nld
De buisbinnenontbramer (16, REMS Tornado / 19, REMS Magnum) wordt voor
buizen van ¼ – 2" resp. 2½ – 4" gebruikt. De schuifspil tegen draaien borgen
door hem in de ontbraamarm vast te klikken – voor- of achteraan, naargelang
de lengte van de buis.
3.2. Klauwplaat
Voor REMS Magnum tot 2" en REMS Tornado is voor het spannen van diame-
ters < 8 mm, voor REMS Magnum tot 4" voor het spannen van diameters < 20
mm een aan de diameter aangepaste klemhuls (art.nr. 343001) benodigd. Bij
het bestellen van de klemhuls dient de gewenste spandiameter te worden
opgegeven.
3.2.1. Klauwplaat REMS Tornado (19)
De zelfcentrerende spanbekken openen en sluiten automatisch door de scha-
kelaar (18) naar links of rechts te draaien en de voetschakelaar te bedienen
(21). Bij het vervangen van de voorste en achterste spanbekken dient erop te
worden gelet dat de afzonderlijke spanbekken zoals op fi g. 4 en 5 worden
aangebracht, omdat anders beschadigingen optreden. De machine mag in
geen geval worden ingeschakeld, voordat alle spanbekken en de beide klauw-
plaatdeksels gemonteerd zijn.
3.2.2. Snelspanslgasysteem (1), geleidingsplaat (2) REMS Magnum
Het snelspanslagsysteem (1) met grote spanring en in de bekkenhouders
aangebrachte, beweeglijke spanbekken garandeert een centrisch en veilig
opspannen bij een geringe krachtinspanning. Zodra het materiaal uit de gelei-
dingsplaat (2) steekt, moet deze worden gesloten.
Om de spanbekken (24) te vervangen, de spanring (22) tot op ca. 30 mm
spandiameter sluiten. De schroeven van de spanbekken (24) verwijderen. De
spanbekken met geschikt gereedschap (schroevendraaier) naar achteren uit
de houder schuiven. Nieuwe spanbekken met ingezette schroef vooraan in de
spanbekkenhouder schuiven.
3.3. Werkproces
Alvorens het werk te beginnen, dienen blokkeringen door spanen en brokstukken
van het werkstuk te worden verwijderd.
LET OP
LET OP
Wanneer de gereedschapsset de machinekast nadert, de draadsnijmachine
uitschakelen.
3.3.1. REMS Tornado
De gereedschappen naar buiten draaien en de gereedschapdrager door middel
van de aandrukhendel (5) in de rechter eindpositie brengen. Het materiaal zo
inbrengen, dat het ca. 10 cm uit de klauwplaat (19) uitsteekt. De snijkop (8)
naar beneden zwenken en sluiten. De schakelaar (18) in stand 1 zetten, de
voetschakelaar (21) bedienen. Nu wordt het materiaal automatisch opgespannen.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Grijp nooit in draaiende klauw- of geleidingsplaten. Er bestaat verwon-
dingsgevaar.
Bij de typen 2010 en 2020 kan voor het afkorten en ontbramen en voor het
snijden van kleinere draden de 2e snelheid worden gekozen. Hiervoor de
schakelaar (18) bij de lopende machine van stand 1 vlot in stand 2 schakelen.
De snijkop met de aandrukhendel (5) tegen het draaiende materiaal aandrukken.
Na een tot twee draadgangen snijdt de snijkop automatisch verder. Wanneer
bij conische pijpdraden de door de norm voorgeschreven draadlengte bereikt
is, gaat de snijkop automatisch open. Bij lange draden en boutendraden de
snijkop bij een lopende machine handmatig openen door de sluit- en openings-
hendel (10) naar links te duwen. De voetschakelaar (21) loslaten. De schake-
laar (18) op R zetten. De voetschakelaar (21) kort bedienen, het materiaal
wordt ontspannen.
