Verlengsnoeren, netsnoeren en alle andere elektrische apparatuur
moeten in goede staat verkeren. Hanteer nooit elektrische apparatuur met
beschadigde netsnoeren.
Als u geëlektrocuteerd bent, zoek dan onmiddellijk medische hulp.
Gebruik de generator nooit onder de volgende omstandigheden:
- Het motortoerental is niet gestabiliseerd.
- Geen stroomafname.
- De elektriciteitsverbruiker is oververhit geraakt.
- Er zijn vonken bij de elektrische aansluitingen.
- Beschadigde moffen.
- Ontstekingsintervallen komen voor in de interne verbrandingsmotor.
- Er treden overmatige trillingen op.
- Er verschijnen vlammen of rook.
- De ruimte waarin de generator staat is afgesloten.
- Het regent of er is slecht weer.
- In een omgeving met een hoog brandrisico.
Controleer het brandstoftoevoersysteem regelmatig op lekken of tekenen
van schade zoals wrijving of veroudering van de brandstofleiding, schade
aan de tank of de tankdop. Alle schade moet worden verholpen voordat
de generator wordt gestart.
De generator mag alleen onder de volgende voorwaarden worden
gebruikt, in werking worden gesteld en met brandstof worden gevuld:
- Bij goede ventilatie - vermijd ruimten en gebieden waar dampen of damp
zich kunnen ophopen, zoals uitgravingen, kelders, schuilplaatsen,
afzuigruimten, lensruimten van jachten. Luchtstroom en voldoende
temperatuur zijn zeer belangrijk. De temperatuur mag niet hoger zijn dan
40°C.
- Uitlaatgassen moeten uit de kast worden afgevoerd via een
hittebestendig kanaal. Uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, dat geurloos
en onzichtbaar is. Inademing ervan kan leiden tot ernstige vergiftiging en
zelfs de dood.
- Vul de tank van de generator met brandstof op een goed verlichte plaats.
Vermijd het morsen van brandstof. Vul de tank nooit terwijl de motor draait.
Wacht altijd tot de motor enigszins is afgekoeld voordat u brandstof tankt.
- Zowel de geluiddemper als het luchtfilter moeten altijd geïnstalleerd zijn
en in goede staat blijven, omdat zij bescherming bieden tegen het
ontsnappen van vlammen als het mengsel in het inlaatkanaal verbrandt.
- Houd brandbare materialen uit de buurt van de generator.
Draag bij het gebruik van de generator geen losse kleding, juwelen of iets
anders dat bij het opstarten of door de draaiende delen van de generator,
of een daarop aangesloten apparaat, gegrepen kan worden.
De generator moet zijn bedrijfssnelheid bereiken voordat de elektrische
belasting wordt aangesloten. De elektrische belasting moet worden
losgekoppeld voordat de verbrandingsmotor wordt uitgeschakeld.
Om gevaarlijke vermogensrimpels te voorkomen die de apparatuur
zouden kunnen beschadigen, mag de verbrandingsmotor niet door
brandstofuitputting afslaan wanneer een elektrische belasting wordt
aangesloten.
Steek niets door de ventilatiesleuven, ook niet als de generator niet draait.
Anders kan de generator beschadigd raken of persoonlijk letsel oplopen.
Voordat u de generator in een motorvoertuig vervoert, moet u de
brandstoftank legen om te voorkomen dat er brandstof wordt gemorst.
Gebruik de juiste hefmethoden wanneer u de generator van plaats naar
plaats verplaatst. Onjuiste hefmethoden kunnen letsel veroorzaken.
Raak de uitlaatdemper of andere delen van de verbrandingsmotor of
generator die tijdens de werking heet kunnen worden, niet aan om
brandwonden te voorkomen.
Combineer de generator niet met andere elektriciteitsbronnen.
Draag gehoorbescherming.
Alle reparaties moeten worden uitgevoerd door de servicedienst van de
fabrikant.
LET OP! Ondanks het inherent veilige ontwerp, het gebruik van
veiligheidsmaatregelen
en
bestaat er altijd een risico op restletsel tijdens het gebruik.
PICTOGRAMMEN EN WAARSCHUWINGEN
aanvullende
beschermingsmaatregelen
Brandgevaar
Live apparatuur
Voorzichtig Neem speciale voorzorgsmaatregelen
Risico op vergiftiging door uitlaatgassen
Gebruik beschermende handschoenen
Schakel de motor uit en verwijder de draad van de bougie voordat u
onderhoud of reparaties uitvoert.
Lees de gebruiksaanwijzing en neem de daarin opgenomen
waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften in acht!
Beschermen tegen vocht
Attentie heet element.
BESCHRIJVING VAN DE GRAFISCHE ELEMENTEN
De volgende nummering verwijst naar de onderdelen van het
apparaat
getoond op de grafische pagina's van deze handleiding.
Aanwijzing
1
Transportgreep
2
Tankdop
3
Brandstofklep
4
Luchtfilter
5
Transportwielen
6
Verbrandingsmotor
7
Startkabel
8
Oliepeilindicator
9
Stroomgenerator
10
Accu voor het starten van het aggregaat
11
Transportgrepen
12
Batterijdeksel/montage
13
Brandstofniveau-indicator
14
Eenheidspaneel
15
Brandstoftank
16
Zuighendel
* Er kunnen verschillen zijn tussen de afbeelding en het werkelijke
product.
DOEL
Een generator is een apparaat dat mechanische energie omzet in
elektrische energie. De krachtbron is een verbrandingsmotor. De
generator is ideaal wanneer er geen permanente elektriciteitsbron is. Hij
is ideaal als noodstroombron in huizen, kampen, vakantiehuisjes, enz. De
generator kan worden gebruikt voor apparaten zoals elektrisch
gereedschap, gloeilampen, verwarmingsapparaten en soortgelijke
apparaten die 230 V wisselstroom nodig hebben.
ATTENTIE ! Het wordt afgeraden de generator te gebruiken voor
elektrische apparatuur die elektronische componenten bevat die
gevoelig zijn voor spanningsschommelingen.
De generator vergt vrijwel geen onderhoud.
Gebruik de generator niet verkeerd
• Laat de generator vollopen met olie.
• Vul de brandstoftank.
• Aard de generator
Trek eerst langzaam aan het starterkoord Fig. A7 tot u de koppeling
hoort aangrijpen en trek dan stevig door. Deze handeling kan meerdere
keren herhaald moeten worden voordat de verbrandingsmotor start.
WERKING VAN HET APPARAAT
VOORBEREIDING OP HET WERK
STARTEN VAN DE VERBRANDINGSMOTOR
Sluit geen verbruikers in de vorm van elektrische apparatuur aan voordat
u de motor start. De tank mag niet boven het toegestane maximumniveau
92
Beschrijving