nl
Configuratie
Apparaat instellingen
Voor een apparaat kunnen de volgende wijzigingen aan de apparaatparameters
worden aangebracht:
Aanduiding
Wachtwoord
Bedrijfssignaal LED
Bedrijfssignaal claxon
Uitschakelmodus
Ploeglengte (TWA)
Korte termijn blootstellingslimiet
3)4)
(STEL)
1)
Minimaal één van de beide bedrijfssignalen moet worden ingeschakeld.
2)
Komt overeen met de tijd waarover een gemiddelde wordt berekend en wordt gebruikt
voor de berekening van de blootstellingswaarde TWA.
3)
Analyse alleen als de sensor daarvoor bedoeld is.
4)
Komt overeen met de tijd waarover een gemiddelde wordt berekend en wordt gebruikt
voor de berekening van de blootstellingswaarde STEL.
5.1
Sensorinstellingen
Voor de sensoren kunnen de volgende wijzigingen aan de sensorparameters
worden aangebracht:
Aanduiding
Alarmdrempel A1 (in meeteenheid)
Alarmdrempel A2 (in meeteenheid)
1)
Soort analyse
Alarmdrempel STEL
(in meeteenheid)
Alarmdrempel TWA
(in meeteenheid)
1)
Analyse alleen als de sensor daarvoor bedoeld is.
132
1)
1)
2)
1)
1)
Bereik
Numeriek bereik (3 cijfers)
Ja / nee
Ja / nee
"Uitschakelen toegestaan" of
"Uitschakelen verboden" of
"Uitschakelen verboden bij A2"
60 - 14400 (in minuten)
(instelling voor blootstellingsalarm)
0 - 15 (in minuten)
(instelling voor blootstellingsalarm)
Bereik
Vangbereik – A2
A1 – Eindwaarde meetbereik
Inactief, TWA, STEL, TWA+STE
Vangbereik – meetbereikeindwaarde
Vangbereik – meetbereikeindwaarde