AfVOERLEIDING
?
O P M E R K I N G
•
De unit is uitgerust met een handmatige ontluchtingsklep
(meegeleverd) op het hoogste punt van de unit. Als deze locatie niet
het hoogste punt in de waterinstallatie is, kunnen in de waterleidingen
luchtbellen ontstaan, die storing in het systeem kunnen veroorzaken.
In dat geval moeten extra ontluchtingskleppen worden voorzien (niet-
meegeleverd) om te verzekeren dat geen lucht in het watercircuit
dringt. De ontluchtingskleppen moeten worden gemonteerd op
plekken die gemakkelijk toegankelijk zijn voor onderhoud.
•
De op de manometer weergegeven waterdruk kan variëren volgens
de watertemperatuur (hoe hoger de temperatuur, hoe hoger de druk).
De druk moet echter boven 1 bar blijven om te voorkomen dat lucht
in het circuit dringt.
•
Vul het circuit met tapwater. Het water van het verwarmingssysteem
moet voldoen aan de Europese richtlijn 98/83 EG. Niet-gecontroleerd
water (bv. uit waterputten, rivieren, meren enz.) wordt niet aanbevolen
(zie het hoofdstuk "Waterkwaliteit" op de cd-rom).
•
De maximale waterdruk is 3 bar (nominale openingsdruk van
de veiligheidsklep). Zorg voor een gepaste drukverlager op het
waterciruit,om te voorkomen dat de maximumdruk wordt overschreden.
•
Bij vloerverwarming moet de ontluchting worden verricht met behulp van
een externe pomp en een open circuit, om luchtzakken te voorkomen.
•
Controleer het systeem zorgvuldig op lekken in het watercircuit, in de
aansluitingen en in de onderdelen van het circuit.
9.3 BESCHRIJVING VAN HET MINIMALE
WATERVOLUME
Het volgende onderdeel laat zien hoe u het minimale watervolume
in het systeem berekent ter bescherming van het product
(slingervergrendeling) en temperatuurdaling tijdens ontdooien.
1 Beschermend watervolume voor product
Zorg dat het watervolume gelijk is aan of groter dan
onderstaande volumes, teneinde de AAN/UIT-frequentie van
de YUTAKI M-unit de verlagen bij geen belasting of bij een
extreem lichte belasting. Wanneer het watervolume minder is
dan het aangegeven volume (minimaal watervolume), stopt de
compressor regelmatig bij een lichte belasting, wat resulteert in
een kortere levensduur of storingen.
?
O P M E R K I N G
De standaard fabrieksinstelling voor de AAN/UIT-temperatuurdifferentiaal
is "4 °C". Let op dat het minimale watervolume varieert bij verschillende
instellingen voor elk doel, zoals aangegeven in de volgende tabel:
AAN/UIT-temperatuurdifferentiaal RASM-2VRE RASM-3VRE
4ºC
3ºC
2ºC
1ºC
2 Vereiste minimale watervolume tijdens ontdooiden
•
De volgende formule wordt voor de berekening gebruikt:
360 x Q
Waarbij:
V =
ΔT x 4168,8
V = Vereist watervolume (m
Het minimale volume aan water in de installatie dat nodig
is ter compensatie van het warmteverlies als gevolg van
een reductie in de geleverde watertemperatuur tijdens
ontdooien.
195
PMML0506 rev.2 - 01/2021
(Eenheiden: liter)
Model
28
28
36
36
50
50
80
80
DEF
; Q
=Q
+ Q
DEF
I
Y
)
3
ΔT = Toegestane daling watertemperatuur (ºC)
Daling in de temperatuur van aangevoerd water die de
klant toelaatbaar acht in de installatie.
Q
= Warmteverlies tijdens ontdooien (kW)
DEF
Warmteverlies in het systeem veroorzaakt een afname
van temperatuur van aangevoerd water in de installatie,
wat gevolgen kan hebben voor het warmtecomfort. Deze
waarde is de som van de twee volgende items:
Q
= Warmtevraag vanuit de installatie (kW)
I
Tijdens het ontdooien levert de unit niet de warmte die nodig
is om aan de warmtevraag van de installatie te voldoen.
Deze waarde kan op de volgende twee wijzen worden
verkregen:
1. Door de waarde te gebruiken van de energievraag
vanuit de installatie, indien bekend.
2 Als de waarde niet bekend is, kan deze worden geschat
aan de hand van de verwarmingscapaciteit van de unit
bij een luchttemperatuur van 0 ºC WB en een geleverde
watertemperatuur van bijvoorbeeld 45 ºC.
Q
= Koelbelasting op de YUTAKI M-unit (kW)
Y
Behalve het niet leveren van de door de installatie
gevraagde warmte ter compensatie van het
warmteverlies tijdens ontdooien, produceert de unit ook
koude. Deze waarde kan worden geschat op ongeveer
86% van de verwarmingscapaciteit van de unit onder
normale omstandigheden (luchttemperatuur: 6/7ºC
(WB/DB) en ingangs-/uitgangstemperatuur van het
water: 40 / 45 ºC)
?
O P M E R K I N G
De maximale tijd voor ontdooien waarmee rekening wordt gehouden is
6 minuten per uur.
De volgende tabel toont het benodigde minimale watervolume
voor elke YUTAKI M-unit in het geval van een toegestane
temperatuurdaling van 10 ºC.
Daling watertemperatuur
5ºC
10ºC
15ºC
20ºC
25ºC
?
O P M E R K I N G
•
De waarden in de tabel zijn gebaseerd op theoretische
installatieomstandigheden. Daarnaast staat de YUTAKI M-unit
verschillende configuraties met hydraulische circuits toe en kan de
waarde afwijken afhankelijk van de specifieke installatie.
•
Derhalve is het aan de klant om deze waarden te herberekenen op
basis van de daadwerkelijke omstandigheden van de installatie.
(Eenheid: liter)
Model
RASM-2VRE
RASM-3VRE
212
212
106
106
71
71
53
53
42
42