LET OP! Mocht het noodzakelijk zijn, in het verwarmingselement
insnijdingen te maken, dan moet rekening worden gehouden
met het verloop van de verwarmingsdraden. Deze draden
mogen niet beschadigd raken of sterk geknikt worden.
7. De inbouw van het verwarmingselement in de leuning
verloopt zoals die in de zitting.
8. De hoes van de leuning kan in het onderste gedeelte
worden geopend (zie D 8).
9. Het verwarmingselement wordt in de ruimte tussen
zittinghoes en de polstering van de zitting geschoven en
met dubbelzijdig kleefband zonder vouwen worden
vastgezet (zie D 9)
Het verwarmende oppervlak moet slechts ca. 30-35 cm
van het zittingoppervlak bedekken, omdat de bestuurder
bij een normale zitpositie slechts dit oppervlak benut. Zijn
de zittingen met zij-airbags uitgerust, dan is de hoesstof
van voorgevormde breukplaatsen voorzien. De zittinghoes
mag daarom niet met kracht worden verschoven en er mag
niet hard aan worden getrokken.
10. Elektrische aansluiting
Kies een geschikte plaats voor inbouw van de schakelaar
voor de stoelverwarming. Indien mogelijk moet hiervoor
een aanwezige dummy-schakelaar worden gebruikt.
Vergewis u ervan dat er achter de bekleding genoeg plaats
voor de montage van de schakelaar is.
Teken de uitsnede voor de schakelaar uit met behulp van
de bijgevoegde sjabloon. Verwijder het gemarkeerde
gedeelte met behulp van passend gereedschap (zie E 1)
Leg de kant en klare kabelboom zo aan, dat de draden niet
kunnen knikken of door kunnen schuren (zie D 11). In het
bijzonder moet hierop gelet worden in de buurt van de
stoelrails. Voor de elektrische aansluitingen: zie E 2.
Montage
52