NEDERLANDS
Installatie met externe luchttoevoer
Fig. 12 - Basis
Fig. 12 - Voetstuk
1. Sluit de slang met een slangklem op de externe
luchtaansluiting aan (NB! Monteer de slangklem niet op
een voetstuk voor de Jøtul F 483 met draaiset, omdat dit
het draaien van de set onmogelijk maakt). NB! Zorg ervoor
dat de slang lang genoeg is, zodat verbindingsstukken niet
nodig zijn. De isolatie van de externe luchtslang eindigt
ongeveer 10 cm onder de verbrandingskamer.
2. Plaats alle onderdelen terug die eerder van het product
werden verwijderd.
78
4.4 Schoorsteen en kachelpijp
•
De haard mag uitsluitend worden aangesloten op een
schoorsteen en kachelpijp die zijn goedgekeurd voor
haarden op vaste brandstof met rookgastemperaturen
zoals gespecifi ceerd in «1.0 Technische gegevens».
•
De doorsnede van de schoorsteen moet geschikt zijn voor
een haard. Zie «1.0 Technische gegevens» om de juiste
doorsnede van de schoorsteen te berekenen.
•
De
schoorsteen
moet
overeenstemming met de installatie-instructies van de
schoorsteenleverancier.
•
Voordat u een opening in de schoorsteen maakt, moet het
product als proef worden gemonteerd om de juiste positie
van de haard en het gat in de schoorsteen te kunnen
markeren. Zie Fig. 1. voor de minimale afmetingen.
•
Zorg ervoor dat de kachelpijp omhoog wijst in de richting
van de schoorsteen.
•
Gebruik bij een achteruitlaat een kachelpijpbocht met een
veegluik, zodat de pijp kan worden geveegd.
•
Let op: het is zeer belangrijk dat de aansluitingen enigszins
fl exibel zijn. Zo voorkomt u dat kleine verplaatsingen
tijdens de installatie tot vervorming of barsten leiden.
•
Zie «1.0 Technische gegevens» voor de aanbevolen
schoorsteentrek. Voor afmetingen van de kachelpijp met
de relevante doorsnede, zie "1.0 Technische gegevens".
NB! De minimaal aanbevolen schoorsteenlengte is 3,5 m,
gemeten vanaf de ingang van de kachelpijp. Als de trek te
sterk is, kan een demper worden geïnstalleerd om de trek te
verminderen.
worden
aangesloten
in