ZITMAAIER EN MAAIDEK
Verwijder het vuil van de zitmaaier en het maaidek
Verwijder het vuil uit de motorruimte
Iedere 25 uur of jaarlijks*
Controleer de stoptijd van de maaibladen
Controleer de zitmaaier en het maaidek op losse bevestigingsmiddelen
Controleer de bandenspanning
Iedere 50 uur of jaarlijks*
Controleer de remwerking van de zitmaaier
Reinig de accu en kabels
Raadpleeg uw dealer jaarlijks om
De zitmaaier en het maaidek te smeren
De maaibladen te controleren**
* Wat als eerste komt
** Controleer de bladen vaker op plaatsen met zandige
bodem of in zeer stoffige omgevingen.
MOTOR
Eerste 5 uur
Motorolie verversen
Elke 8 uur of dagelijks
Controleer het oliepeil van de motor
Iedere 25 uur of jaarlijks*
Reinig het motorluchtfilter en het voorfilter **
Iedere 50 uur of jaarlijks*
Motorolie verversen
Vervang het oliefilter
Jaarlijks
Vervang het luchtfilter
Vervang het voorfilter
Raadpleeg uw dealer jaarlijks om
De geluiddemper en vonkenvanger te inspecteren
De bougie te vervangen
Het brandstoffilter te vervangen
Het luchtkoelsysteem van de motor te reinigen
* Wat als eerste komt
** In stoffige omgevingen of als vuil in de lucht aanwezig is,
moet u vaker reinigen.
De bandenspanning controleren
De bandenspanning moet op regelmatige tijdstippen (zie
figuur 17) worden gecontroleerd en op de waarden in
Specificatietabel worden gehouden. Houd er rekening mee
dat deze waarden lichtjes kunnen afwijken van de maximale
bandenspanning die op de zijkant van de banden wordt
vermeld. De afgebeelde drukwaarden zijn ideale waarden
voor de beste tractie en voor een langere levensduur van de
banden.
162
Remtijd van het maaidek controleren
De maaibladen en de aandrijfriem van het maaidek moeten
binnen de vijf seconden na het uitschakelen van de
elektrische PTO-schakelaar volledig tot stilstand komen.
WAARSCHUWING
Gevaar van onveilig gebruik
Als het maaiblad niet binnen 5 seconden helemaal stopt,
moet het blad worden afgesteld. Gebruik de machine niet
voordat de juiste afstelling is uitgevoerd door een erkende
dealer.
Controleer of het maaiblad correct werkt. Zie
Veiligheidsvergrendelsysteem Tests. Het blad moet binnen 5
seconden na het UITZETTEN van de bediening stoppen met
draaien.
Onderhoud van de accu
WAARSCHUWING
Gevaar van explosie en brand
Als u de accukabels plaatst of verwijdert, moet u de
negatieve accukabel EERST loskoppelen en als LAATSTE
terug aansluiten. Doet u dat niet, dan bestaat de kans
op kortsluiting tussen de positieve pool en een stuk
gereedschap.
De accu en accukabels schoonmaken
1. Maak de kabels los van de accu; eerst de minkabel (B,
afbeelding 18).
2. Reinig de accupolen en kabeluiteinden met een
staalborstel totdat deze glanzen.
3. Plaats de accu terug en sluit de accukabels weer aan, de
positieve kabel het eerst (A, afbeelding 18).
4. Breng een laagje petrolatum of niet-geleidend smeervet
aan op de uiteinden van de batterijkabels en polen.
5. Vergeet niet om de beschermkap op de pluspool aan te
brengen (A, afbeelding 18).
De accu opladen
WAARSCHUWING
Gevaar van explosie en brand
Houd open vlammen en vonken uit de buurt van de
accu.De uit de accu ontsnappende gassen zijn zeer
explosief. Zorg voor een goede ventilatie tijdens het laden
van de accu.
Een lege accu of een accu die te zwak is om de motor te
starten, kan het gevolg zijn van een defect in het laadsysteem
of in een ander elektrisch onderdeel. Als u twijfelt aan de
oorzaak van het probleem neemt u contact op met uw dealer.
Om de accu op te laden volgt u de aanwijzingen van de
fabrikant van de acculader en neemt u alle waarschuwingen
in acht die u vindt in het hoofdstuk Veiligheid van de