Leeg de grasvangkorf
De vangkorf (16) beschikt over een aanduiding voor
het vulpeil (afb. 16). Deze wordt geopend door de
luchtstroom die de maaier in bedrijf produceert. Als
de klep (afb. 16) dichtvalt tijdens het maaien, is de
vangkorf (16) vol en moet worden geleegd. Voor een
optimale functie van de vulniveau-aanduiding moeten
de gaten onder de kleppen altijd schoon en doorla-
tend zijn.
Zodra er tijdens het maaien grasresten blijven liggen
of de klep niet meer opent, moet de vangkorf worden
geleegd.
m WAARSCHUWING
Voor het verwijderen van de vangkorf de motor
uitschakelen en de stilstand van het snijgereed-
schap afwachten.
Voor het verwijderen van de vangkorf (16) met een
hand de uitwerpklep (15) optillen, met de andere
hand de vangkorf (16) er aan de handgreep uitnemen
(afb. 16). Overeenkomstig het veiligheidsvoorschrift
valt de uitwerpklep (15) bij het uithangen van de vang-
korf dicht en sluit de achterste uitwerpopeningen af.
Als er daarbij grasresten in de opening blijven han-
gen, dan is het voor het makkelijker starten van de
motor doelmatig om de grasmaaier ongeveer 1 m
terug te trekken. Resten snijgoed in de maaierbehui-
zing en op het werkgereedschap niet met de hand of
met de voeten verwijderen, maar met geschikte hulp-
middelen, bijv. borstels of een veger.
Om een goede verzameling te garanderen, moeten
de vangkorf (16) en in het specifiek de binnenkant van
het luchtrooster na gebruik worden gereinigd.
Vangkorf (16) alleen bij een uitgeschakelde motor en
stilstaand snijgereedschap inhangen.
Uitwerpklep (15) met één hand optillen en de met de
andere hand de vangkorf (16) op de handgreep en
van boven inhangen. (Afb. 9)
Na het maaien
• De motor altijd eerst laten afkoelen, voordat men de
grasmaaier in een gesloten ruimte plaatst. Verwij-
der gras, gebladerte. Voor opslag smeren en oliën.
Geen andere voorwerpen op de maaier bewaren.
• Controleer voor hernieuwd gebruik alle schroeven
en moeren. Losgekomen schroeven moeten wor-
den aangehaald.
• Leeg de grasvangkorf (16) voor het hernieuwde ge-
bruik.
• Verwijder de voedingsstekker om ongewenst ge-
bruik te voorkomen.
• Let erop dat de maaier niet naast een gevarenbron
wordt geplaatst. Het uittreden van gas kan leiden
tot explosies.
• Er mogen alleen originele onderdelen of door de fa-
brikant goedgekeurde onderdelen worden gebruikt
bij reparaties (zie adres van de garantie-oorkonde).
• Bij het langdurige niet gebruik van de maaier, moet
de benzinetank worden geleegd met een afzuig-
pomp voor benzine.
• Het apparaat oliën en onderhouden.
9. Onderhoud en reiniging
• Regelmatig, zorgvuldig onderhoud is noodzakelijk
om het veiligheidsniveau en het vermogen van het
apparaat ongewijzigd te garanderen.
• Zorg dat alle moeren, bouten en schroeven zijn
vastgedraaid om er zeker van te zijn dat het appa-
raat zich in een veilige werktoestand bevindt.
• Controleer regelmatig de grasvanginrichting op slij-
tage of verlies van de functies. Reinig de grasvang-
korf regelmatig met water en laat deze goed drogen.
• Vervang vanwege veiligheidsredenen versleten of
beschadigde onderdelen.
• Bij een langdurige opslag of onderhoud de brand-
stoftank legen. Dit moet in de open lucht gebeuren
met een afzuigpomp voor benzine (verkrijgbaar in
bouwmarkten).
m WAARSCHUWING
Werk nooit bij een lopende motor aan stroomgelei-
dende delen van de ontstekingsinstallatie en raak
deze delen niet aan. Trek voorafgaand aan alle on-
derhouds- of verzorgingswerkzaamheden de voe-
dingsstekker uit de bougie. Voer nooit werkzaamhe-
den uit aan een lopend apparaat. Werkzaamheden
die in deze gebruikshandleiding niet zijn beschreven,
mogen alleen worden uitgevoerd door een gespeci-
aliseerde werkplaats. Let op de bewegende mesmo-
dules.
Reiniging
Na elk gebruik moet de maaier grondig worden gerei-
nigd. Vooral de onderzijde en de mesopname.
m Let op!
Koppel om veiligheidsredenen de bougiekabel los
voordat u deze schoonmaakt.
Het is het beste om de maaier naar achteren te kante-
len. De bougie moet naar boven wijzen om te voorko-
men dat motorolie in het inlaatsysteem komt of eruit
lekt.
Je kunt het apparaat ook kantelen, maar zorg ervoor
dat het luchtfilter aan de bovenkant zit.
Opmerking: Voordat u de grasmaaier kantelt, leegt u
de brandstoftank volledig met een afzuigpomp voor
benzine.
De grasmaaier mag niet meer dan 90 graden worden
gekanteld.
Het is het makkelijkst om vuil en gras direct na maai-
en te verwijderen.
Gedroogde grasresten en vuil kunnen een negatief
effect op hebben op het maaivermogen. Controleer
of het grasuitwerpkanaal vrij is van grasresten en ver-
wijder deze indien nodig.
www.scheppach.com
NL | 71