nl
Inschakelen van het
apparaat
Afb. 2
Bij het indrukken van de toetsen klinkt
een bevestigingssignaal.
S Hoofdschakelaar 1 indrukken,
het alarmsignaal is te horen, de
indicaties 6 alarm", 9 actuele
temperatuur in de koelruimte" en 7
actuele temperatuur in de
diepvriesruimte" branden.
l
S
toets 2 indrukken,
- het alarmsignaal gaat uit.
Hiermee is het apparaat in werking.
Vanuit de fabriek heeft het apparaat de
volgende basisinstellingen:
temperatuur in de koelruimte
+5 ºC
temperatuur in de diepvriesruimte
-18 ºC
Wij raden een instelling van ca. +4 °C aan.
Gevoelige levensmiddelen niet warmer
dan bij +4 °C bewaren.
Aanwijzingen bij het gebruik
S Als in de diepvriesruimte de
bedrijfstemperatuur is bereikt, gaat de
indicatie alarm" 2/6 uit.
S De voorzijde van het apparaat wordt
gedeeltelijk licht verwarmd waardoor de
vorming van condensatiewater in de
buurt van de deurafdichting wordt
voorkomen.
84
S Terwijl de koelmachine loopt, vormen
zich dooiwaterdruppels of een laagje rijp
op de achterwand van de koelruimte.
Dit is normaal. U hoeft de
dooiwaterdruppels niet af te wissen of
de rijp af te schrapen. De achterwand
wordt automatisch ontdooid. Het
dooiwater loopt via het afvoergootje afb.
r naar de koelmachine, waar het
verdampt.
S Als de deur van de diepvriesruimte na
het sluiten niet meteen weer geopend
kan worden: twee à drie minuten
wachten tot de ontstane onderdruk
is opgeheven.
Uitschakelen en buiten
werking stellen van het
apparaat
Uitschakelen van het
apparaat
S Hoofdschakelaar afb. 2/1 indrukken.
Koelmachine en binnenverlichting
worden uitgeschakeld.
Buiten werking stellen van
het apparaat
Als u het apparaat langere tijd niet
gebruikt:
S Stekker uit het stopcontact trekken.
S Het apparaat laten ontdooien en
schoonmaken.
S Deuren van het apparaat open laten
staan.