TEMPERATURE MANAGEMENT SYSTEM
•
Opwarmen Patiënt Vanaf: Bij het afkoelen van een patiënt is de
wijzigingsoptie voor de instelling Opwarmen Patiënt Vanaf aan de
linkerkant van het scherm uitgeschakeld. De standaard doeltemperatuur
voor Afkoelen Patiënt wordt dan ingesteld.
•
Wanneer men een patiënt opwarmt, is de Opwarmen Patiënt Vanaf
instelling ingeschakeld en de waarde kan gewijzigd worden. De
Opwarmen Patiënt Vanaf instelling is de temperatuur waarmee het
systeem momenteel de patiënt controleert. De Opwarmen Patiënt Vanaf
temperatuur zal automatisch omhoog gaan terwijl het opwarmingsproces
voortduurt. Door deze functie kan de opwarmingsprocedure geoptimaliseerd
worden door de volledige controle van het opwarmingsverloop.
•
Door gebruik van de Opwarmen Patiënt Vanaf temperatuur, de
Opwarmen Patiënt Tot temperatuur en de instellingen van de
opwarmingssnelheid, zal het systeem de duur van de opwarming en
de datum/tijd berekenen en tonen wanneer de patiënt de uiteindelijke
opwarmingsdoeltemperatuur zal bereiken.
•
Druk op de Opslaan knop om de nieuwe instelling te bewaren en sluit
het Opwarmen Patiënt – Aanpassen venster.
3. Begin Afkoelen Patiënt
•
Druk op Start in het Afkoelen patiënt venster om de therapie te
starten. U zal een toon horen en dan een stem die zegt "Therapie is
Begonnen". Bovendien, het Afkoelen Patiënt venster en het A
Temperatuurbeheersysteem icoon zullen knipperen, een aanwijzing dat
de therapie aan de gang is.
4. Begin Opwarmen Patiënt
•
Na het voltooien van de afkoelingsfase zijn er twee opties voor het starten
van de patiëntopwarming: óf Automatisch óf Handmatig, afhankelijk van de
Opwarming Begint instelling in de Hypothermie Instellingen.
•
Indien Opwarming Begint is ingesteld op Automatisch, zal het
opwarmingsproces automatisch beginnen wanneer de Afkoelen Patiënt
therapie voltooid is en de tijdsduur nul heeft bereikt.
•
Indien Opwarmen Begint is ingesteld op Handmatig, zal het
opwarmingsproces starten wanneer de Start knop ingedrukt wordt in
het Opwarmen Patiënt venster. Het afkoelingsproces zal doorgaan tot
de Opwarmen Patiënt Start knop wordt ingedrukt. Een Waarschuwing
zal klinken wanneer de tijdsduur in Afkoelen Patiënt de nul bereikt.
Wanneer de timer voor Patiënt opwarmen de nul heeft bereikt, blijft het
systeem de doeltemperatuur voor de patiënt regelen totdat er op Stop
wordt gedrukt. Wanneer Normothermie actief is, wordt de timer opnieuw
ingesteld om de duur van de Normothermie-therapie bij te houden.
Einde Therapie
•
Vanuit het Normothermie therapie of het Hypothermie therapiescherm:
druk op de Stop knop om de watercirculatie naar de pads te stoppen.
•
Druk op de Pads Leegmaken knop en volg de instructies om het water
uit de pads te verwijderen.
•
Koppel de pads los van de Vloeistofafleveringslijn.
•
Maak de pads langzaam en voorzichtig los van de huid van de patiënt.
•
Werp de gebruikte pads weg volgens de ziekenhuisprocedures voor
het behandelen en afvoeren van medische afval.
•
Druk de stroom schakelaar op Uit.
Als er een stroomonderbreking optreedt terwijl de stroom schakelaar op Aan
staat zal een hoorbare waarschuwing klinken totdat de schakelaar op Uit wordt
gezet. Dit waarschuwt de gebruiker dat de behandeling per ongeluk gestopt
kan zijn.
Hoofdstuk 3 – Normothermie Instellingen
Normothermie Instellingen
Gebruik het Normothermie Instellingen scherm om de huidige instellingen
te zien en de instellingen voor de volgende parameters te wijzigen. Om
parameter instellingen te wijzigen drukt men op de Aanpassen knop aan
de rechterkant van de parameter.
