• Vul de benzinetank in de open lucht bij. Gebruik
een vultrechter en een meetcontainer. Veeg de
overgelopen benzine weg.
• Lees de gebruikshandleiding en neem deze in acht
en ook de aanwijzingen betreffende de motor en
die van de extra apparatuur. Maak de handleiding
ook toegankelijk voor andere gebruikers van het
apparaat.
• Uitlaatgassen zijn gevaarlijk. Start de motor alleen
in de open lucht.
• Controleer of de veiligheidsvoorzieningen aanwe-
zig zijn en ook goed functioneren.
• Het apparaat mag alleen worden bediend door een
persoon die daarvoor geschikt is.
• Het maaien van nat gras kan gevaarlijk zijn. Maai
het gras indien mogelijk droog.
• Maak andere personen of kinderen duidelijk dat zij
uit de buurt van de maaier dienen te blijven.
• Maai nooit bij slecht zicht.
• Verwijder omliggende, losse voorwerpen voor het
maaien van de grond.
Aanwijzing voor correct maaien
m Let op! Opende uitwerpklep nooit als de van-
ginrichting wordt geleegd en de motor nog loopt.
Het draaiende mes kan tot verwondingen leiden.
Bevestig altijd zorgvuldig de uitwerpklep en de gras-
vangkorf. Bij het verwijderen eerst de motor uitscha-
kelen.
De door het geleidingswiel aangegeven veiligheidsaf-
stand tussen de mesbehuizing en de gebruiker moet
altijd in acht worden genomen. Tijdens het maaien en
veranderingen van de rijrichting bij struikgewassen
en hellingen moet uiterst voorzichtig te werk worden
gegaan.
Zorg altijd voor een stabiele stand, draag schoenen
met antislipbestendige zolen en een lange broek.
Maai altijd dwars op een helling.
Hellingen van meer dan 15 graden mogen om willen
van veiligheidsredenen niet gemaaid worden met de
grasmaaier.
Wees met name voorzichtig bij het achterwaarts ver-
plaatsen en bij het trekken van de gasmaaier. Strui-
kelgevaar!
Het maaien
Alleen met scherpe, optimale messen maaien, zodat
de grashalmen niet scheuren en het gras niet geel
wordt.
Om een net snijbeeld te bereiken moet de grasmaai-
er in zo recht mogelijke banen worden geleid. Hierbij
moeten deze banen altijd enkele centimeters overlap-
pen zodat er geen stroken overblijven.
70 | NL
De onderzijde van de grasmaaier moet schoon wor-
den gehouden en grasafzettingen moeten absoluut
worden verwijderd. Afzettingen verzwaren het star-
ten, beïnvloeden de snijkwaliteit en het uitwerpen van
het gras. Op hellingen moet de snijbaan dwars op de
helling worden gemaakt. Het wegglijden van de gras-
maaier wordt door de schuine stand naar boven voor-
komen. Selecteer de maaihoogte, afhankelijk van de
werkelijk graslengte. Voer meerdere passages uit,
zodat er maximaal 4 cm gras in één keer wordt af-
gehaald.
De motor uitschakelen voordat er controles van de
messen worden uitgevoerd. Denk eraan dat het mes
na het uitschakelen van de motor nog enkele secon-
den doordraait. Probeer nooit om het mes te stoppen.
Controleer regelmatig of het mes correct is beves-
tigd, in goede staat is en goed is geslepen. Slijp of
vervang het mes als dit niet het geval is. Indien het
bewegende mes op een voorwerp slaat, de gras-
maaier stoppen en wachten totdat het mes volledig
stil staat. Controleer vervolgens de toestand van het
mes en de meshouder.
Indien deze is beschadigd, moet deze worden ver-
vangen.
Aanwijzing voor maaien:
• Let op vaste voorwerpen. De grasmaaier kan be-
schadigd raken of er kan letsel ontstaan.
• Een hete motor, uitlaat of aandrijving kan verbran-
dingen veroorzaken. Dus niet aanraken.
• Bij hellingen of steile terrein voorzichtig maaien.
• Maai alleen bij voldoende licht.
• Controleer de maaier, het mes en de andere delen,
die tegen een vreemd voorwerp zijn gelopen of in-
dien het apparaat sterker trilt dan normaal.
• Breng geen wijzigingen aan de instellingen aan en
voer geen reparaties uit voordat de motor is uitge-
schakeld. Verwijder de voedingsstekker.
• Let op het wegverkeer in de buurt van een weg of
op de weg. Houd het uitgeworpen gras uit de buurt
van de weg.
• Vermijd plaatsen waarbij de wielen niet meer grij-
pen of het maaien niet stabiel is. Controleer voor
een achterwaartse beweging of er geen kleine kin-
deren achter u staan.
• In dicht, hoog gras moet u het hoogste snijniveau
instellen en langzamer maaien. Voor het verwijde-
ren van het gras of overige verstoppingen, moet u
de motor uitschakelen en de voedingskabel verwij-
deren.
• Verwijder nooit delen die voor de veiligheid dienen.
• Vul nooit benzine bij als de motor nog heet is of
loopt.
www.scheppach.com