De resterende acculading controleren
Alleen voor accu's met indicatorlampjes
Fig.11: 1. ,QGLFDWRUODPSMHV 2. Testknop
Druk op de testknop op de accu om de resterende
DFFXODGLQJ WH ]LHQ 'H LQGLFDWRUODPSMHV EUDQGHQ JHGX-
rende enkele seconden.
Indicatorlampjes
Brandt
Uit
OPMERKING: $IKDQNHOLMN YDQ GH JHEUXLNVRPVWDQ-
digheden en de omgevingstemperatuur, is het moge-
OLMN GDW GH DDQJHJHYHQ DFFXODGLQJ YHUVFKLOW YDQ GH
ZHUNHOLMNH DFFXODGLQJ
Automatische toerentalwisselfunctie
Fig.12: 1. )XQFWLHLQGLFDWRUODPSMH
Status van functie-indicator
Aan
Dit gereedschap heeft een "hoog-toerentalfunctie" en
HHQ KRRJNRSSHOIXQFWLH 'H EHGULMIVIXQFWLH ZRUGW DXWR-
matisch veranderd aan de hand van de werkbelasting.
:DQQHHU WLMGHQV JHEUXLN KHW IXQFWLHLQGLFDWRUODPSMH JDDW
branden, staat het gereedschap in de hoog-koppelfunctie.
Beschermkap
Fig.13: 1. Beschermkap
Wanneer het handvat omlaag wordt gebracht, gaat de bescherm-
NDS DXWRPDWLVFK RPKRRJ 'H EHVFKHUPNDS LV YHHUEHODVW ]RGDW ]LM
QDDU KDDU RRUVSURQNHOLMNH SRVLWLH WHUXJNHHUW ZDQQHHU KHW ]DJHQ
voltooid is en het handvat omhoog wordt gebracht.
WAARSCHUWING:
vast en verwijder nooit de beschermkap of de veer
die eraan is bevestigd. Een blootliggend zaagblad als
gevolg van een buiten werking gestelde beschermkap
NDQ WLMGHQV JHEUXLN OHLGHQ WRW HUQVWLJ SHUVRRQOLMN OHWVHO
Resterende
acculading
Knippert
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
Laad de accu
op.
Er kan een
VWRULQJ ]LMQ
opgetreden in
de accu.
Bedieningsfunctie
Uit
Hoog-
toerentalfunctie
Hoog-koppelfunctie
Zet de beschermkap nooit
2PZLOOH YDQ XZ SHUVRRQOLMNH YHLOLJKHLG ]RUJW X HUYRRU
GDW GH EHVFKHUPNDS DOWLMG JRHG ZHUNW ,HGHUH RQUH-
gelmatigheid in de werking van de beschermkap moet
RQPLGGHOOLMN ZRUGHQ JHFRUULJHHUG &RQWUROHHU RI GH YHHU
goed werkt zodat de beschermkap goed terugkeert.
WAARSCHUWING:
schap nooit wanneer de beschermkap of de veer
beschadigd, defect, of verwijderd is. Het gebruik
van het gereedschap met een beschadigde, defecte
RI YHUZLMGHUGH EHVFKHUPNDS NDQ OHLGHQ WRW HUQVWLJ
SHUVRRQOLMN OHWVHO
Als de doorzichtige beschermkap vuil is geworden of er
zaagsel aan kleeft zodat het zaagblad en/of het werkstuk
QLHW PHHU JRHG ]LFKWEDDU LV YHUZLMGHUW X GH DFFX HQ PDDNW
u de beschermkap voorzichtig schoon met een vochtige
doek. Gebruik geen oplosmiddelen of een schoonmaak-
middel op petroleumbasis op de kunststoffen beschermkap
omdat hierdoor de beschermkap kan worden beschadigd.
$OV GH EHVFKHUPNDS ELM]RQGHU YXLO LV HQ X HU QLHW PHHU GRRU-
KHHQ NXQW NLMNHQ YHUZLMGHUW X GH DFFX HQ JHEUXLNW X GH ELMJH-
leverde inbussleutel om de inbusbout los te draaien waarmee
de middenkap is bevestigd. Draai de inbusbout los door deze
linksom te draaien en til de beschermkap en middenkap op.
Met de beschermkap in deze stand kan deze effectiever
en vollediger worden schoongemaakt. Nadat u klaar bent
met het schoonmaken, voert u de bovenstaande procedure
in omgekeerde volgorde uit en draait u de bout weer vast.
9HUZLMGHU GH YHHU YDQ GH EHVFKHUPNDS QLHW $OV GH EHVFKHUP-
kap van kleur is veranderd door ouderdom of blootstelling
aan ultravioletlicht, neemt u contact op met een Makita-
servicecentrum om een nieuwe beschermkap te bestellen. DE
BESCHERMKAP NOOIT VASTZETTEN OF VERWIJDEREN.
Fig.14: 1. Middenkap 2. Inbussleutel
3. Beschermkap
Zaagsnedeplaten
Om scheuren op de uitlaatkant van een snede tot een
minimum te beperken, is dit gereedschap voorzien van
zaagsnedeplaten in het draaibaar voetstuk. De zaags-
QHGHSODWHQ ]LMQ LQ GH IDEULHN ]RGDQLJ DIJHVWHOG GDW KHW
zaagblad niet met de zaagsnedeplaten in aanraking
komt. Stel de zaagsnedeplaten als volgt af alvorens de
zaag in gebruik te nemen:
Fig.15: 1. Zaagsnedeplaat
Fig.16: 1. Linkse schuine snede 2. Rechte snede
3. Rechtse schuine snede 4. Zaagblad
5. Zaagbladtanden 6. Zaagsnedeplaat
9HUZLMGHU HHUVW GH DFFX¶V 'UDDL DOOH VFKURHYHQ ORV
HON DDQ GH OLQNHU HQ UHFKWHUNDQW ZDDUPHH GH ]DDJVQH-
GHSODWHQ ]LMQ EHYHVWLJG WRW GH ]DDJVQHGHSODWHQ JHPDN-
NHOLMN PHW GH KDQG NXQQHQ ZRUGHQ EHZRJHQ %UHQJ
het handvat volledig omlaag en trek en draai daarna
de aanslagpen om het handvat in de onderste positie
te vergrendelen. Laat de aanslagpen op de sledestang
los en trek de slede helemaal naar u toe. Stel de positie
van de zaagsnedeplaten af zodat deze net in aanraking
NRPHQ PHW GH ]LMNDQWHQ YDQ GH ]DDJEODGWDQGHQ 7UHN
GH YRRUVWH VFKURHYHQ DDQ QLHW WH KDUG DDQWUHNNHQ
'XZ GH VOHGH ]R YHU PRJHOLMN QDDU GH JHOHLGHU HQ VWHO
de positie van de zaagsnedeplaten zodanig af dat deze
QHW LQ DDQUDNLQJ NRPHQ PHW GH ]LMNDQWHQ YDQ GH ]DDJ-
bladtanden. Trek de achterste schroeven aan (niet te
KDUG DDQWUHNNHQ
122 NEDERLANDS
Gebruik het gereed-