Door het materiaal na te spannen, kunnen onbegrensd lange draden worden
gesneden. Hiervoor tijdens het draadsnijden de voetschakelaar (21) loslaten,
wanneer de gereedschapdrager (2) de machinekast nadert. De snijkop niet
openen. De schakelaar (18) op R zetten. Het materiaal ontspannen, de gereed-
schapdrager en het materiaal met de aandrukhendel in de rechter eindpositie
brengen. De machine in schakelaarstand 1 weer inschakelen.
Voor het afkorten van buizen wordt de pijpsnijder (15) naar binnen gedraaid
en met behulp van de aandrukhendel (5) in de gewenste afsnijdpositie geschoven.
Door de spil naar rechts te draaien, wordt de draaiende buis afgekort. De door
het afsnijden gevormde binnenbraam wordt met de buisbinnenontbramer (16)
verwijderd.
Afl aten van draadsnijolie bij REMS Tornado 2000, 2010, 2020: De slang aan
de gereedschapdrager (2) aftrekken en in het reservoir houden. De machine
laten lopen tot de oliebak leeg is. Of: De oliebak wegnemen en via het aftappunt
(17) leeggieten.
Afl aten van draadsnijolie bij REMS Tornado 2000 T, 2010 T, 2020 T: De slang
aan de gereedschapdrager (2) aftrekken en in het reservoir houden. De machine
laten lopen tot de oliebak leeg is. Of: De carterstop (25) verwijderen en de
oliebak laten leeglopen.
3.3.2. REMS Magnum
De gereedschappen naar buiten draaien en de gereedschapdrager door middel
van de aandrukhendel (8) in de rechter eindpositie brengen. Het materiaal zo
door de geopende geleidingsplaat (2) en het geopende snelspanslagsysteem
(1) steken, dat het ca. 10 cm uit het snelspanslagsysteem (1) uitsteekt. Het
snelspanslagsysteem sluiten tot de spanbekken tegen het materiaal liggen.
50
Met de spanring na een korte openingsbeweging met één of twee rukken het
materiaal vastklemmen. Door de geleidingsplaat (2) te sluiten, wordt het naar
achteren uitstekende materiaal gecentreerd. De snijkop naar beneden draaien
en sluiten. De schakelaar (3) op 1 zetten, de voetschakelaar (4) bedienen.
REMS Magnum 2000 / 3000 / 4000 wordt alleen met de voetschakelaar (4)
in- of uitgeschakeld, schakelaar (3) is niet geïnstalleerd.
Bij REMS Magnum 2010 / 3010 / 4010 en 2020 / 3020 / 4020 kan voor het
afsnijden en ontbramen alsmede voor het snijden van kleinere draden de 2e
snelheid worden gekozen. Hiervoor de schakelaar (3) bij de lopende machine
van stand 1 vlot in stand 2 schakelen. De snijkop met de aandrukhendel (8)
tegen het draaiende materiaal aandrukken. Na een tot twee draadgangen snijdt
de snijkop automatisch verder. Wanneer bij conische pijpdraden de door de
norm voorgeschreven draadlengte bereikt is, gaat de snijkop automatisch open.
Bij lange draden en boutendraden de snijkop bij een lopende machine handmatig
openen door de sluit- en openingshendel (14) naar links te duwen. De voet-
schakelaar (4) loslaten. Het snelspanslagsysteem openen, het materiaal
wegnemen.
Door het materiaal na te spannen, kunnen onbegrensd lange draden worden
gesneden. Hiervoor tijdens het draadsnijden de voetschakelaar (4) loslaten,
wanneer de gereedschapdrager de machinekast nadert. De snijkop niet openen.
Het materiaal ontspannen, de gereedschapdrager en het materiaal met de
aandrukhendel in de rechter eindpositie brengen. Het materiaal weer opspannen,
de machine weer inschakelen. Voor het afkorten van buizen wordt de pijpsnijder
(18) naar binnen gedraaid en met behulp van de aandrukhendel in de gewenste
afsnijdpositie geschoven. Door de spil naar rechts te draaien, wordt de draaiende
buis afgekort. De door het afsnijden gevormde binnenbraam wordt met de
buisbinnenontbramer (19) verwijderd.
