HIKOKI C 3610DRJ Instrucciones De Manejo página 144

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 152
Nederlands
Haal de vergrendelingshendel voor de afschuining
(12) rechtsom aan.
WAARSCHUWING
Controleer of de bladafscherming op zijn plaats zit na
het aanpassen van de bladhoek. Het niet naleven van
deze instructie kan leiden tot ernstige lichamelijke
letsels.
8. Langsgeleider (Afb. 22a-22d)
WAARSCHUWING
Om het risico op letsels te voorkomen, moet u ervoor
zorgen dat de langsgeleider parallel loopt met het blad
voordat u een bewerking start.
Vergrendelingshendel geleiderrails (Afb. 22a)
De vergrendelingshendel voor geleiderrails vergrendelt
de langsgeleider op zijn plaats waardoor beweging
tijdens het zagen wordt voorkomen.
◌ Om de vergrendelingshendel voor geleiderrails (34) te
vergrendelen, duwt u deze omhoog en naar de
voorkant van de zaag.
◌ Om de vergrendelingshendel voor geleiderrails (34) te
ontgrendelen, duwt u deze omlaag en naar de
achterkant van de zaag.
LET OP
Bij de geleiding moet u altijd de vergrendelingshendel
voor geleiderrails vergrendelen.
Smalle geleider (Afb. 22b-22c)
◌ Wanneer u de smalle geleider (3) gebruikt om een
werkstuk dat uit de werktafel steekt, te ondersteunen,
draait u de smalle geleider (3) zoals weergegeven in
(Afb. 22b) en maakt u deze vast in de laagste positie A
voor de sleuven voor en achter.
◌ Wanneer u de smalle geleider (3) gebruikt om een
smal werkstuk te zagen, draait u de smalle geleider (3)
zoals weergegeven in (Afb. 22b) en maakt u deze vast
in de bovenste positie B voor de sleuven voor en
achter.
LET OP
Gebruik altijd de hulpgeleider (niet de smalle geleider)
wanneer u materiaal van 3 mm of dunner geleidt om te
verhinderen dat de blok onder de geleider wegglijdt.
OPMERKING
Als de smalle geleider niet is vereist, plaatst u deze altijd
in de positie C zoals weergegeven (Afb. 22c).
OPMERKING
De smalle geleider (3) voor het zaken van een smal
werkstuk kan meer ruimte bieden voor een duwstaaf
zonder de bladafscherming te verwijderen.
Afstelknop (Afb. 22d)
Via de afstelknop zijn kleinere aanpassingen mogelijk
wanneer u de langsgeleider instelt.
◌ Ontgrendel
de
vergrendelingshendel
geleiderrails (34).
◌ Schuif de langsgeleider (4) dicht bij de gewenste
positie.
◌ Draai de afstelknop (7) langzaam om de langsgeleider
(4) in te stellen op de gewenste positie. Als u de
afstelknop
(7)
rechtsom
geleiderrails naar rechts verlengd. Als u de afstelknop
(7) linksom draait, worden de geleiderrails naar links
verlengd.
◌ Vergrendel
de
vergrendelingshendel
geleiderrails (34).
9. Verstekmeter (Afb. 23)
10. Afvoersteun (Afb. 24)
11. Duwstaaf (Afb. 25)
WAARSCHUWING
van
de
WAARSCHUWING
draait,
worden
de
12. Doorzaagsneden
WAARSCHUWING
van
de
144
De
verstekmeter
(18)
hoekvormige sneden. Voor zeer enge toleranties, is een
testsnede
aanbevolen.
verstekmetergroeven, een aan elke zijde van het blad.
Wanneer u een afkortsnede van 90° maakt, gebruikt u
een van de verstekmetergroeven. Wanneer u een
afgeschuinde afkortsnede maakt (blad gekanteld ten
opzichte van werktafel, verstekmeter moet in de groef
aan de rechterkant zitten zodat het blad weg van de
verstekmeter en handen wordt gekanteld.
De verstekmeter gebruiken
◌ Maak de vergrendelingsknop voor het spouwmes (15)
los door deze linksom te draaien.
◌ Draai de meter terwijl de verstekmeter in de
verstekmetergroef zit, tot de gewenste hoek is bereikt.
◌ Maak de vergrendelingsknop voor het spouwmes (15)
opnieuw vast door deze rechtsom te draaien.
De afvoersteun schuift om de operator extra steun te
geven voor het zagen van lange werkstukken.
◌ Zet de zaag uit en verwijder de batterij.
◌ Draai de vergrendelingsknoppen (60) onder de
werktafel linksom om ze los te maken.
◌ Ga achter de zaag staan. Neem de afvoersteun (22)
vast met beide handen en trek tot deze volledig is
uitgetrokken.
◌ Haal de vergrendelingsknoppen (60) rechtsom aan.
De duwstaaf (8) is een hulpmiddel om een werkstuk
veilig door het blad te stoppen in plaats van uw handen
hiervoor te gebruiken. Er is een duwstaaf bij uw zaag
geleverd, maar deze kan ook worden gemaakt uit
sloophout in verschillende grootten en vormen die
moeten worden gebruikt in een specifiek project. De
staaf moet smaller zijn dan het werkstuk, met een
inkeping van 90° in het ene uiteinde en gevormd voor
een grip aan het andere uiteinde.
De duwstaaf moet worden gebruikt in de plaats van de
hand van de gebruiker om het materiaal tussen de
geleider en het blad te geleiden. Wanneer u een
duwstaaf gebruikt, moet het achterste einde van het bord
vierkant zijn.
Een duwstaaf tegen een oneven uiteinde kan wegglijden
of het werkstuk van de geleider weg duwen waardoor
terugslag kan ontstaan die ernstig persoonlijk letsel kan
veroorzaken.
De duwstaaf kan worden opgeborgen in de opslag voor
de duwstaaf (35).
Gebruik de duwstaaf altijd met de smalle geleider (8)
wanneer de geleider op een afstand van 150 mm of
minder van het blad zit.
Wanneer de duwstaaf niet in gebruik is, moet deze altijd
worden opgeslagen in de opslag voor de duwstaaf.
Controleer
of
de
antiterugslagpallen op hun plaats zitten en correct
werken wanneer u deze sneden maakt om mogelijke
letsels te vermijden.
biedt
nauwkeurigheid
Er
zijn
twee
bladafscherming
en
in
de

Publicidad

Tabla de contenido

Solución de problemas

loading

Este manual también es adecuado para:

C 3610drj x

Tabla de contenido