Parameters van het scherm Normothermie Instellingen:
Watertemperatuur Instellingen
•
Water op temp. brengen
•
Handmatige Controle
•
Bovengrens Water
•
Ondergrens Water
66
Patiënttemperatuur Instellingen
•
Bovengrens patiëntalarm
•
Ondergrens patiëntalarm
•
Controle Strategie
Display Instellingen
•
Temperatuureenheden
•
Temperatuureenheden aanpassen
•
Patiënttemperatuur 2
Het scherm Normothermie Instellingen openen:
1) Druk op de Aanpassen knop op het Controle Patiënt venster.
2) Druk op de Meer knop op het Controle Patiënt – Aanpassen venster.
3) Het Normothermie Instellingen scherm wordt getoond.
4) Om de nieuwe instellingen op te slaan als de huidige patiënttherapie-
instellingen, drukt u op de Sluiten knop. Voor instructies over het
bewaren van instellingen als systeem defaults, zie Geavanceerde opzet.
OPMERKING:
Controleer of de sonde voor Patiënttemperatuur 1 goed
geplaatst en op het systeem aangesloten is. Als de temperatuurverandering
bij de patiënt na het eerste uur van therapie minder dan 0,15°C bedraagt,
meldt het systeem Alarm 116 – Geen verandering Patiënttemperatuur 1
waargenomen. Als Alarm 116 niet binnen 5 minuten bevestigd wordt, meldt het
S
®
systeem Alarm 117 – Geen verandering Patiënttemperatuur 1 waargenomen.
rctic
un
Bij Alarm 117 wordt de therapie gestopt en klinkt er een alarmsignaal.
Na bevestiging van Alarm 117 moet de therapie opnieuw worden gestart.
Hoofdstuk 4 – Hypothermie Instellingen
Hypothermie Instellingen
Gebruik het Hypothermie Instellingen scherm om de huidige instellingen
te zien en de instellingen voor de volgende parameters te wijzigen. Om
parameter instellingen te wijzigen drukt men op de Aanpassen knop aan
de rechterkant van de parameter.
Parameters van het scherm Hypothermie Instellingen:
Therapie Instellingen
•
Afkoelen Start
•
Opwarmen Start
Watertemperatuur Instellingen
•
Water op temp. brengen
•
Handmatige Controle
•
Bovengrens Water
•
Ondergrens Water
Patiënttemperatuur Instellingen
•
Bovengrens patiëntalarm
•
Ondergrens patiëntalarm
•
Controle Strategie
Display Instellingen
•
Temperatuureenheden
•
Temperatuureenheden aanpassen
•
Patiënttemperatuur 2
Het scherm Hypothermie Instellingen openen:
1) Druk op Aanpassen van het Afkoelen Patiënt venster of het
Opwarmen Patiënt venster.
2) Druk op de Meer knop op het Afkoelen Patiënt – Aanpassen venster
of het Opwarmen Patiënt – Aanpassen venster.
3) Het Hypothermie Instellingen scherm wordt getoond.
4) Om de nieuwe instellingen op te slaan als de huidige patiënttherapie-
instellingen, drukt u op de Sluiten knop. Voor instructies over het
bewaren van instellingen als systeem defaults, zie Geavanceerde opzet.
OPMERKING:
Controleer of de sonde voor Patiënttemperatuur 1 goed
geplaatst en op het systeem aangesloten is. Als de temperatuurverandering
bij de patiënt na het eerste uur van therapie minder dan 0,15°C bedraagt,
meldt het systeem Alarm 116 – Geen verandering Patiënttemperatuur 1
waargenomen. Als Alarm 116 niet binnen 5 minuten bevestigd wordt, meldt het
systeem Alarm 117 – Geen verandering Patiënttemperatuur 1 waargenomen.
Bij Alarm 117 wordt de therapie gestopt en klinkt er een alarmsignaal.
Na bevestiging van Alarm 117 moet de therapie opnieuw worden gestart.
G E B R U I K E R S H A N D L E I D I N G