3M DBI SALA 8527910 Manual De Instruciones página 18

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 13
Stap 10. Om te voorkomen dat de basis overhelt wanneer de mast heen en weer wordt bewogen, past u de basis als volgt aan:
Bepaal de maximale bedieningsuitloop van de variabele uitloopmast. Zie Figuur 6. Penposities 1-4 (PP)
reguleren de uitloop van de bovenkatrol (A4) en onderkatrol (A3). Tabel 2 toont de maximale uitloop (MAX) en
minimale uitloop (MIN) voor iedere katrol in alle 4 de penposities. De maximale uitloop wordt bepaald wanneer de
aanpasbare hoekplaat (V) geheel is ingeklapt (geen zichtbare draden). De minimale uitloop wordt bepaald wanneer
de aanpasbare hoekplaat geheel is verlengd. Opmerking: In Afbeelding 6 staat de variabele uitloopmast in penpositie
4 met de hoekplaat geheel verlengd.
Pas de basis volgens het voor de basis (W) getoonde positiediagram aan en laat de instelling van de
basispenpositie (BPP) overeenkomen met de instelling van de variabele uitloopmastpenpositie (PP)
(d.w.z. mastpenpositie 4 moet basispenpositie 4 gebruiken). Zie de tabel in afbeelding 7.
Nivelleer de basis door de schroefpoten bij te stellen (M) totdat de luchtbel in het midden van de niveau-
indicator (N) staat. Afbeelding 4
GEVAREN VOOR HET MILIEU: Bij gebruik van deze uitrusting op plekken waar omgevingsgevaar bestaat, kan het zijn dat extra
maatregelen nodig zijn om de kans op letsel of schade aan de uitrusting te verkleinen. Gevaren kunnen bestaan uit, maar zijn niet beperkt tot:
roest, chemicaliën, gifgassen, hitte, bewegende machines, lawaai, scherpe kanten en elektrische gevaren. Niet gebruiken tijdens elektrische
stormen. Als er milieugevaren bestaan, neemt u contact op met DBI-SALA als u vragen hebt over het gebruik van deze apparatuur.
ONDERHOUD: Reinig de apparatuur wekelijks zoals vereist, inspecteer grondig alle lassen, stickers, pennen, bevestigingen,
katrollen, rollen, beugels en onderdelen. Reinig ieder jaar de eenheid grondig met een vochtige doek en een milde zeepoplossing.
INSPECTIE:
• Inspecteer vóór elke installatie elk systeemonderdeel in overeenstemming met de individuele instructies van de fabrikant.
Niet gebruiken bij zichtbare tekenen van slijtage of schade.
• Voorafgaand aan elk gebruik dient u een visuele inspectie uit te voeren door middel van de volgende stappen:
Stap 1.
Inspecteer alle structurele onderdelen op schade: deuken, gebarsten lassen, verbogen of geplette buizen.
Stap 2.
Inspecteer alle materialen (pennen, uit drie delen bestaande schroeven, stelschroeven, moeren, bouten, katrollen,
rollen en lierbeugels) op beschadigde draden, verbogen, beschadigde of ontbrekende bevestigingen of bevestigingen
met speling. Controleer alle katrollen en rollen op afschilferingen, groeven en overmatige slijtage. Zorg ervoor dat alle
katrollen en rollen ongehinderd kunnen draaien.
Stap 3.
Inspecteer alle apparatuur op ontbrekende, beschadigde of op andere wijze onleesbare waarschuwingsstickers.
Beschadigde, ontbrekende of op andere wijze onleesbare stickers moeten worden vervangen voordat het hijssysteem
wordt gebruikt.
Stap 4.
Externe apparatuur zoals lieren, zelfopwindende bevestigingslijnen (Self Retracting Lifelines, SRLs),
werkpositionerings- of valbeperkingsapparatuur die met uw hijssysteem worden gebruikt, moet volgens de
aanwijzingen van de fabrikant worden geïnstalleerd, geïnspecteerd, onderhouden en bediend. Alle installaties moeten
door een gekwalifi ceerd persoon volgens de lokale normen worden goedgekeurd.
Stap 5.
Gebruik het hijssysteem niet indien inspectie een onveilige of defecte conditie aantoont. Repareer of vervang het
systeem vóór het volgende gebruik.
• Wekelijks: Voer een complete visuele inspectie van de apparatuur uit zoals hierboven weergegeven. Reinig de apparatuur zoals
vereist om alle lassen, stickers, pennen, bevestigingen, katrollen, rollen, beugels en onderdelen volledig te inspecteren. Noteer
de inspectieresultaten in het 'logboek voor inspectie en onderhoud'. Als er problemen worden gevonden, mag de eenheid niet
worden gebruikt. Verzend de eenheid naar een bevoegd servicecentrum voor reparatie.
• Jaarlijks: Het hijssysteem moet ten minste eenmaal per jaar door een competent persoon worden geïnspecteerd. Noteer de
inspectieresultaten in het 'logboek voor inspectie en onderhoud'. Als er problemen worden gevonden, mag de eenheid niet
worden gebruikt totdat de apparatuur door een bevoegd servicecentrum is gerepareerd. Probeer deze eenheid niet aan te passen
of te repareren.
BELANGRIJK: Extreme werkomstandigheden (zware omstandigheden, langdurig gebruik, etc.) kunnen een verhoogde
inspectiefrequentie vereisen.
LEVENSDUUR VAN HET PRODUCT: Zolang als het hijssysteem goedgekeurd wordt na inspectie door een deskundige, kan het in
bedrijf blijven.
SPECIFICATIES:
3
Capaciteit: Eén gebruiker met een maximaal gewicht van 205 kg. (450 lbs) op de lijn tijdens de bediening.
Gewicht Davitarm: 11,8 kg (26,1) lbs - 21,8 kg (48,0 lbs)
5-delig basisgewicht: 45,7 kg (100,5 lbs)
Afwerking: Verfbekleding fl uorescerend groen poeder
Tabel 1 — Ankerpuntrestricties
PP1
PP2
A2
A3
A4
1- Handmatig bediende lier: Geschikt voor omhoog en omlaag brengen met
een lier.
3- Specifi caties: Raadpleeg de productmarkeringen voor extra informatie.
PP3
Alleen
handmatig
gebruiken
bediende lier
1
Tabel 2 — Uitlooppenposities
PP4
MAX
Niet
A2/A3
MIN
MAX
A4
MIN
18
X
PP1
PP2
PP3
40,6 cm
47,0 cm
55,9 cm
30,5 cm
35,6 cm
41,9 cm
47,0 cm
53,3 cm
63,5 cm
33,0 cm
38,1 cm
44,5 cm
PP4
66,0 cm
49,5 cm
72,4 cm
52,0 cm

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido