1 Koelerdeksel
2 Aflaatschroef
Koelerdeksel afschroeven.
Koeler langzaam helemaal tot boven zonder luchtbel-
len vullen.
Koelerdeksel opschroeven.
Koelwaterexpansievat navullen:
Deksel van het expansievat nemen.
Expansievat tot de onderste streep vullen.
Deksel van het expansievat sluiten.
Motor starten en laten warmdraaien.
Controleer het vulniveau in het koelmiddel-compensa-
tievat.
Bij een warme motor moet het koelwaterpeil bij de bo-
venste streep staan.
Bij een te laag koelwaterpeil de motor uitzetten, laten
afkoelen en ontbrekende koelvloeistof in het expansie-
vat gieten.
10.5.15 Brandstoffilter controleren
1 Afsluitkraan
2 Brandstoffilter
Garanderen dat de afsluitkraan open is.
10.5.16 Brandstoffilter vervangen
Gevaar
Explosiegevaar!
– Onderhoud niet in gesloten ruimtes doen.
– Roken en open vuur is verboden.
174
1 Afsluitkraan
2 Filterelement
3 O-ring
4 Filterbeker
5 Wartelmoer
Afsluitkraan sluiten.
Opvangbak onder de brandstoffilter houden.
Wartelmoer losdraaien.
Filterinzet eruit nemen.
Binnenkant van de bak reinigen.
Nieuwe filterinzet plaatsen.
0-ring controleren. Indien nodig vervangen.
Brandstoffilter opnieuw monteren.
Afsluitkraan openen.
Brandstofsysteem ontluchten.
10.5.17 Waterafscheider controleren
1 Wartelmoer
2 Container
3 Afsluitkraan
4 Draadfilter
5 Vlotter
6 Veer
Garanderen dat de afsluitkraan open is.
Controleren of de vlotter zich op de bodem van de wa-
terafscheider bevindt.
Indien de vlotter niet op de bodem ligt, bevindt er zich
water in de waterafscheider en moet de waterafschei-
der gereinigd worden.
27
-
NL