Door drukken op de snelhedenknop
(Afb. 8.B) regelt u de kracht van
de luchtdruk en lichten de 3
bijbehorende leds op (Afb. 8.D).
Wanneer u de werkzaamheden
onderbreekt (zonder de machine
uit te schakelen), worden deze bij
opnieuw inschakelen voortgezet
met de eerder ingestelde snelheid.
Gedoofde leds: het elektrisch
circuit is volledig uitgeschakeld.
BELANGRIJK Plaats tijdens
de verplaatsingen nooit de vinger
op de knop om te vermijden de
machine onbedoeld in te schakelen.
Het icoontje "Let op" (Afb. 8.E)
licht op in geval van storing in
de machine (raadpleeg de tabel
Identificatie problemen, par. 13).
5.2 HENDEL VERSNELLING
Met behulp van de versnellingshendel (Afb.
8.F) kunt u de machine opstarten/afschakelen
en tegelijkertijd de fan in-/uitschakelen.
Voor het opstarten:
– druk de versnellingshendel in.
De machine stopt automatisch wanneer de
versnellingshendel losgelaten worden.
6. GEBRUIK VAN DE MACHINE
BELANGRIJK De in acht te nemen
veiligheidsnormen worden beschreven in
hst. 2. Neem deze aanwijzingen strikt in acht
om geen ernstige risico's of gevaren te lopen.
6.1 VOORAFGAANDE WERKZAAMHEDEN
Alvorens te beginnen met werken dienen er
enkele controles en handelingen uitgevoerd te
worden om er zeker van te zijn dat het werk op
de meest nuttige en veilige manier zal verlopen.
6.1.1 Controle van de accu
De machine wordt zonder accu geleverd.
Koop een accu met een geschikt vermogen
voor de werkbehoeften en laad deze
volledig op, volgens de aanwijzingen
in de handleiding van de accu.
De lijst van de voor deze machine
gehomologeerde accu's bevindt zich in
de tabel 'Technische Gegevens'.
• Voor eender welk gebruik:
– de status van de accu controleren
volgens de aanwijzingen in de
handleiding van de accu.
6.1.2 Gebruik van het draagstel
(indien voorzien)
Het draagstel moet aangedaan worden
vooraleer de machine vast te haken met de
specifieke koppeling (Afb. 4.A, 4.C) en de
riemen moeten geregeld worden volgens
de lichaamsbouw van de gebruiker .
De riem (Afb. 9.A) moet over de
rechter of linker schouder worden
geslagen en langs de zijde lopen.
Nooit het draagstel dwars over
de schouder dragen maar altijd over
één schouder, zodat u de machine
bij gevaar snel uit de buurt van
uw lichaam kunt verwijderen.
6.1.3 Gebruik van de accuhouder
(indien voorzien)
1. Plaats de accu in een van de zittingen
van de accuhouder (Afb. 6) en duw
aan tot u een "klik" hoort die aangeeft
dat de accu op zijn positie vast zit en
het elektrisch contact verzekerd is;
2. Sluit de kabel aan op de houder in de
specifieke aansluiting (Afb. 7.A) en
draai tot u een "klik" hoort die aangeeft
dat de accu op zijn positie vast zit en
het elektrisch contact verzekerd is;
3. regel de bretellen en sluit het
draagstel vooraan (Afb. 10).
6.2 VEILIGHEIDSCONTROLES
Voer de volgende veiligheidscontroles uit en
controleer of de resultaten overeenstemmen
met wat aangegeven is in de tabellen.
Voer steeds de veiligheidscontroles
uit vooraleer de machine te gebruiken.
NL - 10