Functie Interlink
De instelling van de parameter [Functie Interlink] = Aan maakt het
mogelijk dat de Daikin Altherma EHS(X/H) twee verschillende aan-
voerstreeftemperaturen in de regeling opneemt.
Dat geldt zowel voor een weersafhankelijke regeling als bij de rege-
ling aan de hand van een vaste aanvoerstreeftemperatuur (zie
4.5).
Een mogelijke toepassing is bijv. de aanvullende integratie van een
HP convector in een oppervlakteverwarmings- en koelsysteem.
Voorwaarde: Op stekkeraansluiting J16 van de Daikin Altherma
EHS(X/H) zijn 2 schakelcontacten (bijv. kamerthermostaten) aange-
sloten.
▪ Parameter [Functie Interlink] = Uit: gedeactiveerd
▪ Parameter [Functie Interlink] = Aan: analyse van de schakelcon-
tacten verwarmen en koelen aan de stekkeraansluiting J16 op de
schakelprintplaat RoCon BM2C. Activeren van de koelwerking al-
leen door omschakelen in de modus [Koelen] (zie
stelling van de parameter [Kamerthermostaat] wordt niet meer ge-
analyseerd.
▪ Open schakelcontacten: alleen vorstbescherming actief
▪ Modus [Verwarmen] of [Automatisch 1] / [Automatisch 2] tijdens
de schakelcycli bij dagwerking actief.
▪ Gesloten schakelcontact Verwarmen = IL1
▪ Er wordt naar de normale aanvoerstreeftemperatuur aan de
hand van de parameterinstellingen voor [Verwarmen] geregeld.
▪ Gesloten schakelcontact Koelen = IL2
▪ Er wordt naar de hogere aanvoerstreeftemperatuur geregeld
(normale aanvoerstreeftemperatuur + waarde van de parameter
[Interlink temperatuurstijging]). Prioriteit, indien beide schakel-
contacten gesloten zijn!
▪ Modus [Koelen] actief.
▪ Gesloten schakelcontact Verwarmen = IL1
▪ Er wordt naar de normale aanvoerstreeftemperatuur aan de
hand van de parameterinstellingen op niveau [Config. verwar-
ming] > [Koelen] geregeld.
▪ Gesloten schakelcontact Koelen = IL2
▪ Er wordt naar de lagere aanvoerstreeftemperatuur geregeld
(normale aanvoerstreeftemperatuur - waarde van de parameter
[Interlink temperatuurverlaging]). Prioriteit, indien beide schakel-
contacten gesloten zijn!
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden bij dit menu
staat in
Hfst.
7.5.
4.4.5
Intelligent boilermanagement
[→ Hoofdmenu → Instellingen → ISM]
Bij voldoende hoge boilertemperaturen kan de energie in de boiler
voor kamergebruik worden toegepast. Dat kan ofwel het comfort ver-
hogen (functie [Continue verwarming]) of het mogelijk maken om
energie vanuit eene externe warmtebron als bijv. een zonnesysteem
dan te gebruiken als er verwarmingsbehoefte is (functie [Verwar-
mingsondersteuning (HZU)]).
Continue verwarming
De functie maakt het continue verwarmen ook tijdens het ontdooien
van de verdamper mogelijk. Daarmee kan een hoog comfort ook bij
snel reagerende verwarmingssystemen (bijv. convectoren) gegaran-
deerd worden.
Verwarmingsondersteuning (HZU)
Als de verwarmingsondersteuningsfunctie (parameter [Verwarmings-
ondersteuning (HZU)] = Aan) wordt geactiveerd, wordt de energie
met geïntegreerde boiler van de Daikin Altherma EHS(X/H) gebruikt
om de verwarmingsfunctie over te nemen. Als de boilertemperatuur
hoog genoeg is, blijft de brander buiten werking.
Daikin RoCon+ HP
Daikin Regeling RoCon+ HP
008.1444299_01 – 09/2018 – NL
De minimum waarde (T
tueel actieve streefwaarde van het warme water [Temperatuur warm
water set] + parameter [HZU hysteresis].
Inschakelvoorwaarde:
Tdhw > T
Hfst.
water set] + 1 K
Als aan de inschakelvoorwaarde is voldaan, wordt aan de boiler
warmte onttrokken en daarmee het verwarmingssysteem verzorgd.
Uitschakelvoorwaarde:
Tdhw < T
Hfst.
4.5.3)
Als aan de uitschakelvoorwaarde is voldaan, wordt de verwarmings-
ondersteuning vanuit de warmwaterboiler ingesteld en de brander
neemt het verwarmen over.
De parameter [Power BIV] beperkt het vermogen dat maximaal mag
worden afgenomen. De parameter [HZU max temperatuur] beperkt
Hfst.
4.1). In-
de maximum temperatuur die in het verwarmingssysteem terecht
mag komen.
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden bij de para-
meters dit menu staat in
4.4.6
[→ Hoofdmenu → Instellingen → Speciaal]
Speciale functies hebben invloed op de vermogensopname van de
warmtepomp. Stille modus betekent bijvoorbeeld dat het warmte-
pomp buitenunit met gereduceerd vermogen werkt. Daardoor wor-
den de bedrijfsgeluiden, die door het waterpomp buitenunit worden
veroorzaakt, gereduceerd.
Stille modus
VOORZICHTIG
Bij een geactiveerde stille modus neemt het vermogen
voor de kamerverwaming of -koeling dusdanig af, dat evt.
de vooraf ingestelde streeftemperaturen niet meer kunnen
worden bereikt.
▪ Bij buitentemperaturen onder het vriespunt bestaat ge-
Bij een geactiveerde functie werkt de warmtepomp in de stille mo-
dus. Met de parameter [Geluidsniveau] kunnen hierbij drie geluidsni-
veaus geselecteerd worden.
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden bij dit menu
staat in
Hfst.
4.5
[→ Hoofdmenu → Configuratie]
In dit menu kan de bedrijfskarakteristiek van de installatie optimaal
op de systeemopbouw en de behoefte van de gebruikers worden
aangepast. Extra programma´s maken de inbedrijfstelling eenvoudi-
ger. Aufhankelijk van de autorisatie (gebruiker of installateur) zijn er
verschillende parameters beschikbaar.
4.5.1
[→ Hoofdmenu → Configuratie → Toegang]
Bepaalde functies en parameters in de regeling zijn met toegangs-
rechten beschermd en voor de gebruiker niet zichtbaar. Om toegang
te verkrijgen moet de vakmancode ingevoerd worden.
) wordt als volgt berekend: T
HZUmin
+ 4 K en Tdhw > info-parameter [Temperatuur warm
HZUmin
of Tdhw < parameter [Aanvoertemperatuur set] (zie
HZUmin
Hfst.
7.5.5.
Speciale functies
vaar voor schade aan de installatie door de inwerking
van vorst.
7.5.
Configuratie
Toegangsrechten (vakmancode)
4
Functie
= ac-
HZUmin
Gebruiksaanwijzing
17