Als er universele draaikoppelingen (klauwkoppelingen) worden gebruikt, moeten er borgpennen worden
geplaatst en slangontkoppelingssloten worden gebruikt om mogelijke aansluitfouten van de slang-slang
en slang-implementaansluiting te voorkomen.
Zorg dat de maximale druk die op de machine staat aangegeven niet wordt overschreden.
Draag luchtaangedreven machines nooit aan de slang.
3. Voor de inbedrijfstelling
3.1 Oliesmering
Smeer het luchtgereedschap voor elke inbedrijf-
stelling.
Doe 3-5 druppels speciale persluchtolie in de
plugnippel 1 . Dit is genoeg voor 15 minuten
continu gebruik.
OPMERKING: Regelmatige smering voorkomt
wrijving en corrosieschade. Wij raden speciale per-
sluchtolie aan, bijvoorbeeld van GÜDE, Metabo,
E-COLL of Einhell.
OPMERKING: Je kunt voor de smering ook een
zogeheten nevel- of persluchtsmeringsapparaat of
een persluchtonderhoudseenheid gebruiken. Deze
garanderen een regelmatige smering.
50
NL/BE
3.2 Aansluiting op een persluchtbron
De machine mag alleen worden gebruikt met ge-
reinigde, met olie besproeide perslucht.
De persluchtleiding mag geen condens bevatten.
De maximale werkdruk van 6,3 bar mag niet
worden overschreden.
Zorg ervoor dat de werkdruk niet lager is dan 6,3
bar. De machine is alleen ontworpen voor deze
werkdruk.
De compressor moet worden uitgerust met een
drukregelaar om de werkdruk te regelen.
Sluit de plugnippel 1 aan op de toevoerslang
van een compressor.
1