Het apparaat leren kennen
Op pagina 2 vindt u een typenoverzicht met informatie over
afmetingen.
Het bedieningspaneel
Indicaties
Kookstanden
-
‚
Š
Restwarmte
/
•
œ
Timer
‰‰
Bedieningsvlakken
Hoofdschakelaar
%
0 - 9
Instelbereik
Kookgerei gebruiken
¡
Timer
r
Kookplaat instellen
In dit hoofdstuk leest u hoe u de kookzones kunt instellen. In de
tabel vindt u kookstanden en bereidingstijden voor
verschillende gerechten.
Kookplaat in- en uitschakelen
U schakelt de kookplaat met de hoofdschakelaar in en uit.
Inschakelen: raak het symbool
indicatie boven de hoofdschakelaar is verlicht. De kookplaat is
klaar voor gebruik.
Uitschakelen: raak het symbool
de hoofdschakelaar verdwijnt. Alle kookzones zijn
uitgeschakeld De restwarmte-indicatie blijft aan totdat de
kookzones voldoende zijn afgekoeld.
Aanwijzing: De kookplaat schakelt automatisch uit wanneer
alle kookzones langer dan 20 seconden uitgeschakeld zijn.
Kookzone instellen
In het instelbereik stelt u de gewenste kookstand in.
Kookstand 1 = laagste vermogen
Kookstand 9 = hoogste vermogen
U kunt de kookzone op twee manieren gebruiken:
als normale kookzone: gebruik een geschikte pan. De
■
afmetingen van de pan dienen overeen te komen met de
grootte van de kookzone.
als grill: leg het te grillen product direct op het glaskeramiek.
■
40
aan. Er klinkt een signaal. De
%
%
aan tot de indicatie boven
Aanwijzingen
Wanneer u een symbool aanraakt, wordt de betreffende
■
functie geactiveerd.
Houd de bedieningsvlakken altijd droog. Vocht heeft een
■
nadelige invloed op de werking.
Zorg ervoor dat er geen pannen in de buurt van indicaties en
■
sensoren komen. De elektronica kan oververhit raken.
Restwarmte-indicatie
De kookplaat heeft een restwarmte-indicatie in twee stappen.
Verschijnt er een
•
op het display, dan is de kookzone nog
heet. U kunt bijv.een klein gerecht warmhouden of couverture
smelten. Koelt de kookzone verder af, dan verandert de
indicatie in
. De indicatie verdwijnt wanneer de kookzone
œ
voldoende afgekoeld is.
Aanwijzingen
De grill is alleen geschikt voor vetarm vlees.
■
De grill voor gebruik insmeren met een dun laagje olie.
■
Gemarineerde gerechten voor het grillen droog maken.
■
Geen suiker of sterk suikerhoudende levensmiddelen
■
gebruiken, bijv. honing, siroop, ketchup, grillsauzen, bananen
of gedroogde vruchten. Hierdoor wordt het glaskeramiek
beschadigd.
Keukenbestek van kunststof kan smelten en het
■
glaskeramiek beschadigen. Keukenbestek van metaal kan
krassen op het glaskeramiek veroorzaken. Alleen houten
keukenbestek gebruiken.
De grill niet afdekken met aluminiumfolie.
■