+
Tip
Donker onderwerp tegen een lichte achter-
grond: positieve correctiewaarde.
Licht onderwerp tegen donkere achtergrond:
negatieve correctiewaarde.
Een belichtingscorrectie door veranderen van
de diafragmaopening van het objectief is niet
mogelijk, omdat de belichtingsautomatiek
van de camera het veranderde diafragma
weer als werkdiafragma ziet. Bij het instellen
van een correctiewaarde kan de aanduiding
van de reikwijdte in het display veranderen
x
en aan de correctiewaarde worden aange-
past (hangt af van het type camera)!
Het instellen
TTL
• Druk zo vaak op de sensortoets
-7,9 m
0,7
het keuzemenu voor een correctiewaarde
m
Z
F4.0
35
verschijnt.
OOM
m
EV
INFO
-1 1/3
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
-1
toetsen
-2/3
waarde in.
• Druk in het aanraakscherm op de uitge-
kozen correctiewaarde, bijv
TTL
De instelling treedt onmiddellijk in werking.
-7,9 m
Een met de hand in te stellen correctie-
0,7
waarde voor de flitsbelichting in de TTL-flits-
m
Z
F4.0
35
OOM
m
functies kan alleen dan worden uitgevoerd
EV
INFO
-1
110
EV
, dat
en stel een correctie-
-1
.
als de camera de instelling van een correctie-
waarde op de flitser ondersteunt (zie de
gebruiksaanwijzing van uw camera)!
Wanneer de camera deze functie niet onder-
steunt werkt de op de flitser ingestelde cor-
rectie niet.
Bij sommige cameramodellen moet de cor-
rectiewaarde op de flitsbelichting op de
camera zelf worden ingesteld, In het display
van de flitser wordt dan geen correctie-
waarde aangegeven.
+
Vergeet niet de met de hand ingestelde cor-
rectie op de flitsbelichting na de opname op
de camera uit te schakelen!
Opgelet: Sterk reflecterende onderwerpen in
het onderwerp kunnen de belichtingsauto-
matiek van de camera storen. De opname
wordt dan onderbelicht. Verwijder sterk
reflecterende objecten uit het onderwerp of
stel een positieve correctiewaarde in.