en haak hem vast op het onderstel, ter hoogte van de
uitsparingen aan weerszijden van de structuur. Positioneer
de wieg uitsluitend naar de mama gericht.
fig. 20
OPGEPAST: zorg ervoor dat de wieg correct
vastgehaakt is vóór het gebruik.
HET LOSKOPPELEN VAN DE WIEG VAN HET ONDERSTEL
fig. 21
Trek aan de hendel (C3) die zich buiten de wieg
bevindt.
fig. 22
Til tegelijkertijd de wieg op door de handgreep
vast te nemen.
HET VASTKOPPELEN VAN DE KAP
fig. 23
Maak de drukknopen vast aan de structuur van de
wieg.
fig. 24
Schik de kap (C1) rond de handgreep en zet vast
met de klittenband en de relatieve knopen.
AFSTELLING VAN DE HANDGREEP EN VAN DE KAP
fig. 25
Om de handgreep en de kap te regelen, moet men
tegelijk de twee drukknoppen aan de zijkant (C4) bedienen.
fig. 26
OPGEPAST: om de wieg te vervoeren, moet deze
steeds vastgenomen worden met de handgreep.
HET VASTKOPELEN VAN DE BEDEKKING
fig. 27
Knijp alle knoppen van de bedekking dicht op de
wieg.
INTERNE VERLUCHTING
fig. 28
De interne verluchting kan geregeld worden met
het hendeltje (C5).
REGELING RUGSTEUN
fig. 29
Bedien het hendeltje (C6) om de rugsteun te
regelen: eens de gewenste helling verkregen is, wordt het
hendeltje weer in de beginstand gebracht.
REINIGING
VAN
HET
BINNENBEKLEDING
fig. 30
Het is raadzaam het matras en de binnenbekleding
regelmatig voor reiniging te verwijderen.
KINDERZIT WAGEN CAB 0+ (INDIEN MEEGELEVERD)
HET VASTKOPPELEN VAN DE KINDERZIT OP HET
ONDERSTEL
fig. 31
Neem de kinderzit vast aan de handgreep en haak
hem vast op het onderstel, ter hoogte van de uitsparingen
aan weerszijden van de structuur. Positioneer de wieg
uitsluitend naar de mama gericht.
fig. 32
OPGEPAST: controleer vóór het gebruik of de
kinderzit correct vastgekoppeld is.
HET LOSKOPPELEN VAN DE KINDERZIT VAN HET
ONDERSTEL
fig. 33
Bedien de hendel (S1) die zich achter op de
kinderzit bevindt.
fig. 34
Til tegelijkertijd de kinderzit op door de handgreep
vast te nemen.
Voor een correct gebruik van de kinderzit voor de wagen Cab
0+ moet de relatieve handleiding geraadpleegd worden.
BUGGY QUAD
DE BUGGY VASTMAKEN OP HET ONDERSTEL
fig. 35
Maak de buggy vast aan het onderstel en
positioneer hem ter hoogte van de zittingen aan weerszijden
van de structuur.
fig. 36
OPGEPAST: controleer vóór het gebruik of de
buggy steeds correct vastgekoppeld is op beide zijden.
fig. 37
De draagmand kan zowel richting mama als
richting straat gemonteerd worden.
58
MATRAS
EN
VAN
DE
DE BUGGY LOSKOPPELEN VAN HET ONDERSTEL
fig. 38
Druk tegelijk op de grepen (R5) en til de buggy op
van het onderstel.
OPGEPAST: doe dit nooit wanneer het kind erin zit.
REGELING VAN DE RUGLEUNING
fig. 39
De rugleuning kan in 4 posities geregeld worden;
handel op het centrale mechanisme (R6) en verplaats ze in
de gewenste positie.
REGELING VAN DE VOETENSTEUN
fig. 40
Druk op beide knoppen (R7) onder op de voetsteun
en duw naar beneden.
fig. 41
Om de steun weer omhoog te plaatsen, moet ze
omhoog getrokken worden: de steun wordt automatisch
geblokkeerd.
Het
meerijdplankje
kan
overeenkomstig de groei van het kind.
fig. 42
Om hem te verlengen, drukt u op de kleine knop
(R17) aan de onderkant en trekt u gelijktijdig aan het
verlengstuk van het meerijdplankje (R16).
fig. 43
Om hem terug te brengen in de oorspronkelijke
positie, drukt u op de knop (R17), en drukt u het verlengstuk
(R16) in zijn zitting.
VEILIGHEIDSGORDELS
fig. 44
Controleer of de gordels door de openingen ter
hoogte van de schouders steken of daar vlak boven. Als de
positie niet correct is, haal dan de gordels uit het eerste paar
openingen en plaats deze in het volgende paar openingen;
gebruik altijd openingen op gelijke hoogte.
fig. 45
Verzeker u ervan dat de schoudergordels goed vast
zitten aan de buikgordels.
fig. 46
Koppel de uiteinden van de buikgordel vast in de
centrale gesp.
fig. 47
De buikgordel moet steeds in de zijdelingse
ringen (R8) passeren, en wanneer hij wordt gebruik moet hij
zodanig geregeld worden dat het kind goed vastzit.
fig. 48
Gebruik steeds de beengordel samen met de
buikgordel, en regel ze op correcte wijze.
OPGEPAST! Als deze voorzorgsmaatregels niet worden
gerespecteerd, kan het kind vallen of onderuit schuiven
en zich dus verwonden.
BEVESTIGING VAN DE VEILIGHEIDSBEUGEL
fig. 49
Om de veiligheidsbeugel (R1) te monteren, druk
op de knopen (R9) en maak hem vast ter hoogte van de
zittingen in de buggy (R10).
fig. 50
De veiligheidsbeugel kan aan een zijde geopend
worden of helemaal verwijderd worden. Om de beugel te
openen drukt u op het knopje (R9) en tilt u de beugel uit de
drager. Als u de beugel helemaal wilt verwijderen dan voert
u deze handeling ook aan de andere zijde uit.
DE KAP VASTMAKEN
fig. 51
Na de eerste grendel (H1) op zijn plaats gebracht
te hebben in de achterkant van de draagmand (R11), wordt
de bekleding helemaal aan de binnenkant van het kader
geschikt. De twee lipjes (H3) worden op hun plaats aan de
achterkant (H4) gebracht.
fig. 52
Completare il montaggio della capotta (R2),
inserendo anche il secondo innesto (H2) in sede.
fig. 53
U kunt de kap instellen en in de gewenste positie
brengen door er tegenaan te duwen.
DE KAP LOSKOPPELEN VAN DE BUGGY
fig. 54
Om de kap van de buggy te verwijderen, volstaat
het de kap aan de zijkanten achter op de draagmand los te
trekken.
ook
worden
verlengd,