Nice IBW Instrucciones Y Advertencias Para La Instalación Y El Uso página 68

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 32
7
Systeemdiagnostiek
7.1 - IBW-interface aansluiten
Als de IBW-interface geen enkele draadloze inrichting herkend heeft, is er elke
seconde rood geknipper; anders is er knipperlicht zoals beschreven in de paragrafen
7.1.1 en 7.1.2.
7.1.1 - Signaleringen met de besturingseenheid in stand-by
Knipperlicht
Betekenis
1 rood:
De interface is aan geen enkele inrichting gekoppeld
1 groen, 1 groen:
De interface is aan ten minste één enkele inrichting
gekoppeld; de gekoppelde inrichtingen reageren correct;
de batterij van de gekoppelde inrichtingen is opgeladen
1 rood, 1 groen:
Ten minste één van de interfaces heeft een lege batterij;
de gekoppelde inrichtingen reageren correct
1 groen, 1 rood:
De batterij van de gekoppelde inrichtingen is opgeladen;
bij de vorige manoeuvre was er voor ten minste één van
de inrichtingen sprake van communicatieproblemen
1 rood, 1 rood:
Ten minste één van de gekoppelde inrichtingen heeft een
lege batterij; bij de vorige manoeuvre was er voor ten
minste één van de inrichtingen sprake van
communicatieproblemen
In alle gevallen worden de knippersignalen bijgewerkt aan het eind van elke manoeu-
vre of wanneer de besturingseenheid opnieuw wordt geactiveerd na een periode van
stand-by. Elke keer dat het geknipper wordt bijgewerkt, is er een toon van het type
"piep-pieeep" te horen als er een alarmsituatie wordt gedetecteerd (batterij leeg of
slecht signaal bij een van de inrichtingen).
7.1.2 - Signaleringen tijdens een manoeuvre/eindtest
De groene led knippert continu; wanneer een veiligheidsinrichting (TCW1/2 of PHW)
een situatie van gevaar signaleert gaat de rode led branden.
7.2 - Signaleringen van de inrichtingen PHW, TCW1, TCW2
en LLW
7.2.1 - Signaleringen met de besturingseenheid in stand-by
Wanneer de besturingseenheid inactief is (geen manoeuvre gaande) zal de inrichting
de volgende signaleringen uitvoeren als u de batterij uit de betreffende inrichting ver-
wijdert en weer terugplaatst:
Knipperlicht
Betekenis
1 rood:
De zender is aan geen enkele ontvanger gekoppeld
1 rood, 1 rood:
De inrichting is aan geen enkele interface gekoppeld en
de poging tot koppeling is niet geslaagd
1 groen 1 rood:
De inrichting is aan een interface gekoppeld, maar
de gekoppelde interface reageert niet
1 groen 1 groen:
De inrichting is aan een interface gekoppeld en
de gekoppelde interface reageert correct
7.2.2 - Signaleringen tijdens een manoeuvre
• Betekenis van de kleur van led "A":
kleur groen = batterij opgeladen; kleur rood = batterij leeg.
• Betekenis van de frequentie van het geknipper van led "A":
– PHW-fotocel (element RX): in het element RX van de inrichting is de frequentie
van het geknipper van led "A" afhankelijk van de kwaliteit van de uitlijning. Hoe
zwakker het optische signaal is dat van fotocel RX wordt ontvangen, des te hoger
wordt de frequentie van het geknipper, totdat de led ten slotte ononderbroken blijft
branden (= volledige onderbreking van de detectielijn) . Wanneer het ontvangen sig-
naal daarentegen optimaal is, is de knipperfrequentie slechts 1 maal per seconde,
met een duty cycle van 10%.
– PHW-fotocel (element TX) en LLW-signaleringslicht: bij deze inrichtingen
knippert led "A" eenmaal per seconde, met een duty cycle van 10%.
– TCW1/2-sensor: als de fotolijst niet wordt ingedrukt, knippert led "A" eenmaal
per seconde, met een duty cycle van 0%; als de fotolijst daarentegen ingedrukt
wordt, blijft de led ononderbroken branden.
• Betekenis van de kleur van led "B":
Op inrichtingen met zonnecellen (TCW2, PHW, LLW) gaat led "B" (de middelste
led) om de 4 seconden branden wanneer de inrichting de batterij aan het opladen
is (wanneer er voldoende belichting door de zon is).
7.3 - Procedure voor "werkingscontrole" van de inrichtingen
Via deze procedure kunt u een diagnose stellen voor alle inrichtingen die aanwezig
zijn binnen een draadloos netwerk. De diagnose kan op elk gewenst moment
gesteld worden en stelt u in staat de status van de gevoelige contactlijst, de fotocel-
len, het knipperlicht en het radiosignaal te controleren. U zet de procedure als volgt
in gang:
01. Druk op de toets van de interface en laat deze weer los om over te schakelen op
de modus "Werkingscontrole".
02. Voer de controles uit die bij de volgende punten aan bod komen.
Nederlands – 7

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido