NL
158
STROBOSCOOP-FLITSMODUS
De stroboscoop-modus is een handmatige flitsmodus.
Daarbij kunnen meerdere flitsbelichtingen op één
afbeelding worden gemaakt. Dat is bijzonder
interessant bij bewegingsstudies en effect-opnamen.
Bij de stroboscoop-modus worden meerdere flitsen
met een bepaalde flitsfrequentie afgegeven. De
functie is daarom uitsluitend realiseerbaar met een
deellichtvermogen van maximaal
1/8
Modus instellen
1. Flitsapparaat met de toets
16
• Het startscherm verschijnt.
Het flitsapparaat schakelt daarna altijd in met de
laatst gebruikte modus.
2. Op het touch-display drukt u zo vaak op de
weergegeven modus tot de betreffende keuzelijst
verschijnt
3. Met
/
naar het rood omrande,
▲
▼
STROBO
centrale veld brengen
4.
indrukken
STROBO
De instelling wordt onmiddellijk overgenomen.
5. Op de camera gewenste belichtingsmodus,
bijvoorbeeld
,
,
enzovoort instellen
P
S
A
6. Ontspanknop camera aantikken, opdat een
gegevensuitwisseling tussen camera en
flitsapparaat plaatsvindt
Opmerking:
De tweede reflector (zie pagina 166) wordt in de
stroboscoop-flitsmodus niet ondersteund.
.
inschakelen
Voor een stroboscoop-opname moet de flitsfrequen-
tie (flitsen per seconde) en het aantal flitsen per
ontspanning worden ingesteld.
Aantal stroboscoopflitsen
N
U kunt het aantal flitsen instellen tussen
afhankelijk van het ingestelde deellichtvermogen (zie
pagina 157).
Aantal flitsen
instellen
N
1. Op touch-display sensortoets voor aantal flitsen
indrukken
2. Met
▲
/
▼
het gewenste aantal flitsen naar het
rood omrande, centrale veld brengen
3. Op geselecteerde aantal flitsen drukken
De instelling wordt onmiddellijk van kracht.
Opmerking:
Het maximaal mogelijke aantal flitsen (
lijk van het ingestelde deellichtvermogen (
en
,
2
50
N
) is afhanke-
N
).
P