6.4.3
Reinigen en opbergen
De pomp reinigen
•
Zorg ervoor dat de pomp is afgekoeld.
•
Reinig de pomp en eventuele accessoires voorafgaande aan opslag.
•
Maak de koppelingen en de stofkappen schoon. Zorg dat de stofkappen gemonteerd zijn.
•
Maak de pomp droog wanneer deze in natte omstandigheden is gebruikt. Breng een dun laagje
conserveringsolie aan op de externe stalen onderdelen.
De brandstoftank aftappen
•
Controleer of de ontluchtingsknop (Fig. 11/1) op de brandstofdop op "OFF" staat.
•
Controleer of de motorschakelaar (Fig. 12/1) op "0" staat.
GEVAAR
Benzine is onder bepaalde omstandigheden extreem brandbaar en explosief:
•
Tap alleen af in goed geventileerde ruimtes.
•
Verboden te roken.
•
Sluit de brandstoftank goed af om lekkage te voorkomen.
•
Verwijder gelekte brandstof.
•
Verwijder de vuldop van de brandstoftank (Fig. 25/3) van de pomp.
•
Steek de aanzuigslang van de overhevelpomp (Fig. 25/1) tot op het laagste punt in de
brandstoftank.
•
Gebruik de overhevelpomp om de brandstof uit de brandstoftank naar de jerrycan (Fig. 25/2) over
te hevelen.
•
Verwijder de schroef (Fig. 5/1) en het bedieningspaneel (Fig. 5/12) van de pomp.
•
Verwijder de schroef (Fig. 26/1) met een schroevendraaier en laat de benzine uit de carburateur
lopen.
•
Vang de benzine die aan de onderzijde van de pomp uit de benzineslang (Fig. 26/2) komt op.
•
Zet de motorschakelaar (Fig. 12/1) op "1" om de brandstofkraan te openen.
•
Verwijder de onderhoudskap (Fig. 20/1) van de pomp.
•
Trek de bougiedop (Fig. 21/2) van de bougie.
•
Trek drie of vier maal aan het startkoord om de brandstofpomp leeg te maken.
•
Giet de afgetapte benzine over in een jerrycan en sluit deze zorgvuldig.
•
Plaats de bougiedop op de bougie.
•
Zet de onderhoudskap terug op de pomp.
•
Draai de schroef (Fig. 26/1) van de carburateur aan.
•
Plaats het bedieningspaneel terug op de pomp zet dit met de schroef vast (Fig. 5/1).
•
Draai de vuldop van de brandstoftank op de pomp.
Verbruik de afgetapte benzine voordat deze verouderd is. Zie paragraaf 6.5.2.
De pomp opbergen
•
Berg de pomp op in een droge en goed geventileerde stofvrije ruimte.
•
Zet de pomp vast, zodat hij niet kan omvallen. Dit voorkomt brandstof- en olielekkage.
6.5
Extra gebruikersinformatie
6.5.1
Niveausensor
De pomp is voorzien van een elektronische niveausensor die de motor bij een te laag motoroliepeil
automatisch uitschakelt.
DPU 31 PC
916.000.116_004
NL
17