8.2.1 Prothese-instellingen wijzigen met de Cockpit App
Product
MyModes
Functies
Opties
Status
Algemeen
Componenten beheren
Colofon/info
8.2.2 Overzicht van de instelparameters in de basismodus
De parameters in de basismodus beschrijven het dynamische gedrag van de prothese tijdens de
normale gangcyclus. Deze parameters dienen als basisinstelling voor de automatische aanpas
sing van het dempingsgedrag aan de actuele bewegingssituatie (bijv. op hellingbanen, bij een
lage loopsnelheid, ...).
In aanvulling hierop kan de stafunctie en/of de zitfunctie worden ingeschakeld/uitgeschakeld.
Voor nadere informatie over de stafunctie: zie pagina 284. Voor nadere informatie over de zitfunc
tie: zie pagina 285.
De volgende parameters kunnen worden gewijzigd:
Parameter
Weerstand
Stafunctie
Zitfunctie
288
1) Raak terwijl er verbinding is met de prothesecomponent en
de gewenste modus is ingesteld, in het hoofdmenu het sym
bool aan.
→ Het navigatiemenu wordt geopend.
Wisselen
2) Raak de menu-optie "Opties" aan.
2. Golf
→ Er verschijnt een lijst met de parameters van de modus
3) Wijzig de instelling van de gewenste parameter door bij
deze parameter de symbolen "<", ">" aan te raken.
INFORMATIE: De instelling van de orthopedisch instru
mentmaker is gemarkeerd en kan na wijziging door het
aanraken van de knop "Standaard" weer worden geac
tiveerd.
Bereik instel
software
120 t/m 180
die op het moment is ingesteld.
Instelgebied
Betekenis
app
+/- 10 van de
Weerstand tegen de buigbeweging,
ingestelde
bijv. bij het aflopen van een trap of het
waarde
gaan zitten
0/Uit - gedeac
Stafunctie activeren/deactiveren.
tiveerd
Hiervoor moet deze functie in de
1/Aan - geacti
instelsoftware geactiveerd zijn.
veerd
0/Uit - gedeac
Zitfunctie activeren/deactiveren. Hier
tiveerd
voor moet deze functie in de instel
1/Aan - geacti
software geactiveerd zijn.
veerd