Descargar Imprimir esta página

Philips N 5756 Manual De Instrucciones página 19

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 23
om voor uw opnamen uitsluitend gebruik to maken van'Metal'cas-
settes, 'Chromium'cassettes, 'Ferro' of 'Super Ferro'cassettes.
Zet bij gebruik van 'Metal' cassettes de schakelaars ® en® in
ve onderste stand.
Telwerk met nuistop
Maak er een gewoonte van direct na het inzetten van een cassette
de teller® op '000' to zetten door nulstelknop ai in to drukken.
U kunt dan een inhoudsopgave maken van de opgenomen
programma's. Later kunt u dan een opname gemakkelijk terug-
vinden.
N.B.: Het telwerk geeft geen aanwijzing omtrent de speelduur van
de cassette. Door het indrukken van 'memory stop'-schakelaar
s2
schakelt u de nuistop in. Bij ingeschakelde nulstop zal de band
automatisch stoppen als de teller de stand '000' passeert. De
nulstop werkt tijdens weergeven, snel vooruitspoelen en
terugspoelen.
Wanneer u het telwerk bij het begin van een opname op '000' zet,
kunt u later door eerst schakelaar® en daarna terugspoeltoets ,a
in to drukken de band automatisch laten stoppen bij het begin van
de opname.
Automatische stop
t%cr vergroting van het bedieningsgemak stopt de recorder auto-
natisch als het eind van de band in de cassette is bereikt en als de
netspanning uitvalt of wordt uitgeschakeld. De automatische stop
werkt op alle functies: opnemen, weergeven en snel vooruit- en
terugspoelen.
Dolby-systeem
Het Dolby-systeem werkt zowel bij opname als bij weergave. Bij
het opnemen volgens het Dolby-systeem worden tijdens zachte
passages de hoge tonen versterkt opgenomen. Bij weergeven
met ingeschakeld Dolby-systeem worden deze versterkte hoge
tonen weer teruggebracht tot hun normale niveau. Ook de aan-
wezige bandruis wordt dan tijdens zachte passages tot een lager
niveau teruggebracht.
Volgens het Dolby-systeem opgenomen cassettes en musicas-
settes moeten dus met ingeschakeld Dolby-systeem worden
weergegeven, anders zullen de hoge tonen verhoudingsgewijs to
hard worden weergegeven.
Bij het weergeven van normaal opgenomen cassettes moet het
Dolby-systeem echter uitgeschakeld zijn, anders zullen de hoge
tonen verzwakt worden weergegeven. Maak daarom een aan-
tekening op uw cassettes als ze met ingeschakeld Dolby-systeem
opgenomen.
let Dolby-systeem wordt in- en uitgeschakeld met schakelaar®.
Aansluiten
Naast DIN-aansluitbussen, is de recorder voorzien van coaxiale
aansluitbussen. Apparaten met een DIN-aansluitbus kunnen
worden aangesloten via de bijgeleverde verbindingskabel
4822 321 20207 (EL 3768/14). Voor het aansluiten van apparaten
en toebehoren met andere dan DIN-aansluitingen zijn bij uw
handelaar aanpassingssnoeren en tussenstekers verkrijgbaar.
Voor het aansluiten van apparaten zonder recorderaansluiting,
bijv. TV's, is het om veiligheidsredenen noodzakelijk uw handelaar
to raadplegen.
• Bus®: uitgang voor stereo hoofdtelefoon (8-600 S2 of electret
hoofdtelefoon).
• Bus ®: ingang voor de microfoon voor het linker kanaal bij
stereo opnamen.
• Bus ®: ingang voor de microfoon voor het rechter kanaal bij
stereo opnamen of voor mono opnamen (op bus® mag dan geen
microfoon aangesloen zijn).
• Bus®: : lijnuitgang, linker kanaal.
Bus ®: lijnuitgang, rechter kanaal.
• Bus @: monitor uitgang.
U kunt weergeven en meeluisteren tijdens opnemen via de bussen
as en® of® door deze to verbinden met de recorderaansluiting
van een radio, versterker, electrogrammofoon of tweede recor-
der.
• Bus sa : lijningang, linker kanaal.
• Bus ss : lijningang, rechter kanaal.
Via de lijningangen kunt u opnemen van een radio, versterker,
electrogrammofoon of tweede recorder.
• Bus ®: gecombineerde DIN in-/uitgang voor opnemen en
weergeven via de recorderaansluiting van een radio, versterker,
electrogrammofoon of tweede recorder.
N.B.: Tijdens opname via de bussen ® en® of® en® geeft bus
43
geen signaal af.
• Bus®: : aansluitbus voor afstandsbediening N6721, voor het op
afstand bedienen van het bandtransport, overeenkomstig de
toetsen ©, t/m n .
Gebruik van microfoons
Voor microfoonopnamen in stereo kunt u twee microfoons op de
bussen ® en ® aansluiten. Voor mono kan, indien gewenst,
worden volstaan met het aansluiten van een microfoon op bus®.
Bij stereo opnamen moet u de microfoons zó plaatsen, dat de
microfoon voor het linker kanaal naar het linker gedeelte, en die
voor het rechter kanaal naar het rechter gedeelte van de geluids-
bron is gericht.
Inleiding bij opnemen
• Het kopieren van grammofoonplaten en het opnemen van
radioprogramma's is slechts geoorloofd als geen inbreuk wordt
gemaakt op auteursrechten of andere rechten van derden.
• De sterkte waarmee het geluid op de band wordt vastgelegd, is
bepalend voor de geluidskwaliteit bij weergeven. Is dit 'opneem-
niveau'te laag, dan is bij hetweergeven to veel ruis hoorbaar; is het
to hoog, dan klinkt de weergave vervormd. Het opneemniveau kan
voor het begin van de opname worden ingesteld; is dit door
omstandigheden onmogelijk, dan kan het ook tijdens het op-
nemen gebeuren.
• Het opneemniveau wordt geregeld met de opneemsterktere-
gelaars
2e,
zs en ®. De regelaars
2e
regelen de sterkte van het
signaal van de lijningangen se , ss en ®.
De regelaars zs regelen de sterkte van het signaal van de
microfooningangen ® en ®.
Regelaar ® regelt de sterkte van het gezamenlijke signaal.
• Bij mengopnamen zet u eerst regelaar ® ongeveer op de helft
en daarna regelt u de mengverhouding tussen microfoonsignaal
en lijningangssignaal met de regelaars ©s en®. . Eventueel verder
bijregelen met regelaar®.
N.B.: U kunt de mengverhouding controleren met een hoofd-
telefoon of via monitoruitgang ®. Zie ook 'Meeluisteren tijdens
opnemen'.
• Bij microfoonopnamen zet u de regelaars ® op 'min' en® op
'max' en regelt u verder met hoofdregelaar ®.
• Bij lijnopnamen zet u de regelaars zs op 'max', © op 'min' en
regelt u verder met regelaar v .
• Tijdens opnemen wordt een vorige opname op hetzelfde deel
van de band automatisch gewist. Een oude opname kunt u echter
ook wissen zonder er een nieuwe overheen to maken door een
opname te maken met opneemsterkteregelaars zs, zs en® op'0'.
• Voor het onderdrukken van de hinderlijke interferentiefluittoon
bij FM-stereo radio-uitzendingen welke kan optreden in de nabij-
heid van de zender is de recorder voorzien van een 'FM piloot-
toon' - onderdrukkingsfilter. Bij de opname van een dergelijke
zender kunt u het filter inschakelen door'MPX'-schakelaar® in de
bovenste stand to zetten.
• Behalve voor het FM piloot-toon onderdrukkingsfilter wordt
schakelaar ® ook gebruikt voor een RIF-schakeling (radio inter-
ferentie filter). Dit filter onderdrukt fluittonen die kunnen optreden
als
het programma opneemt van een zender in het midden- of
langegolfgebied. Deze fluittonen kunnen optreden wanneer de
recorder wordt gestapeld op of onder een tuner of tuner/verster-
ker. De RIF-schakeling werkt in beide standen van schakelaar®;
als een fluittoon optreedt wordt de schakelaar in de andere stand
gezet.
• Bij microfoonopnamen mag er geen werkend apparaat zijn
aangesloten op de andere ingangen om ongewenst mengen to
voorkomen. Schakel daarom in dat geval de netspanning uitvan de
19

Publicidad

loading

Este manual también es adecuado para:

N 5758