apparaat uit de roulatie worden genomen.
Controleer op scheuren, corrosie, scherpe randen en vervormingen.
Controleer op losse sluitingen/onderdelen.
Controleer dat de kam in de GEREED-positie vrij kan bewegen.
Controleer dat de zijplaten goed zijn uitgelijnd.
Let erop dat de drukknop voor het vergrendelingssysteem volledig in de bewegende zijplaat klikt. Als
het frame correct zit, is een duidelijke 'klik' hoorbaar.
Controleer dat de handgreep vrij draait en dat er 3 'kliks' hoorbaar zijn tijdens het draaien. Controleer
dat de interactie tussen de kam en de handgreep goed functioneert. Hiervoor moet u:
1. de handgreep in de GEREED-positie zetten
2. de bewegende zijplaat openen om de kam zichtbaar te maken
3. druk op de kam in de richting van het anker zetten en houden
4. de handgreep door AFDALEN in de PANIEK-positie bewegen
Tijdens het uitvoeren van stap 3 en 4 moet het functioneren van de handgreep en de kam samenvallen.
Als de handgreep de PANIEK-positie bereikt, moet de kam naar voren schieten in de richting waar de
druk wordt uitgeoefend.
[G] Installatie op de lijn.
Verbind het afdaalapparaat met behulp van een karabijnhaak aan uw harnas.
ISC adviseert een Oval Karabiner.
Zet de handgreep in de GEREED-positie zodat de kam vrij kan bewegen.
Open de bewegende zijplaat.
Plaats de lijn zoals aangegeven.
Sluit de bewegende zijplaat.
WAARSCHUWING: De bewegende zijplaat moet correct in de vergrendelingsknop van het frame klikken
en de karabijnhaak moet door het bevestigingspunt van beide frames gaan. (zie afb. J) Ben bedacht op
voorspelbaar verkeerd gebruik!
[H] Operationele controles.
Voer alle controles voor gebruik uit terwijl u een back-up veiligheidssysteem
gebruikt (aanbevolen).
Controleer voor gebruik of het apparaat correct is aangebracht op de lijn.
Controleer of volledige rotatie van de handgreep niet wordt belemmerd of gehinderd.
WAARSCHUWING: Zorg dat niets de juiste bediening van het afdaalapparaat of zijn onderdelen hindert.
Zorg dat de handgreep van het afdaalapparaat en de doorgang van de connector niet in contact komen
met andere objecten of oppervlakken waardoor het functioneren kan worden belemmerd of die leiden tot
kruisbelasting - zie verkeerd gebruik.
Met de handgreep in de GEREED-positie:
a. Probeer het afdaalapparaat langs de lijn naar beneden te trekken - het mag niet naar beneden gaan.
Indien dit wel het geval is, controleer dan of de lijn juist is aangebracht en of er geen tekenen van slijtage
te zien zijn.
b. Het afdaalapparaat moet wel langs de lijn omhoog kunnen gaan.
Plaats uw gewicht voorzichtig op het afdaalapparaat en trek langzaam aan de handgreep zodat de lijn
door het afdaalapparaat kan glijden, terwijl u met één hand de remkant van de lijn vasthoudt. Verzeker
uzelf ervan dat de beweging gecontroleerd en vloeiend verloopt. Als dit niet werkt, controleer dan of de
lijn goed is aangebracht.
Laat de handgreep los en controleer of het afdaalapparaat stopt. Als dat niet het geval is, gebruik het
afdaalapparaat dan niet.
[I] Horizontale beweging / traverseren.
Op een schuin of horizontaal terrein, of met een lichte
belasting, activeert de PANIEK-rem makkelijk. Om te zorgen dat u gelijkmatig kunt bewegen, moet u
de duimgrip op de kam gebruiken. LET OP: de hoek waarin het apparaat wordt gehouden kan invloed
hebben op de snelheid waarmee de lijn door het apparaat loopt.
[J] nabije misbruik
[K] Afdalen (werk).
Om het afdaalapparaat tijdens het afdalen te controleren, gebruikt u uw niet-
39
RP88X series: Issue A - Feb 2016