Legende Fig. 10
1. Aardedraad geel/groen
2. Fase 1 (L1) zwarte draad
3. Fase 2 (L2) bruine draad
4. Neutraal (N1) blauwe draad
5. Neutraal (N2) blauwe draad
-
Als de kabel beschadigd is, moet hij worden vervangen door de fabrikant, de distributeur of
een soortgelijk gekwalificeerd persoon om gevaar te voorkomen.
-
Indien het apparaat rechtstreeks op het elektriciteitsnet wordt aangesloten, moet een
enkelpolige aardlekschakelaar met een minimum contactopening van 3 mm worden
geïnstalleerd.
-
De persoon die verantwoordelijk is voor de installatie moet zich ervan vergewissen
dat een correcte elektrische aansluiting is gemaakt en dat deze voldoet aan de
veiligheidsvoorschriften.
-
Buig de kabel niet en knijp er niet in.
-
Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen.
Let op
De onderzijde en de voedingskabel van het bord mogen na de installatie niet toegankelijk zijn.
4. WERKING
De inductiekookplaat werkt door middel van elektromagnetische trillingen die rechtstreeks
in het kookgerei warmte opwekken, in plaats van indirect door het oppervlak van het glas te
verhitten. Het glas warmt op omdat de koekenpan het uiteindelijk opwarmt.
Fig. 11
1. Keukengerei
2. Magnetisch circuit
3. Keramische glasplaat
4. Inductiespoel
5. Wervelstromen
Knoppen
-
De iconen reageren op aanraking, dus druk is niet nodig.
-
Gebruik de basis van de vinger, niet de vingertop. Fig. 12
-
U hoort een pieptoon telkens wanneer de kookplaat uw vinger detecteert.
-
Zorg ervoor dat de bedieningsiconen altijd schoon en droog zijn en dat ze niet door
voorwerpen (bv. keukengerei of doeken) worden bedekt. Zelfs een dun laagje water kan de
werking van de bedieningsiconen hinderen.
NEDERLANDS
BOLERO SQUAD I 3001
161