Nice IBW Instrucciones Y Advertencias Para La Instalación Y El Uso página 64

Algemene procedure voor de installatie,
4
aansluiting, programmering en keuring van
alle systeemapparatuur
4.1 - Bevestiging en aansluiting van alle inrichtingen
Voor bevestiging en aansluiting van alle inrichtingen die in het systeem voor-
zien zijn, is het nodig alle hieronder beschreven handelingen uit te voeren,
strikt in de aangegeven volgorde.
01. Bepaal binnnen de automatisering de positie waarin elk van de voorziene
draadloze inrichtingen geïnstalleerd zal worden (zie afb. 2, de gebruikers-
handleiding van de besturingseenheid en die van elke inrichting). Waar-
schuwing – Twee of meer koppels draadloze fotocelle genereren tussen
elkaar geen optische interferentie, ook niet als deze dicht bij elkaar
geplaatst zijn. Als er in één en dezelfde automatisering ook bekabelde (tra-
ditionele) fotocellen aanwezig zijn, verdient het aanbeveling, om eventuele
optische interferentie tussen deze en draadloze fotocellen te vermijden, om
aan één kant de draadloze TX-elementen en de bekabelde RX-elementen
te installeren, en aan de tegenover gelegen kant de RX- en TX-elementen.
02. Demonteer de inrichtingen om vrije toegang te krijgen tot de toets "T", de
jumper "J" en tot de batterijen (zie afb. 3, 4, 5).
03. Raadpleeg de tabellen in de gebruikershandleiding van de automatisering
om voor elke voorziene inrichting de functie te selecteren die u eraan wilt
toewijzen (voor de LLW-inrichting raadpleegt u de bijbehorende gebrui-
kershandleiding). Plaats vervolgens de jumpers in elke inrichting, met de
configuratie die in de tabellen wordt weergegeven.
04. Sluit elke TCW1/2 sensor op de bedrading van de betreffende contactlijst
aan, zoals weergegeven in afb. 6.
05. Richt u zich nu tot het besturingssysteem (raadpleeg de betreffende
gebruiksaanwijzing) om de IBW-interface op het besturingssysteem aan te
sluiten (zie paragraaf 4.2.1 of 4.2.2).
06. Breng alle draadloze inrichtingen dicht bij de IBW-interface en program-
meer deze (zie hoofdstuk 5, raadpleeg de paragraaf over het betreffende
doeleinde).
07. Na beëindiging van de programmering zoekt u op de besturingseenheid
naar inrichtingen, volgens de procedure die in de gebruikershandleiding
van de besturingseenheid is beschreven. Dezelfde handeling kan ook met
de Oview-programmeereenheid worden uitgevoerd door de opdracht
"BlueBUS zoeken" te verzenden.
08. Plaats elke draadloze inrichting tijdelijk op het punt dat voor de installatie
voorzien is; plaats de antenne van de IBW-interface op een punt dat
garant staat voor een goede ontvangst/verzending. Voer ten slotte een
controle uit van de werking van alle inrichtingen van het systeem, via de
Eindtest van het volledige systeem, zoals beschreven in hoofdstuk 6.
09. Na afloop van de eindtest zet u elke draadloze inrichting definitief vast op
de vooraf bepaalde punten (zie afb. 7, 8, 9). Bevestig de IBW-interface in
de buurt van de besturingseenheid of erin en zorg er daarbij voor dat deze
voldoende beschermd is (afb. 10). Maak tenslotte de antenne in de tijdens
de keuring goedgekeurde richtstand vast met de meegeleverde dubbelzij-
dige tape.
4.2 - IBW-interface aansluiten
4.2.1 - IBW aansluiten op een algemene Nice-besturingseenheid, met gebruik-
making van het knipperende LLW-signaleringslicht
In afb. 11 wordt een voorbeeld weergegeven waarin te zien is hoe de IBW-interface
op een algemene Nice-besturingseenheid wordt aangesloten, met het communica-
tieprotocol "BlueBUS". Als u niet van plan bent het knipperende LLW-signalerings-
licht te gebruiken of als u dit alleen als gebruikerslicht wilt gebruiken, is aansluiting op
de "Flash"-klem van de besturingseenheid niet nodig.
4.2.2 - BW aansluiten op een algemene Nice-besturingseenheid en opstelling
van een gemengd netwerk
Zoals is beschreven in hoofdstuk 2, is het mogelijk om een gemengd BlueBUS-net-
werk te maken, waarbij draadloze inrichtingen en bekabelde inrichtingen naast
elkaar worden gebruikt. U dient bij dit type netwerk rekening te houden met het vol-
gende:
– de installatie van gemengde inrichtingen leidt niet tot een verhoging van het maxi-
male aantal inrichtingen die op de besturingseenheid kunnen worden aangesloten
(zie de gebruikershandleiding van de besturingseenheid);
– de configuraties van de jumpers in de fotocellen moeten verschillend zijn voor de
diverse koppels fotocellen binnen het systeem, zonder dat er daarbij onderscheid
wordt gemaakt tussen draadloze en bekabelde fotocellen.
Nederlands – 3