Meetbereik Instellen - Functie Range - Gossen MetraWatt GEOHM C Manual De Instrucciones

Ocultar thumbs Ver también para GEOHM C:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 174
5.4.1 Meetbereik instellen – functie RANGE
Automatische keuze van het meetbereik
Bij de automatische keuze van het meetbereik stelt het instrument de
grootst mogelijke stroom in, die het via de aardingselektrode en hulpaar-
ding kan sturen. Deze stroom is een constante stroom met een frequentie
van 128 Hz rechthoekige golf. De volgende stroomwaarden en weer-
standsbereiken zijn mogelijk:
Constante stroom
Weerstandsbereik
0,01 ... 19,99 Ω
10 mA
0,1 ... 199.9 Ω
1 mA
100 μA
1 Ω ... 1,999 kΩ
100 μA
10 Ω ... 19,99 kΩ
Aanwijzing
Indien bij een aardingsweerstand van bijv. slechts 1 Ω een weer-
stand van slechts 1 Ω wordt weergegeven, dan is de weerstand
tussen de aardingselektrode en de hulpaarding zo groot, dat er
slechts een stroom van 100 µA mogelijk is. Oplossing plaats de
hulpaarding dieper in de bodem of giet een emmer met zout water
over de hulpaarding (alleen zinvol bij droog weer), de hulpaarding
wordt hierdoor laagohmig en er kan een grotere meetstroom
doorheen stromen. De weerstand van de sonde is niet zo belang-
rijk, bij droogte kan hierbij echter ook een emmer water helpen. De
aardingsweerstand wordt door deze maatregel niet beïnvloed. U
kunt echter niet de aardingselektrode kunstmatig bevochtigen,
anders simuleert u optimale condities voor de meting.
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
Handmatige keuze van het meetbereik
De handmatige keuze van het meetbereik gebruikt u in de regel alleen als
u geen meetwaarde krijgt of zeer schommelende meetwaarden in de
automatische keuze van het meetbereik. In extreme gevallen kunnen
stoorspanningen ertoe leiden, dat de meetbereikautomatiek geen
geschikt meetbereik kan vinden en voortdurend een foutmelding geeft. In
dit geval kan handmatig een geschikt meetbereik worden gezocht.
Extreme schommeling in de aardingsweerstand kunnen echter alleen
worden verholpen als de meetpunten op een andere plaats worden aan-
gebracht.
Druk op de toets RANGE.
Kies een geschikt meetbereik.
Start de meting zoals hiervoor beschreven.
Aanwijzing
Bij een handmatige keuze van het bereik moet erop gelet worden
dat pas vanaf 5% van de eindwaarde van het meetbereik nauw-
keurige weergaven gelden (behalve 10 Ω-bereik; aparte weergave
voor kleine waarden).
Met de handmatige keuze van het bereik kan ook het meetbereik tot
50 kΩ worden gekozen
13

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido