werking. Voer hiervoor de volgende controles
uit:
Controleer of de slang
,
gescheurd of poreus zijn.
36
39
Controleer het reservoir
draagriem
op zichtbare beschadigingen.
30
Controleer of de wartelmoeren
het drukregelventiel
22
stevig vastzitten.
24 25 26
Controleer of de deksels
voir en de luchtkamer goed zijn gesloten.
Doe een sproeitest met schoon water en con-
troleer de tank, de slang, het spuit-slot en de
sproeiers op mogelijke lekkages.
Controleer of de filterzeef
het handvat
niet verstopt zijn. De filterzeef
19
en het filter aan het handvat
31
doeld om vaste deeltjes eruit te filteren.
Ingebruikname
geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
door het dragen van oogbescherming, adembe-
scherming, geschikte beschermende kleding,
waterdichte handschoenen en laarzen tegen ge-
vaarlijke stoffen. Mengen en bijvullen alleen in de
open lucht of in goed geventileerde broeikassen.
Spuitlans monteren (afb. B-E)
Zet de conische sproeier
, dubbele conische sproeier
24
gaats-sproeier
op het drukregelventiel
26
en schroef deze met de klok mee vast.
Bevestig het drukregelventiel
telmoer
van de spuitlans
21
wartelmoer
vast.
21
Steek de spuitlans
20
bevestig deze met de wartelmoer
Sluit de slang
aan op het handvat
13
zet de wartelmoer
14
Zet de wartelmoer
12
Schroef het deksel van de luchtkamer
aan de aanslag vast.
50 NL/BE
en de dichtringen
13
, de slang
en de
3
13
,
12 14 16 21
en de sproeiers
23
van het reser-
1 11
en het filter aan
31
zijn be-
19
Bescherm uzelf met
, waaier-sproeier
23
of vier-
25
22
aan de war-
22
. Draai de
20
in het handvat
en
15
.
16
en
15
vast.
met de klok mee vast.
tot
11
Bevestig de riemclip
aan de houder
27
Stel de lengte van de draagriem
hulp van de riemgespen
29
beschermer
in een voor u aangename
28
positie.
Opmerking: stel de riemgespen
dat het gewicht van de drukspuit gelijkmatig
wordt verdeeld.
Opmerking: draag het product zo dicht
mogelijk tegen het lichaam aan en parallel
t.o.v. de wervelkolom.
Tank van de drukspuit vullen
(afb. F)
Voer het mengen van
het sproeimiddel en het vullen van de spuit al-
leen uit in de open lucht of in een goed ge-
ventileerde broeikas.
Controleer de toegestane hoeveelheid tijdens
het bijvullen van vloeistof in de drukspuit.
Opmerking: controleer voor het gebruik of
het product zich in een feilloze toestand be-
vindt.
Steek de spuitlans
op de spuitlans-houder
20
(zie afb. I).
9
Schroef het deksel van het reservoir
de klok in open en haal het eraf.
Vul vervolgens de tank door de geprepareerde
vloeistof langzaam door de filterzeef
gieten. De filterzeef
dient ervoor om vaste
31
substanties eruit te filteren.
Opmerking: vul de tank slechts met zoveel
vloeistof als u voor het gebruik nodig hebt
(niet meer dan max. 16 l).
Let op de veiligheidsinstructies op de etiketten
van het gebruikte pesticide. Let op de aange-
geven maximale concentratie.
Vraag altijd om een veiligheidsdatasheet bij
de fabrikant van het spuitmiddel.
Zet het deksel
weer op het reservoir
1
en schroef het met de klok mee tot aan de
aanslag vast.
.
5
met be-
30
af en zet de riem-
zo af
29
tegen
1
te
31
3