Bediening
4.3.4 Matrixcorrectie uitvoeren
4.3.4.1 1-puntsmatrixcorrectie
Kalibratie
Matrixcorrectie
Meer correcties
Informatie
1-puntsmatrixcorrectie
Breng het steekmonster
direct naar het
laboratorium voor de
laboratoriumanalyse.
Kalibratie
Matrixcorrectie
Meer correcties
Voer de
laboratoriumwaarde in.
Informatie
104
Opmerking: Neem direct de laboratoriumwaardemetingen of
referentiewaarden, of neem deze als alternatief van het gestabiliseerde
monster. Hiermee worden wijzigingen in de monsterconcentratie
voorkomen, omdat tijd een factor is in vergelijkende tests.
Raadpleeg
7.3 Validatietoebehoren, pagina 43
laboratoriummeettests.
Ga als volgt te werk voor het uitvoeren van een
:
1-puntsmatrixcorrectie
1. Selecteer
SENSOR MENU \> AN-ISE SC
KALIBRATIE \> 1-puntsmatrixcorrectie
2. Selecteer
2-puntsmatrixcorrectie
op
.
ENTER
3. Selecteer de parameters die u wilt corrigeren en bevestig met
.
ENTER
Selectie-opties voor AN-ISE sc:
NH
+ NO
; NH
; NO
4
3
4
Selectie-opties voor AISE sc:
NH
; NH
+ K
4
4
Selectie-opties voor NISE sc:
NO
; NO
+ Cl
3
3
De sensor slaat de huidige waarden van de geselecteerde
parameters op dit punt op.
4. Neem onmiddellijk een watermonster van het punt zo dicht
mogelijk bij de sensor. Filter het monster zo snel mogelijk en
voer direct daarna een laboratoriumanalyse van de
geselecteerde parameters uit, omdat de meetwaarde snel kan
wijzigen.
Ga als volgt door wanneer de laboratoriumwaarde is vastgesteld:
5. Selecteer SENSOR MENU \> AN-ISE SC of AISE SC of NISE
SC \> KALIBRATIE \> Voer de laboratoriumwaarde in.
6. De laboratoriumwaarden voor de parameters kunnen alleen
worden ingevoerd als de 1-puntsmatrixcorrectie van tevoren
is geselecteerd. Wanneer de laboratoriumwaarden zijn
ingevoerd, selecteert u Confirm de entry. (De invoer
bevestigen.) om te bevestigen.
Wanneer de ingevoerde laboratoriumwaarde is bevestigd,
wordt de matrixcorrectie geactiveerd.
voor aanbevolen
of
AISE SC
.
in het selectievenster en druk
; NH
+ K; NO
+ Cl; NH
3
4
3
of
NISE SC \>
+ K NO
+ Cl
4
3
Nederlands