beschadigd zijn, ontbreken of
niet correct geplaatst
3.
Gebruik de machine
niet zonder alle toebehoren
gemonteerd te hebben die voor
ieder gebruik voorzien zijn.
4.
De aanwezige
veiligheidsinrichtingen/
microschakelaars niet
uitschakelen, afschakelen,
verwijderen of schenden.
5.
Gebruik het elektrisch
gereedschap indien de
schakelaar hem niet correct
kan in- en uitschakelen. Een
elektrisch gereedschap dat
niet bediend kan worden met
de schakelaar is gevaarlijk en
moet gerepareerd worden.
6.
Overbelast de machine niet
en gebruik geen kleine machine
om zware werken te verrichten;
het gebruik van een machine
met aangepaste afmetingen
zal de risico's beperken en de
kwaliteit van het werk verbeteren.
2.4 ONDERHOUD, STALLING
Regelmatig onderhoud en een
correcte stalling garanderen de
veiligheid van de machine en het
niveau van de performance.
Onderhoud
• Gebruik de machine nooit
als er onderdelen versleten of
beschadigd zijn. De defecte
of beschadigde onderdelen
moeten vervangen en niet
gerepareerd worden.
• De reiniging en het onderhoud
die door de gebruiker moeten
uitgevoerd worden, mogen niet
uitgevoerd worden door kinderen
die niet onder toezicht staan.
Het niveau van geluid en
trillingen als aangegeven in
zijn.
NL - 5
deze handleiding, zijn maximale
waarden voor het gebruik van
de machine. Alle geschikte
voorzorgsmaatregelen moeten
getroffen worden om mogelijke
schade te voorkomen te wijten
aan overdreven lawaai en aan
de trillingen; gebruik de machine
aan een constante snelheid,
houd de handgreep stevig vast
met geschikte kracht, gebruik
de machine aan het laagst
mogelijk toerental voor het werk
dat moet uitgevoerd worden,
draag gehoorbescherming,
neem frequente en geschikte
pauzes tijdens het werk.
Stalling
• Laat geen houders met
restmateriaal in een gesloten
ruimte, om het risico op
brand te voorkomen.
2.5 ACCU / ACCULADER
BELANGRIJK De hierna
volgende veiligheidsnormen
vervolledigen de
veiligheidsvoorschriften
aangegeven in de specifieke
handleiding van de accu en
van de acculader die bij de
machine geleverd worden.
• Gebruik voor het laden van de
accu enkel de door de fabrikant
aanbevolen acculaders. Een niet
geschikte acculader kan leiden
tot elektroshock, oververhitting
of lekken van de corrosieve
vloeistof van de accu.
• Gebruik enkel de specifieke
accu's die voor uw toestel
voorzien zijn. Het gebruik van
andere accu's kan leiden tot
letsels en risico op brand.
• Verzeker u ervan dat het toestel
uitgeschakeld is vooraleer er