Descargar Imprimir esta página

Telwin DYNAMIC 220 Start Manual De Instrucciones página 15

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 11
mani er inst alle ren en ervo or zorg en dat de
luchtdoorgang niet verstopt wordt middels speciaal
daartoe bestemde openingen zodanig dat een
voldoende ventilatie gegarandeerd is.
AANSLUITING OP HET NET
-
De batterijlader mag uitsluitend aangesloten worden
op een voedingssysteem met een neutraalgeleider
verbonden met de aarde.
Controleren of de netspanning overeenstemt met de
spanning van werking.
-
De
vo ed in gs li jn
beschermingssystemen zoals zekeringen of
automatische schakelaars, voldoende om de
maximum absorptie van het toestel te verdragen.
-
De aansluiting op het net è moet uitgevoerd worden
met een speciale kabel.
-
Eventuele verlengsnoeren van de voedingskabel
moeten een adequate doorsnede hebben die nooit
kleiner mag zijn dan diegene van de geleverde kabel.
-
Het is altijd verplicht het toestel met de aarde te
verbinden, gebruik makend van de geel-groene
geleider van de voedingskabel, gemarkeerd met het
etiket
(
)
, terwijl de andere twee geleiders verbonden
W
moeten worden met de netspanning.
4. WERKING
VOORBEREIDING VOOR HET OPLADEN
NB: V oordat men overgaat tot het opladen, moet men
verifiëren of de capaciteit van de batterijen (Ah) die
men wenst te onderwerpen aan het opladen niet
kleiner is dan diegene die aangeduid staat op de plaat
(C min).
Bij het uitvoeren van de instructies nauwkeurig de
hierna aangegeven volgorde volgen.
-
De eventueel aanwezige deksels van de batterij
wegnemen, ì zodanig dat de gassen die zich
ontwikkelen tijdens het opladen naar buiten kunnen
komen.
-
Controleren of het niveau van de elektrolyt de platen
van de batterijen dekt; indien deze bloot blijken te
liggen, gedistilleerd water toevoegen tot ze 5 -10 mm
bedekt zijn.
OPGELET: UITERST VOORZICHTIG TEWERK
GAAN TIJDENS DEZE OPERATIE OMDAT DE
ELEKTROLYT EEN UITERST CORROSIEF ZUUR IS.
- Men herinnert eraan dat de juiste staat van opladen
van de batterijen alleen bepaald kan worden gebruik
makend van een densimeter, die toestaat de specifieke
densiteit van de elektrolyt te meten.
indicatief zijn de volgende waarden van densiteit van
opgeloste stof geldig (Kg/l op 20° c):
1.28 = opgeladen batterij
1.21 = half ontladen batterij
1.14 = ontladen batterij
- Met de voedingskabel losgekoppeld van het contact
van het net de deviator van lading 6/12 V of 12/24 V
(indien aanwezig) plaatsen in functie van de nominale
spanning van de te laden batterij.
- De polariteit van de klemmen van de batterij verifiëren:
positief het symbool + en negatief het symbool -.
OPMERKING: indien de symbolen zich niet
onderscheiden moet men zich herinneren dat de
positieve klem diegene is die niet verbonden is met het
chassis van de auto.
- De rode tang voor het opladen verbinden met de
positieve klem van de batterij (symbool +).
- De zwarte tang voor het opladen verbinden met het
chassis van de auto, uit de buurt van de batterij en van
de buis van de brandstof.
OPMERKING indien de batterij niet in de auto
geïnstalleerd is, zich rechtstreeks verbinden met de
negatieve klem van de batterij (symbool -).
OPLADEN
- De batterijlader voeden door de voedingskabel in het
contact van het net te steken en de schakelaar (indien
aanwezig) op ON te zetten.
- De ampèremeter (indien aanwezig) geeft de stroom
mo et
ui tg er us t z ij n m et
aan (in Ampères) voor het opladen van de batterij:
tijdens deze fase merkt men dat de aanwijzing van de
ampèremeter langzaam vermindert tot op heel lage
waarden in functie van de capaciteit en de condities van
de batterij.
OPMERKING: Wanneer de batterij oplaadt kan men
bovendien een begin van "koken" van de vloeistof merken
die bevat is in de batterij. Men raadt aan het opladen reeds
aan het begin van dit fenomeen te onderbreken teneinde
beschadigingen aan de batterij te voorkomen.
AUTOMATISCH OPLADEN
VOOR DE MODELLEN DIE DIT VOORZIEN:
1- Deviator in automatisch stand.
Tijdens deze fase controleert de batterijlader constant
de spanning die aanwezig is aan de uiteinden van de
batterij en verdeelt of onderbreekt hierbij automatisch,
indien noodzakelijk, de stroom van het opladen naar de
Batterij.
2- Deviator in manuele stand.
In deze stand is de automatische functie gedeactiveerd
è.
Voor alle andere informaties m.b.t. de wijzen van
opladen van de batterijen, de instructiehandleiding
raadplegen.
OPGELET: HERMETISCHE BATTERIJEN.
Indien het nodig blijkt te zijn dit soort batterijen te
moeten opladen, moet men uiterst aandachtig tewerk
gaan. Een trage oplading uitvoeren en hierbij de
spanning naar de klemmen van de batterij onder
controle houden. Wanneer deze spanning, die
gemakkelijk kan opgenomen worden met een gewone
tester, de 14,4V bereikt voor de batterijen van 12V
(7,2V voor de batterijen van 6V en 28,8V voor de
batterijen van 24V) raadt men aan het opladen te
onderbreken.
Gelijktijdig opladen van meerdere batterijen
Dit soort operaties uiterst voorzichtig uitvoeren:
OPGELET; geen batterijen opladen met een verschillende
capaciteit, aflading en typologie.
Indien men meerdere batterijen tegelijkertijd moet
opladen, kan men beroep doen op verbindingen in "serie"
of in "parallel". T ussen de twee systemen is de verbinding
in serie aan te raden è omdat men op deze wijze de stroom
kan controleren die in iedere batterij stroomt en die
analoog zal zijn met diegene die door de ampèremeter
wordt aangeduid.
OPMERKING In geval van een verbinding in serie van
twee batterijen met een nominale spanning van 12V, raadt
men aan de deviator 12V/24V in de stand 24V te zetten
indien aanwezig.
EINDE OPLADEN
- De voeding van de acculader wegnemen en hierbij de
schakelaar (indien aanwezig) op OFF plaatsen en/of de
voedingskabel uit het contact van het net nemen.
- De zwarte tang van het opladen loskoppelen van het
chassis van de auto of van de negatieve klem van de
batterij (symbool -).
- De rode tang van het opladen loskoppelen van de
positieve klem van de batterij (symbool +).
- De batterijlader op een droge plaats opbergen.
- De cellen van de batterij terug sluiten met de speciaal
daartoe bestemde doppen (indien aanwezig).
START
Voor de start de commutator (indien aanwezig) of de
deviator in de stand van start zetten op de spanning ter
hoogte van de middelste.
Voordat men aan de startsleutel draait, is het noodzakelijk
een snel opladen van 5-10 minuten uit te voeren, dit zal de
- 14 -
FIG.C
(
)
TRONIC
(
)
CHARGE
FIG.D
FIG. E

Publicidad

loading