4. Systemen met 2 verschil-
lende belsignalen
Indien uw huistelefoonsysteem 2
verschillende belsignalen (bijv. voor-
en algemene toegangsdeur) kan
onderscheiden, kunnen de 2 deursig-
nalen met 2 aanstuurkabels doorge-
stuurd worden naar de combi I RF.
Sluit daarvoor de twee aanstuurka-
bels met de 2,5 mm-klinkstekker aan
op de bussen van de draadloze gal-
vanische deurbelzender, leg de
kabels naar de twee deurbellen en
verbind de losse kabeleinden met de
schakelaars van de bellen.
Let op: De aansturing is enkel
geschikt voor de aansluiting van
laagspanningsdeurbellen. De
ingangsspanning moet minstens 3
volt bedragen en mag niet hoger zijn
dan 15 volt. Er kan gelijk- of wissel-
spanning aangesloten worden.
Nooit de dunne kabel aansluiten
op een netspanning van 230 V.
Dit is levensgevaarlijk en ver-
nielt de zender!
Oorzaken voor niet functioneren
- U heeft de bel te kort ingedrukt.
Druk langer op de bel.
- U heeft bij een gelijkstroominstal-
latie de kabels verkeerd aange-
sloten op de plus en de min.
Verwissel de kabels.
- De deurbelspanning van uw sys-
teem is te laag. Neem contact op
met uw installateur, die uw instal-
latie eventueel ombouwt of
gebruik de draadloze akoestische
deurbelzender.
Personenoproepknop
Door het indrukken van de personen-
oproeptknop op de combi I RF wordt
bij iedere ontvanger, die op het-
zelfde kanaal ingesteld is als de zen-
der, een signaal geactiveerd. Daar-
mee kunnen personen in andere
ruimten opgeroepen worden. Boven-
dien kan deze functie ook zonder
aansluiting gebruikt worden voor het
testen van het systeem.
Netvoeding
U kunt de combi I RF ook gebruiken
met de netadapter. Om de netadap-
ter aan te sluiten, steekt u de
stekker aan het uiteinde van de
kabel in de aansluiting aan de link-
erkant van het apparaat. Vervolgens
steekt u de stekker in een normaal
230-V-stopcontact.
Nederlands 29