Keuze Bij de keuze van een frequentieregelaar de volgende gegevens aanhouden:
Instelling Voor het instellen van de frequentieregelaar de volgende gegevens in acht nemen:
Starten Voor het starten van de frequentieregelaar de volgende gegevens in acht nemen:
Bedrijf Bij frequentieregelaarbedrijf de volgende grenzen in acht nemen:
Elektromagnetische
compatibiliteit
346 van 449
5 Opstelling/Inbouw
Met de starttransformatoren of de softstarter kan de startstroom worden verlaagd.
Houdt bij de keuze van geschikte apparatuur rekening met de nominale stroom van
de motor.
Voor een veilige start is minstens het drievoudige van de nominale stroom vereist. De
starttijd mag niet langer zijn dan 4 seconden.
Na het starten van de pomp moet een softstarter altijd met een omloopleiding
worden overbrugd.
5.4.1.2 Overbelastingsbeveiliging instellen
1. Het pompaggregaat met een thermisch vertraagde overbelastingsbeveiliging
volgens IEC 60947 en de regionaal geldende voorschriften tegen overbelasting
beveiligen.
2. De overbelastingsbeveiliging instellen op de nominale stroom die op het
typeplaatje is gespecificeerd.
5.4.1.3 Niveauregeling
LET OP
Daling tot onder het minimale vloeistofniveau van het te verpompen medium
Beschadiging van het pompaggregaat door cavitatie!
▷ Het vloeistofniveau van het te verpompen medium mag nooit lager zijn dan
het minimumniveau.
Voor het automatisch bedrijf van het pompaggregaat in een schacht / bassin is een
niveauregeling vereist.
Aangegeven minimumniveau van het te verpompen medium in acht nemen.
5.4.1.4 Frequentieregelaarbedrijf
De aandrijving van het pompaggregaat is een voor vast toerental uitgeruste
inductiemachine conform IEC 60034-12. Het pompaggregaat is overeenkomstig
paragraaf 18 van IEC 60034-25 geschikt voor frequentieregelaarbedrijf.
▪ Gegevens van de fabrikant
▪ Elektrische gegevens van het pompaggregaat, met name de nominale stroom
▪ Alleen geschikt voor frequentieomvormers met spanningstussenkring (VSI) met
pulsbreedtemodulatie (PWM) en taktfrequenties tussen 1 en 16 kHz.
▪ Stroombegrenzing niet hoger instellen dan 1,2 maal de nomimale stroom. De
nominale stroom wordt vermeld op het typeplaatje.
▪ Let op korte opstartcurven (maximaal 5 sec)
▪ Pas na ten minste 2 minuten het toerental voor de regeling vrijgeven.
Opstarten met lange opstartcurven en een lage frequentie kan leiden tot
verstoppingen.
▪ Het op het typeplaatje opgegeven nominale vermogen P
gebruiken
▪ Frequentiebereik 30 tot 60 Hz
Bij bedrijf met de frequentieregelaar treden, afhankelijk van de uitvoering van de
regelaar (type, ontstoringsmaatregelen, fabrikant), storingsemissies met verschillende
sterkten op. Om overschrijding van de vermelde grenswaarden bij het
aandrijfsysteem, bestaande uit dompelmotor en frequentieregelaar, te vermijden,
dient beslist rekening te worden gehouden met de EMC-voorschriften van de
Sanipump VX 65/80
slechts voor 95%
2