Montage van buitencamera RV-22 (RV-200)
Bevestiging met plaatschroeven
Bevestiging met plaatschroeven mag alleen plaatsvinden in stalen platen
met een minimale dikte van 1,5 mm.
Bij het boren van gaten in platen moet op het volgende worden gelet:
– Bepaal vooraf, of genoeg vrije ruimte voor het doorschieten van de boor beschikbaar is.
– Om weglopen van de boor te voorkomen, met hamer en centerpons putjes slaan.
– Braam alle boorgaten af en voorzie ze van roestbeschermingsmiddel.
Boor op de tevoren aangebrachte punten gaten met Ø 4 mm.
Schroef de camerabeugel met de plaatschroeven 5 x 20 mm vast (zie G 2, afb. 7).
Benodigdheden voor de bevestiging met plaatschroeven (zie G 2, afb. 2 en 3).
Bevestiging met draadschroeven
Bij het boren van gaten moet op het volgende worden gelet:
– Bepaal vooraf, of genoeg vrije ruimte voor het doorschieten van de boor
beschikbaar is.
– Om weglopen van de boor te voorkomen, met hamer en centerpons
putjes slaan.
– Braam alle boorgaten af en voorzie ze van roestbeschermingsmiddel.
– Let er bij het aantrekken van de schroeven op dat de moer niet door de
opbouw heen getrokken kan worden (evt. grotere borgringen of platen
gebruiken).
Boor op de tevoren aangebrachte punten gaten met Ø 5,5 mm.
De camerabeugel met de draadschroeven M 5 x 20 mm of met langere
draadschroeven (afhankelijk van de stevigheid van de opbouw) vastschroeven.
Benodigdheden voor de bevestiging met plaatschroeven (zie G 2, afb. 4 en 5).
Het maken van een doorvoering voor de aansluitkabel van de camera
Let op de aanwijzingen voor de kabelaanleg.
Voor de doorvoering van de aansluitkabel gebruikt u naar mogelijkheid
beschikbare doorvoermogelijkheden, zoals bijvoorbeeld ventilatieroosters (houd
rekening met scherpe randen). Als geen doorvoeringen aanwezig zijn, dan moet
een gat met Ø 13 mm worden geboord. Bepaal vooraf, of genoeg vrije ruimte
voor het doorschieten van de boor beschikbaar is.
125