) op
uit, zodat de pomp stopt
Draai de regelaar (R) rechtsom dicht, in de
•
richting van de wijzers van de klok.
VERKRIJGEN VAN STOOM:
De stoom dient om melk op te schuimen om
•
een cappuccino of warme chocolademelk te
bereiden en/of om dranken op te warmen.
Het apparaat aanzetten door de aan/uitschake-
•
laar in te drukken op de verwarmingsstand.
Wacht tot het controlelampje (G) voor koffiezet-
•
ten aan gaat; dit geeft aan dat de vereiste tem-
peratuur voor het zetten van koffie bereikt is.
Druk voor stoom op de stoomknop (H) en het
•
apparaat blijft opwarmen totdat de juiste tem-
peratuur voor stoomproductie bereikt is.
Het controlelampje (E) gaat aan wanneer de
•
vereiste temperatuur voor stoomproductie
bereikt is.
Plaats een bakje onder het stoompijpje.
•
Open de stoomregelaar (Q) door haar linksom
•
te draaien
Er begint stoom vrij te komen.
•
Wanneer men voldoende stoom heeft, sluit de
•
knop en verwijder de kop.
AUTOMATISCHE UITSCHAKELING:
SOLAC apparaten zijn ontworpen om energie
•
te sparen
Met dit doel gaat het apparaat enige minuten
•
na de laatste handeling vanzelf uit
Zet de aan/uit knop (F) eenvoudig uit en weer
•
aan om het apparaat weer te activeren
Na gebruik van het apparaat:
•
Zet het apparaat uit door de aan/uit knop op
•
uit te zetten
Trek de stekker uit het stopcontact.
•
Verwijder het water uit het reservoir.
•
Reinig het apparaat
•
REINIGING
A. ALGEMENE REINIGING
Trek de stekker uit het stopcontact en laat het
•
apparaat afkoelen alvorens het te reinigen.
Reinig het apparaat met een vochtige doek die
•
geïmpregneerd is met enkele druppels zeep
en droog het vervolgens af.
Gebruik geen oplosmiddelen of producten
•
met een zure of basische pH, zoals bleekwa-
ter, noch schuurmiddelen, om het apparaat
schoon te maken.
- Zorg ervoor dat er geen water of andere
vloeistof binnendringt via de ventilatie-ope-
ningen, om schade aan de functionele delen
in het inwendige van het apparaat te voorko-
men.
- De onderdelen van dit apparaat kunnen niet
in de vaatwasser gereinigd worden
Laat alle onderdelen goed drogen alvorens het
•
apparaat opnieuw te monteren en op te ber-
gen.
NL