Opgelet!
Gevaar voor materiële schade en storin-
gen door verkeerde instelling!
Als de instelling niet correct is, dan kan dit
storingen en schade aan het product veroor-
zaken.
▶
Let precies op de draairichting die aan de
schroef voor de instelling van het luchtge-
tal/CO₂-gehalte aangegeven is.
▶
Voor de omstelling van de gassoort draait u de
schroef (1) (2,5 mm binnenzeskant) met het opgegeven
aantal omwentelingen linksom (↺) resp. rechtsom (↻):
–
G20 → G31: 1,75 ↺
–
G31 → G20: 1,75 ↻
–
G20 → G25: 1,5 ↻
–
G25 → G20: 1,5 ↺
–
G25 → G31: 3,25 ↺
–
G31 → G25: 3,25 ↻
–
G25.3 → G31: 3 ↺
–
G31 → G25.3: 3 ↻
Voorwaarden: Gasomstelling bij producten met 50–65 kW
1
▶
Verwijder de gele sticker (1).
Opgelet!
Gevaar voor materiële schade en storin-
gen door verkeerde instelling!
Als de instelling niet correct is, dan kan dit
storingen en schade aan het product veroor-
zaken.
▶
Let precies op de draairichting die aan de
schroef voor de instelling van het luchtge-
tal/CO₂-gehalte aangegeven is.
▶
Voor de omstelling van de gassoort draait u de
schroef (1) (2,5 mm binnenzeskant) met het opgegeven
aantal omwentelingen linksom (↺) resp. rechtsom (↻):
–
G20 → G31: 4,25 ↻
–
G31 → G20: 4,25 ↺
–
G20 → G25: 3,5 ↺
–
G25 → G20: 3,5 ↻
–
G25 → G31: 7,75 ↻
–
G31 → G25: 7,75 ↺
–
G25.3 → G31: 7 ↻
–
G31 → G25.3: 7 ↺
0020266271_00 ecoTEC plus Ombouwhandleiding
Product ombouwen 3
5.
Zorg ervoor dat de maximale warmtehoeveelheid aan
het CV-systeem afgegeven kan worden door alle ka-
merthermostaten en radiatorkranen open te draaien.
6.
Neem het product met het testprogramma P.01 in ge-
bruik (→ installatiehandleiding).
7.
Als het product in vollastbedrijf is, zorg er dan voor dat
de aan het meetpunt (B oder D) gemeten gasaansluit-
druk aan de volgende eisen voldoet:
aan meet-
punt B
voor pro-
ducten met
40–48 kW
G20
1,6
(20 mbar)
... 2,4 kPa
(16,0
... 24,0 mbar)
G25
1,65
(20 mbar)
... 2,35 kPa
(16,50
... 23,50 mbar)
G25
1,85
(25 mbar)
... 2,85 kPa
(18,50
... 28,50 mbar)
G25,3
1,65
(20 mbar)
... 2,35 kPa
(16,50
... 23,50 mbar)
G31
2,45
(30 mbar)
... 3,45 kPa
(24,50
... 34,50 mbar)
G31
2,45
(37 mbar)
... 4,45 kPa
(24,50
... 44,50 mbar)
G31
4,2
(50 mbar)
... 5,7 kPa
(42,0
... 57,0 mbar)
8.
Als de gemeten gasaansluitdruk te laag is, controleer
dan of het VLT/VGA-verstopt of te klein gedimensio-
neerd is.
Voorwaarden: Gasstroomdruk is niet in het toegestane bereik
Opgelet!
Kans op materiële schade en bedrijfssto-
ringen door verkeerde gasstroomdruk!
Als de gasstroomdruk buiten het toegestane
bereik ligt, dan kan dit tot storingen in de
werking en tot schade aan het product lei-
den.
▶
Voer geen instellingen aan het product
uit.
▶
Controleer de gasinstallatie.
▶
Neem het product niet in gebruik.
▶
Als de gasaansluitdruk niet in het toegestane bereik is,
breng dan de gasleverancier op de hoogte en ga als
volgt te werk:
▶
Beëindig het testprogramma P.01.
aan meet-
aan meet-
punt B
punt D
voor pro-
ducten met
50–65 kW
1,54
1,7
... 2,34 kPa
... 2,5 kPa
(15,40
(17,0
... 23,40 mbar)
... 25,0 mbar)
1,55
1,8
... 2,25 kPa
... 2,5 kPa
(15,50
(18,0
... 22,50 mbar)
... 25,0 mbar)
1,75
2,0
... 2,75 kPa
... 3,0 kPa
(17,50
(20,0
... 27,50 mbar)
... 30,0 mbar)
1,55
1,8
... 2,25 kPa
... 2,5 kPa
(15,50
(18,0
... 22,50 mbar)
... 25,0 mbar)
2,42
2,5
... 3,42 kPa
... 3,5 kPa
(24,20
(25,0
... 34,20 mbar)
... 35,0 mbar)
2,42
2,5
... 4,42 kPa
... 4,5 kPa
(24,20
(25,0
... 44,20 mbar)
... 45,0 mbar)
4,17
4,25
... 5,67 kPa
... 5,75 kPa
(41,70
(42,50
... 56,70 mbar)
... 57,50 mbar)
39