m LET OP!
Controle voor gebruik
• Controleer alle zijdes van de motor op olie of brand-
stoflekken.
• Controleer het motoroliepeil.
• Controleer het brandstofpeil – Vul de tank met min-
stens 2 liter Super E10 benzine.
• Controleer de conditie van het luchtfilter.
• Controleer de conditie van de brandstofleidingen.
• Let op tekenen van schade.
• Controleer of alle veiligheidsafdekkingen zijn aan-
gebracht en of alle schroeven zijn aangedraaid.
• Zorg voor voldoende ventilatie van het apparaat.
• Controleer of de bougiestekker aan de bougie (23)
is bevestigd.
• Eventueel aangesloten elektrisch apparaat loskop-
pelen van de stroomgenerator.
8.2
Olie bijvullen (afb. 7 + 8)
m Let op!
De generator wordt geleverd zonder motorolie.
Voor ingebruikname daarom altijd olie bijvullen.
Gebruik hiertoe 15W40 olie.
Controleer regelmatig voor elk gebruik het oliepeil. Een
te laag oliepeil kan de motor beschadigen.
1.
Plaats de generator op een vlak, recht oppervlak.
2.
Verwijder de motorafdekking (3) door de beide
schroeven met een kruiskopschroevendraaier
(niet bij de levering inbegrepen) er uit te schroe-
ven.
3.
Schroef de oliepeilstok (20) los.
4.
Vul de tank met behulp van de trechter (17) met
motorolie. Let op de max. vulhoeveelheid van 400
ml. Vul de olie voorzichtig bij tot aan de onderkant
van de vulpijp.
5.
Veeg de oliepeilstok (20) met een schone, pluis-
vrije doek schoon.
6.
Voer de oliepeilstok (20) weer in en controleer het
oliepeil zonder de peilstok weer vast te schroeven.
7.
Het oliepeil moet binnen de middelste markering
op de oliepeilstok staan.
8.
Als het oliepeil te laag is, voeg dan de aanbevolen
hoeveelheid olie toe (max. 400 ml).
9.
Schroef de oliepeilstok (20) vervolgens weer vast.
10. Plaats de motorafdekking (3) terug en zet deze
stevig vast door de beide schroeven weer aan te
draaien.
8.3
Brandstof bijvullen
m Let op!
De generator wordt geleverd zonder benzine. Voor
ingebruikname daarom altijd benzine bijvullen.
Gebruik hiervoor Super E10 benzine.
1.
Schroef de tankdop (2) open en vul met behulp
van een trechter (17) maximaal 6,3 liter Super E10
benzine in het tankreservoir bij.
2.
Let op dat de tank niet te vol wordt gevuld (Vul-
peilmarkering (26) in acht nemen!) en dat er geen
benzine wordt gemorst. Brandstoffilterelement
(25) gebruiken. Gemorste benzine direct opnemen
en wachten tot de benzinedampen zijn vervlogen
(vanwege ontstekingsgevaar).
3.
Sluiten van de tankdeksel (2).
m LET OP!
Tank in een goed geventileerde omgeving waarbij
de motor is uitgeschakeld.
Als de motor direct daarvoor in gebruik was, moet
deze eerst afkoelen. Tank de motor nooit in een ge-
bouw, waar de benzinedampen vlammen of vonken
kunnen bereiken.
Benzine is zeer brandgevaarlijk en explosief. U
kunt bij het omgaan met brandstof brandwonden
of ander ernstig letsel oplopen.
9.
Bediening
m Let op!
Het apparaat moet voor de ingebruikname volledig
zijn gemonteerd!
9.1
Motor starten (afb. 5 + 6)
m Let op! Gevaar voor vergiftiging!
Gebruik het apparaat alleen buitenshuis en nooit in ge-
sloten of slecht geventileerde ruimten.
1.
Zet de beluchting op de tankdop (2) op "ON".
2.
Zet de aan/uitschakelaar (11) in positie "RUN".
Aanwijzing: De energiebesparingsschakelaar (10)
moet op "OFF" staan.
In "koude" toestand
Let op! Laat nooit het starterkoord (5) terugschie-
1.
ten. Dit kan tot schade leiden.
2.
Zet de aan/uitschakelaar (11) in de stand "Choke".
3.
Trek nu het starterkoord (5) snel aan tot de motor
start. Als de motor niet start, herhaalt u de werk-
wijze.
www.scheppach.com
NL | 81