Descargar Imprimir esta página

TESY VB 3038 D02 P Instrucciones De Uso Y Almacenamiento página 70

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 15
TECHNISCHE KENMERKEN -FIGUUR 1
II.
NL
Model
VB 3038 D02 P
Warmteaccumulatie,
L
volume -V
Maximale werkdruk
MPa
Warmteverlies bij
W
nullast - S
Energieklasse
Maximale bedrijfs-
°С
temperatuur
Minimale bedrijfs-
°С
temperatuur
III.
BESCHRIJVING VAN de buffer
Beschrijving van de buffer
1.
De buffer bestaat uit een corpus en een beschermende plastic behu-
izing.Het corpus bestaat uit een stalen tank (waterreservoir) en een
mantel (buitenmantel) met daartussen hoogwaardige isolatie van
polyurethaanschuim, waardoor het warmteverlies tot een minimum
wordt beperkt.
De binnentank is vervaardigd van zwart staal. Op de functionele klem-
men zijn in de fabriek diëlektrische bussen gemonteerd. Indien de
leidingen van de hydraulische installatie van koper of van ander metaal
zijn dan dat van de waterreservoir, evenals bij gebruik van connectoren
van messing, zijn geen extra diëlektrische fittingen nodig.
Figuur 2 toont de aansluitpunten van de buffer:
- G ½" Ontluchtingsopenening
A
B - G1½" Hydraulische aansluiting
C - G1½ " Hydraulische aansluiting
D - G1½" Hydraulische aansluiting
E - G1½" Hydraulische aansluiting
F - G1½" Uitgang voor elektrische verwarmer
G - G ½" Uitgang voor temperatuursensor
H - G ½" Uitgang voor temperatuursensor
2.
De levering bestaat uit (Figuur 3)
Aantal
1
Buffervat
1
Instructie
OPGELET!Een verwarmingselement is niet inbegrepen in de
set van het apparaat. Het kan worden gekocht bij de fabrikant
van het buffervat. Indien u een ander verwarmingselement gebruikt,
moet dit geschikt zijn voor gebruik in vaten zonder interne
keramische coating en met ingebouwde oververhittingsbeveiliging.
De technische parameters van het verwarmingselement dienen in
overeenstemming te zijn met de maximale bedrijfstemperatuur en
het volume van het buffervat waarin deze wordt geplaatst.
Installatie en inbedrijfstelling mogen alleen worden uitgevoerd
door gekwalificeerde elektriciens en technici voor de reparatie en
installatie van het buffervat, die hun wettelijke bevoegdheid hebben
verworven op het grondgebied van het land waar de installatie
en inbedrijfstelling van het apparaat worden uitgevoerd en in
overeenstemming met de voorschriften.
Als er niet aan de bovenstaande voorwaarden wordt voldaan, is de
fabrikant niet verantwoordelijk voor garantie en service tijdens en na
de garantieperiode van het apparaat.
IV.
MONTAGE EN AANSLUITING
OPGELET! Een onjuiste installatie en aansluiting van de
buffer kan deze gevaarlijk maken voor de gezondheid en
het leven van de gebruikers en kan voor hen ernstige en
blijvende gevolgen hebben, met inbegrip van, maar niet beperkt
tot lichamelijk letsel en/of dood. Het kan ook schade toebrengen
aan hun eigendom (schade en/of vernietiging), alsook aan dat
van derden die veroorzaakt wordt met inbegrip van (maar niet
beperkt tot) door water, explosie en brand.
Installatie, aansluiting op verwarmings- en koelsystemen
en inbedrijfstelling mogen alleen worden uitgevoerd door
gekwalificeerde elektriciens en technici voor reparatie en
installatie van buffers die hun bevoegdheid hebben verworven
op het grondgebied van het land waar de bufferinstallatie en de
inbedrijfstelling worden uitgevoerd en in overeenstemming met de
voorschriften van dat land.
70
VB 5038 D02 P2
VB 8047 A02 P2
30
48
82
0,6
0,6
0,6
32.1
49.6
53.8
B
C
C
95
95
95
4
4
4
Benaming
1.
Bij montage aan een muur — de buffer wordt opgehangen aan de
bevestigingplaat gemonteerd op de behuizing. Het ophangen gebeurt
VB 10047 A02 P2
op twee haken (min. Ø10 mm) die stevig moeten zijn bevestigd aan de
