1.0
BESCHRIJVING EN TECHNISCHE KENMERKEN
1.1
BESCHRIJVING
De installatie bestaat uit een moderne gelijkstroomgenerator voor
het lassen van metalen met toepassing van een inverter. Dankzij
dit technologische snufje kunnen compacte en lichtgewicht gene-
rators met een hoog prestatievermogen gebouwd worden. De mo-
g e l i j k h e i d t o t a f s t e l l e n , h e t h o g e r e n d e m e n t e n l a g e
energieverbruik zorgen voor optimale resultaten bij het lassen met
beklede elektrode en GTAW (TIG) laswerk.
Naast deze kenmerken heeft het model de functie VRD. VRD is
een afkorting van "Voltage Reduction Device" (spanningsreduc-
tie-apparaat). Het VRD is een risicoverlagende voorziening van
het lasapparaat, die het risico op elektrische schokken vanuit het
secundaire lascircuit aanzienlijk verlaagt. Het VRD schakelt de
lasvoeding uit en levert binnen 0,01 seconde een laagspanning
aan de lasterminals als de weerstand tussen de lasterminals gro-
ter is dan 35 Ohm (lassen gestopt).
Het VRD schakelt de lasvoeding in wanneer het apparaat waar-
neemt dat de weerstand tussen de lasterminals lager is dan 35
Ohm (contact van de elektrode).
Het VRD verlaagt de spanning van het secundaire circuit tussen
de terminals (lager dan 15 Volt) automatisch gedurende de perio-
de dat het apparaat niet werkt.
2.0
TECHNISCHE KENMERKEN - TYPEPLAATJE
Eenfasespanning
Frequentie
Werkelijk verbruik
Maximaal verbruik
SECONDAIR
Spanning bij leegloop
Spanning bij leegloop VRD
Lasstroom
Bedrijfscyclus 40%
Bedrijfscyclus 60%
Bedrijfscyclus 100%
Beschermingsgraad
Isolatieklasse
Gewicht
Afmetingen
Normen
De machine kan worden aangesloten op een elektriciteitsgenera-
tor die voldoet aan de gegevens op het typeplaatje en die de vol-
gende kenmerken heeft:
- Uitvoerspanning tussen de 185 en 275 VAC.
- Frequentie tussen 50 en 60 Hz.
BELANGRIJK: CONTROLEER OF DE STROOMBRON MET
BOVENGENOEMDE VOORSCHRIFTEN OVEREENKOMT.
OVERSCHRIJDEN VAN DE AANGEGEVEN SPANNING KAN
SCHADE AAN HET LASAPPARAAT VEROORZAKEN EN DE
GARANTIE DOEN VERVALLEN.
2.1
ACCESSOIRES
Raadpleeg de plaatselijke vertegenwoordigers of de leverancier.
2.2
DUTY CYCLE
De duty cycle betreft de 10 minuten die het lasapparaat kan las-
sen met de nominale stroomwaarde, bij een omgevingstempera-
tuur van 40°C, zonder dat de thermosstatische beveiliging
BESCHRIJVING EN TECHNISCHE KENMERKEN
PRIMAIR
MMA
TIG
230 V
50 Hz / 60 Hz
16 A
11 A
21 A
14 A
75,0 V
14 V
5A ÷ 160 A
160 A
150 A
160 A
130 A
IP 23S
H
Kg 9
mm 200 x 365 x 475
EN 60974.1 / EN 60974.10
ingrijpt. Mocht deze ingrijpen, dan is het raadzaam minstens 15
minuten te wachten zodat het lasapparaat kan afkoelen, en de
stroom of de duty cycle verder te verlagen alvorens opnieuw te
lassen (zie pag. III).
2.3
KROMME VOLT - AMPÈRE
ALVORENS DE STEKKER IN HET STOP-
CONTACT TE STEKEN, EERST CONTRO-
L E R E N
OVEREENKOMT MET DE GEWENSTE
VOEDING, TENEINDE SCHADE AAN DE
GENERATOR TE VOORKOMEN.
De Voltampère krommen geven de maximale stroom- en span-
ningswaarden weer die het lasapparaat kan leveren (zie pag. III).
3.0
INSTALLATIE
BELANGRIJK: ALVORENS DE UITRUSTING AAN TE SLUIT-
EN, KLAAR TE MAKEN OF TE GEBRUIKEN EERST AAN-
DACHTIG DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN DOORLEZEN.
3.1
AANSLUITEN VAN HET LASAPPARAAT OP HET
VOEDINGSNET.
UITSCHAKELEN VAN HET LASAPPARAAT TIJDENS HET
LASSEN KAN ERNSTIGE SCHADE AAN HET APPARAAT
VEROORZAKEN.
Controleer of het stopcontact uitgerust is met de zekering ver-
meld staat in de technische tabel op de generator. Alle generato-
ruitvoeringen hebben de mogelijkheid tot compensatie van
variaties in het elektriciteitsnet. Een variatie van ±15% betekent
een variatie in de lasstroom van ± 0,2%.
KEUZESCHAKELAAR AAN/UIT:
Deze schakelaar heeft twee standen
I = AAN - O = UIT
3.2
VERPLAATSEN EN VERVOEREN VAN DE GENERATOR
NG VAN DE OPERATOR: HELM - HANDSCHOENEN - VEILIG-
HEIDSSCHOENEN
HET LASAPPARAAT WEEGT NIET MEER DAN 25 KG. EN
KAN DOOR DE OPERATOR OPGETILD WORDEN. LEES
ONDERSTAANDE VOORSCHRIFTEN AANDACHTIG DOOR.
Het lasapparaat is zodanig ontworpen dat het opgetild en ver-
voerd kan worden. Het vervoer is heel eenvoudig, maar er moet
met het volgende rekening worden gehouden:
1.
Voor het optillen en verplaatsen van de generator is er een
handgreep aangebracht.
2.
Onderbreek de stroomtoevoer naar de generator en alle ac-
cessoires, alvorens hem op te tillen en te verplaatsen.
3.
De apparatuur mag niet opgetild, gesleept of getrokken wor-
den met behulp van de las- of voedingskabel.
3.3
AANSLUITING KLAARMAKEN UITRUSTING VOOR
HET LASSEN MET BEKLEDE ELEKTRODE
• SCHAKEL HET LASAPPARAAT UIT ALVORENS DE AAN-
SLUITINGEN UIT TE VOEREN.
Sluit de lasaccessoires zorgvuldig aan ter voorkoming van kracht-
verlies of lekkage van gevaarlijke gassen. Volg zorgvuldig de vei-
ligheidsvoorschriften.
1.
Bevestig de gewenste elektrode op de elektrodentang.
2.
Sluit de connector van de massakabel aan op de minklem (-
) en de tang nabij het punt waar gelast moet worden.
3.
Sluit de connector van de elektrodentang aan op de plusklem (+).
4.
De op deze manier aangesloten connectoren brengen rechte pola-
riteit teweeg; voor omgekeerde polariteit, de aansluiting omkeren.
5.
Stel de functie van het lasapparaat in op de elektrodemodus (deel 8).
2 NL
NL
O F
D E
L I J N S P A N N I N G