Automatische of met de hand in te stellen flit-
sopname-parameters
Set
De in het parametermenu
de sturing van de flitsbelichting. Afhankelijk van de ingestelde flitserfunctie (zie
bladz. 128) worden in dit menu verschillende van de in totaal 7 parameters
aangegeven:
1
Lichtgevoeligheid
2
Diafragmawaarde
3
Brandpuntsafstand /reflectorstand
4
Manual correctie op de flitsbelichting
5
Manual ingesteld deelvermogen
6
Stroboscopisch, aantal flitsen
7
Stroboscopisch, flitsfrequentie
Detail met betrekking tot de flitsparameters 4-7 vindt u in de betreffende para-
grafen op bladz. 131 (4), 134 (5), 133 (6) en 133 (7).
opgevoerde instellingen zijn beslissend voor
M
TTL
TTL
M
-HSS
-HSS
A
ISO
ISO
F
F
A/M/Zoom
A/M/Zoom
EV
–
–
P
–
–
–
–
Afhankelijk van het type camera worden de flitsparameters 1-3 automatisch op
de flitser ingesteld, of ze moeten met de hand (manual) op de flitser worden
ingevoerd:
LEICA R 8 / R 9
LEICA M 8 / M 8.
2
LEICA M 7
ISO
LEICA M 6 TTL
F
LEICA MP
A/M/Zoom
–
P
N
f
1 alleen met R-objectieven, die met een ROM-geheugen en de betreffende con-
tacten uitgerust zijn.
2 afhankelijk van de uitrusting van het objectief
3 alleen met M-objectieven, die met 6-Bits codering uitgerust zijn.
126
ISO
Diafragmawaarde
(gevoelig-
(door de camera automatisch gestuurd of
heid)
met de hand aan het objectief ingesteld)
Automatisch
Automatisch
Automatisch
Met de hand
Automatisch
Met de hand
Automatisch
Met de hand
Met de hand
Met de hand
Brand-
punts-
afstand
1
Automatisch
1,2
Automatisch
2
Met de hand
Met de hand
Met de hand