Afl aten van draadsnijolie. De slang aan de gereedschapdrager (7) aftrekken
en in het reservoir houden. De machine laten lopen tot de oliebak leeg is. Of:
De carterstop (25) verwijderen en de oliebak laten leeglopen.
3.4. Vervaardigen van nippels en dubbele nippels
Voor nippelsnijden wordt de REMS Nippelfi x (automatisch inwendig spannend)
of de REMS Nippelspanner (inwendig spannend) gebruikt. Hierbij dient erop
te worden gelet dat de buiseinden binnen ontbraamd zijn. Buisstukken altijd
tot aan de aanslag opschuiven.
Voor het opspannen van een buisstuk (met of zonder aanwezige draad) met
de REMS Nippelspanner wordt de kop van de nippelspanner gespreid door
met een werktuig (bijv. schroevendraaier) de spil te verdraaien. Dit mag alleen
bij een opgestoken buisstuk geschieden.
Zowel bij de REMS Nippelfi x als bij de REMS Nippelspanner dient erop te
worden gelet dat er geen kortere nippels worden gesneden dan de norm
toestaat.
3.5. Vervaardigen van linkse draden
Voor linkse draad zijn alleen REMS Magnum 2010, 2020, 4010 en 4020 geschikt.
De snijkop in de gereedschapdrager moet voor het snijden van linkse draden
bijv. met een schroef M 10 × 40 worden afgestoken, anders kan deze worden
opgetild en het begin van de draad beschadigen. De schakelaar in de stand
'R' zetten. De slangaansluitingen aan de koelsmeerpomp verwisselen of de
koelsmeerpomp kortsluiten. Als alternatief de omschakelklep (art.nr. 342080)
gebruiken (toebehoren), die aan de machine wordt bevestigd. Met de hendel
aan de omschakelklep (fi g. 9) wordt de doorstromingsrichting van de koelsmeer-
pomp omgekeerd.
4. Service
Ongeacht het hieronder beschreven onderhoud wordt aanbevolen om de REMS
draadsnijmachine ten minste één keer per jaar naar een geautoriseerde REMS
klantenservice te brengen voor een inspectie en herhaalde controle van het
elektrische apparaat. In Duitsland is zo'n herhaalde controle van elektrische
apparaten volgens DIN VDE 0701-0702 verplicht en volgens het ongevalpre-
ventievoorschrift DGUV-voorschrift 3 'Elektrische installaties en bedrijfsmiddelen'
ook voor mobiele elektrische bedrijfsmiddelen voorgeschreven. Daarnaast
dienen de voor de plaats van inzet geldende nationale veiligheidsbepalingen,
regels en voorschriften in acht genomen en gevolgd te worden.
4.1. Onderhoud
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de netstekker worden
uitgetrokken!
Het aandrijfwerk van de REMS draadsnijmachine is onderhoudsvrij. Het
aandrijfwerk loopt in een gesloten oliebad en hoeft daarom niet te worden
gesmeerd. Klauw- en geleidingsplaten, glijstangen, gereedschapdrager, snijkop,
REMS snijmessen, pijpsnijder en buisbinnenontbramer schoonhouden. REMS
snijmessen, snijwielen of ontbraammessen die stomp geworden zijn, vervangen.
De oliebak af en toe (ten minste jaarlijks) legen en reinigen.
Reinig kunststof onderdelen (bijv. de kast) uitsluitend met de machinereiniger
REMS CleanM (art.-nr. 140119) of met milde zeep en een vochtige doek.
Gebruik geen huishoudelijke reinigingsmiddelen. Deze bevatten allerlei chemi-
caliën die kunststof onderdelen kunnen beschadigen. Gebruik voor de reiniging
in geen geval benzine, terpentijnolie, thinner of dergelijke producten.
Zorg ervoor dat vloeistoffen nooit binnen in de REMS draadsnijmachine raken.
nld