muur. De haken zijn niet inbegrepen in de ophangset. De constructie
100
van de bevestigingplaat is universeel en maakt een afstand van 220 tot
310 mm tussen de haken mogelijk — figuur 4a.
0,6
Opgelet! Risico van letsel veroorzaakt door het omdraaien van de
61.3
buffer wanneer hij niet goed aan de muur is bevestigd.
C
OPGELET! Om schade aan de gebruiker en (of ) derden in geval van
95
storing van het systeem te voorkomen, is het noodzakelijk om de
buffer te installeren in ruimten wiens vloer waterdicht geïsoleerd is en afvoer
naar het riool heeft.
4
Bij het installeren van de buffer:
Zorg ervoor dat de aansluitklemmen gemakkelijk toegankelijk zijn
voor installatie en inspectie.
Zorg ervoor dat er geen brandbare onderdelen in contact komen
met de buffercomponenten.
Installeer de buffer niet boven een ander toestel dat deze kan
beschadigen (bijvoorbeeld boven een fornuis dat stoom en vet
produceert) of in een ruimte met veel vocht of in een corrosieve
omgeving.
Installeer de buffer niet onder modules/toestels waaruit
vloeistoffen kunnen lekken.
IHYDRAULISCHE INSTALLATIE – FIGUUR 9
V.
1.
Hydraulische aansluitingen.
Aanmerking! De aansluiting van de buffer op de installatie moet
worden verricht volgens een ontwerp dat is opgesteld door een
gekwalificeerde en erkende ontwerper en moet worden uitgevoerd
door bevoegde technische installateurs, in overeenstemming met de
wettelijke vereisten die op het grondgebied van het desbetreffende
land gelden. Het bestaan van ZO EEN ONTWERP is een verplichte
voorwaarde voor de erkenning van de fabrieksgarantie!
Het wordt aanbevolen de buffervaten dicht bij de hoofdwarmtebron
te plaatsen om onnodig warmteverlies in de pijpleiding te voorkomen.
Elementen van de aansluiting zijn:
Inlaat & uitlaat-pijpen;;
1.1.
Opgelet! Risico van schaden veroorzaakt door vervuilde
leidingen.
Vreemde lichamen, zoals lasresten, afdichtingsresten of
vuil in de waterleidingen kunnen schade aan de buffer veroorzaken.
1.2.
Afsluitkraan.
1.3.
1.3. Terugslagklep.
Het type wordt bepaald door een gekwalificeerde ontwerper in
overeenstemming met de technische gegevens van de buffer, met
de installatie die wordt gebouwd, evenals met de lokale en Europese
normen.
1.4.
Veiligheidsklep.
De installatie moet worden beschermd door een naar behoren gekozen
veiligheidsklep bij een druk die niet hoger is dan de maximale werkdruk
dat voor dit systeem bepaald is. De ontlastingsklep moet zo zijn
gemonteerd dat de richting van de pijl op zijn behuizing overeenkomt
met de richting van de waterstroom.
Bij installatie onder andere schema's — een gekwalificeerde ontwerper
berekent en bepaalt het type verplichte veiligheidskleppen.
BELANGRIJK! Tussen de buffer en de veiligheidsklep mag zich
geen afsluiter of ander equipment of geen open expansievat
befinden.
De aanwezigheid van andere (oude) terugslagkleppen kan schade aan
uw buffer veroorzaken en deze moeten worden verwijderd.
Afvoerleiding van de veiligheidsklep.
1.5.
Uit te voeren in overeenstemming met de lokale en Europese
veiligheidsnormen en -voorschriften! Ze moet een voldoende helling
hebben om het water af te voeren. Beide uiteinden moeten openstaan
voor de atmosfeer en beveiligd zijn tegen bevriezing. Neem bij
de installatie van de afvoerleiding veiligheidsmaatregelen tegen
brandwonden wanneer de klep aan het werk is!
1.6.
Het rioleringssysteem
Afvoerkraan.
1.7.
1.8.
Flexibele afvoeraansluiting.
1.9.
Expansievat.
Er is geen volume in de watertank voorzien om de expansie van het
water als gevolg van zijn verwarming op te vangen.

Publicidad

loading

Este manual también es adecuado para:

Vb 5038 d02 p2Vb 8047 a02 p2Vb 10047 a02 p2