Descargar Imprimir esta página

neofeu NSL17 Manual Del Usario página 21

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 16
vanglijn met energiedemper wordt gebruikt met een mogelijke
belasting op een scherpe rand.
- Het maximale gewicht van de gebruiker mag niet meer dan
140 kg bedragen.
BESCHRIJVING :
De
meelopende
valbeveiliger
NSL17 komt overeen met EN353-2:2002 -richtlijn. Het is
ontworpen om te worden gebruikt als onderdeel van een
valbeschermingssysteem in overeenstemming met de EN
363-richtlijn, in het geval er een risico bestaat op daling.
Dit apparaat is bedoeld om het vallen van een persoon
te onderbreken dankzij de directe blokkeerfunctie. Deze
valbeveiliger bestaat uit een gevlochten polyester kabel
met Ø 12 mm, die dient als ankerlijn. Een meelopend
blokkeringsmechanisme is permanted gemonteerd op de
kabel met Ø 12 mm. Een energieabsorbeerder van polyamide
en polyester van 30 mm wijd uitgerust met een EN362-
verbindingsstuk vormt een verbindingslijn tussen meelopende
blokkeringsmechanisme en het harnas van de gebruiker. Het
verstrekte systeem is compleet en demonteerbaar.
CONTROLES :
- Controleer, door middel van een visueel onderzoek, vóór,
tijdens en na het gebruik of de apparatuur nog goed is en of
er geen defecten zijn:
• Ankerlijn: controleer de staat van de kabel, slijtage, sneedjes,
ontrafeling, begin van breuken.
• Verbindingsstukken : zorg ervoor dat er geen slijtage zichtbaar
is, controleer de montage.
• Veiligheidsnaden: controleer op losse, versleten of afgesneden
draden.
• Energieabsorbeerder : houd toezicht op slijtage van de riem,
staat en installatie van de absorbeerder, dat de absorbeerder
niet is gescheurd.
• Meelopende valbeveiliger : controleer of de valbeveiliger goed
gericht is op de ankerlijn (#6.2). Controleer of de valbeveiliger
correct schuift, zonder haperingen, langs de ankerlijn. Zorg
ervoor dat het blokkeringsmechanisme goed functioneert.
Zorg ervoor dat er geen sporen van oxidatie zijn en maak de
markeringen leesbaar.
- Bij twijfel over de betrouwbaarheid van de uitrusting, deze niet
gebruiken indien geen schriftelijke toestemming is verkregen
van een persoon die bevoegd is om te beslissen of de uitrusting
(opnieuw) gebruikt kan worden.
- Tijdens de assemblage met andere veiligheidsonderdelen
moet de compatibiliteit van elk van de onderdelen nagegaan
worden en moet men toezien op de toepassing van alle
aanbevelingen in de gebruiksaanwijzingen en de geldende
normen met betrekking tot het valbeveiligingssysteem. Men
moet in het bijzonder erop toezien dat de veiligheidsfunctie
van een van de onderdelen niet wordt aangetast door de
veiligheidsfunctie van een ander onderdeel en dat ze niet
onderling interfereren.
GEBRUIK :
- Het is voor elk gebruik noodzakelijk om de ruimte onder
de voeten van gebruiker te controleren, vrije hoogte (#3).
- Tijdens het gebruik controleren of de meelopende
valbeveiliger correct schuift langs de flexibele ankerlijn. De
aanwezigheid van verslapping in een kabel verhoogt de kans
op een eventuele val. Deze opmerking is vooral van toepassing
als de gebruiker zich dicht bij de grond bevindt, waar de kabel
het zwakst is (#4-1).
met
flexibele
ankerlijn
- Tijdens het gebruik regelmatig de uitrusting controleren.
De onderdelen ervan moeten beschermd worden tegen elke
impact voortkomend uit de omgeving: mechanisch (schokken,
scherpe randen,) chemisch (projectie van zuren, basen,
solventen), elektrisch (kortsluitingen, elektrische bogen) of
thermisch (warme oppervlakken, branders).
- Voor enkel verticaal gebruik, moet het structurele ankerpunt
dat op het valbeveiligingssysteem is bevestigd zich boven
de gebruiker op een kleinere afstand bevinden, en moet
deze een statische weerstand hebben van tenminste 12 kN.
Raadpleeg bij horizontaal gebruik de kop 'Horizontaal gebruik'
die hieronder staat. Verder moet het beantwoorden aan de
vereisten van de norm EN795:2012. Vermijd een te grote
afwijking van de loodlijn van deze verankering, teneinde de
wijdte bij een eventuele slingerende val te beperken.
- De valbeveiliging moet enkel worden vastgehaakt door
het
verankeringselement
op de flexibele ankerlijn (# 1-2)). Enkel de elementen die
overeenkomen met de EN362- en EN795-richtlijnen mogen
worden gebruikt.
- Valbeveiligingssysteem moet worden verbonden met het
sternale ankerpunt via het verbindingsstuk van de harnas (#1-
6). Deze punten worden aangegeven met de letter A (enige
vasthaking) of met A/2 (verplichting deze punten samen te
verbinden).
- De verbindingslijn van het harnas mag niet worden verlengd.
Afhankelijk van het verbindingsstuk van de gebruikte harnas, is
de maximale lengte 40 cm (#4-2).
- Na een val moet het materiaal worden vernietigd.
-
Dit
materiaal
kan
werkpositioneringssysteem.
- Als de gebruiker het verbindingsstuk aan het uiteinde
regelmatig moet openen en sluiten, heeft het de voorkeur
om een verbindingslijn te gebruiken die is uitgerust met een
automatisch sluitend verbindingsstuk (verbindingsstuk model
D). Indien het omgekeerde het geval is, is het mogelijk om een
verbindingslijn te gebruiken die is uitgerust met een handmatig
sluitend verbindingsstuk (verbindingsstuk model A).
- Een connector mag nooit ter hoogte van zijn sluithaak worden
belast.
HORIZONTAAL GEBRUIK :
- Deze valbescherming is speciaal getest op het stoppen van
de val van een persoon die vanaf een horizontaal vlak in het
luchtledige valt.
- Verschillende regelgevende testen hebben aangetoond dat
deze valbeveiliger de val tegenhoudt aan de hand van een
rand van een stalen staaf met een omtrek van r=0.5 mm zonder
bramen (#6-13). Daarom kan dit apparaat worden gebruikt
op alle vergelijkbare randen (geprofileerd gerold staal, houten
balken, rand van een gebogen dak, ...).
- Als de inschatting van de risico's vóór aanvang van de uit te
voeren werkzaamheden een valrisico aantoont over een zeer
scherpe of niet braamvrije rand (bijv. een rand met glasstukjes,
een met een snijbrander gesneden en niet braamvrije plaat
etc.) moeten de nodige maatregelen genomen worden om
een val over die rand onmogelijk te maken of anders de rand
afschermen. Bij twijfel contact opnemen met de fabrikant.
- Het ankerpunt voor de flexibele ankerlijn mag zich niet onder
de gebruiker bevinden. De hoekafwijking tussen de twee
draden van de flexibele ankerlijn ten opzichte van de mobiele
valbeveiliging moet ten minste 90° bedragen (#5.1).
- De ruimte, beschikbaar onder de rand, waar de val kan
plaatsvinden moet in overeenstemming zijn met de horizontale
(verankeringsverbindingsstuk
niet
worden
gebruik
DEX NSL17-STOPEDGE -M-Ind01 p 21 /40
als

Publicidad

loading