De schoudergordels worden bij gebruik van de vijfpuntsgordel zonder kussen bevestigd
(afb. 33a) met een riem die om de rugleuning (afb. 33b) wordt gelegd. Bij gebruik van de vijf-
puntsgordel met kussen worden de schoudergordels op de gewenste hoogte door het kussen
gestoken (afb. 34a) en aan de achterkant van het kussen (afb. 34b) vastgeschroefd. De lengte
van de schoudergordels kan worden ingesteld met twee stelgespen boven het gordelslot.
De bekkengordel loopt voor de rugbekleding langs en wordt door de beide gordelogen (afb. 35)
onder aan de rugleuning getrokken. De lengte van de bekkengordel wordt ingesteld met behulp
van het gordelslot.
De middengordel zorgt ervoor dat de bekkengordel op zijn plaats blijft zitten. De middengordel
wordt vastgemaakt aan de daarvoor bedoelde lus op de zitting (afb. 36). De lengte van de gordel
kan worden ingesteld met de gesp.
Aanwijzing!
De middengordel en de bekkengordel hoeven voor het invouwen van de kinderbuggy niet
verwijderd te worden.
35
37
36
38
167