4
Instellingen aan de machine
4.1
Zaagbladwissel
Vóór een wissel van het zaagblad in
ieder geval de netsteker trekken.
Geen zaagbladen aanbrengen die
scheuren vertonen of op andere
manier zijn beschadigd.
Uitsluitend zaagbladen met een
doorsnede tussen 240 en 250 mm
opspannen.
Geen HSS-zaagbladen of zulke
zaagbladen, waarvan de borings-
doorsnede niet 30 mm bedraagt,
gebruiken.
Erop letten dat het op te spannen
zaagblad goed is gescherpt, omdat
dit ook de basisvoorwaarde voor
foutloze zaagsneden is.
Gaat u bij de wissel van het zaagblad op de
volgende manier te werk:
• Netsteker trekken en het zaagblad op een snijh-
oogte van ca. 20 - 25 mm instellen (zie gedeelte
(zie pagina 4.3).
• Vleugelschroef 2 (afb. 2 - pagina 3) aan de
bovenste beschermkap 1 ca. 5 omdraaiingen
naar links draaien. Dan de vleugelschroef indruk-
ken en de beschermkap naar boven lostrekken.
• Machine zijdelings iets omkantelen, zo dat de lin-
ker langszijde goed toegankelijk wordt.
• Arreteerknop 31 (afb. 10 - pagina 4) voor de
onderste zaagbeschermkap indrukken, inbussleu-
tel 32 (SW 6) uit de houder 33 aan de onderste
zaagbeschermkap nemen en de inbusbout 34
door draaien rechtsom losschroeven.
• Voorste zaagbladflens 35 verwijderen en het
zaagblad naar boven eruit nemen.
• Zaagblad inzetten.
• Flens 35 opsteken en inbusbout 34 door draaien
linksom met de inbussleutel vasttrekken.
• Controleren of het zaagblad bij het draaien van
hand foutloos loopt.
• Indien noodzakelijk, splijtwig correct instellen (zie
gedeelte (zie pagina 4.2).
• Inbussleutel 32 lostrekken en in de houder schui-
ven.
• Bovenste beschermkap 1 (afb. 2 - pagina 3) met
gedrukte vleugelschroef horizontaal op de splijt-
wig steken en erop letten dat de vleugelschroef
vast in de boring aan de splijtwig is vastgeklikt, als
men de vleugelschroef loslaat. Vervolgens
beschermkap in de gewenste positie richten en
vleugelschroef 2 weer aantrekken.
4.2
Instellen van de splijtwig
Vóór het instellen van de splijtwig
steeds de netsteker trekken!
De splijtwig voorkomt dat zich bij het langssnijden de
snijvoeg achter het zaagblad sluit en daardoor een
terugslag van het werkstuk ontstaat.
Deze functie is echter enkel dan gewaarborgd, als
de splijtwig correct is ingesteld, d.w.z. zijn afstand
naar de tandkrans van het zaagblad binnen de
gehele snijhoogte max. 5 mm bedraagt (zie afb. 7)
en zijn dikte tussen de snijvoegbreedte en de stam-
bladdikte van het toegepast zaagblad ligt. De mee-
geleverde splijtwig past bij de gebruikelijke hardme-
taal-zaagbladen.
Normaliter, d.w.z. bij gebruik van hardmetalen zaag-
∅
bladen met
250 mm, is een instelling van de
splijtwig, zelfs als het blad is nagescherpt, niet
noodzakelijk. Uitsluitend bij zaagbladen met
mm kan eventueel een bijstellen van de splijtwig
noodzakelijk worden.
Gaat u voor de instelling van de splijtwig op de
volgende manier te werk:
• Zaagblad op maximale snijhoogte instellen (zie
gedeelte 4.3).
• Bovenste beschermkap verwijderen (zie gedeelte
4.1).
• Zaagaggregaat in middenstand (tafelcirkelzaag-
functie) brengen (zie gedeelte 3.9).
• Zaagaggregaat op 45 ° schuin zetten (zie gede-
elte 4.4).
• De beide inbusbouten 37 (afb. 7 - pagina 4) los-
maken en de splijtwig 3 in overeenstemming met
afb. 7 met betrekking tot de afstand naar de tand-
krans en in hoogte instellen.
• Inbusbouten 37 goed vasttrekken.
-87-
∅
240