Tabla de contenido
Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Nederlands (NL) Installatie- en bedieningsinstructies
INHOUD
1.
Symbolen die in dit document gebruikt worden
2.
Algemene informatie
3.
Typesleutel
4.
Toepassingen
5.
Technische specificaties
5.1 Min. voordruk
5.2 Maximale voordruk
5.3 Maximale werkdruk
5.4 Afmetingen
5.5 Elektrische gegevens
6.
Installatie
6.1 Voorbeeld
7.
Inschakelen
8.
Afvalverwijdering
Waarschuwing
Lees deze installatie en bediening instructies
voordat u begint met installeren. De installatie en
bediening dienen volgens de lokaal geldende
voorschriften en regels van goed vakmanschap
plaats te vinden.
1. Symbolen die in dit document gebruikt
worden
Waarschuwing
Als deze veiligheidsinstructies niet in acht wor-
den genomen, kan dit leiden tot persoonlijk let-
sel!
Als deze veiligheidsvoorschriften niet in acht
Voorzichtig
worden genomen, kan dit resulteren in techni-
sche fouten en schade aan de installatie!
Opmerkingen of instructies die het werk eenvou-
N.B.
diger maken en zorgen voor een veilige werking.
2. Algemene informatie
Dit document is een aanvulling op de installatie- en bedieningsin-
structies van standaard CR, CRI, CRN pompen, publicatienum-
mer 96462123.
3. Typesleutel
Voorbeeld
CRN- 10 - 21- SF - X - X - X- XXXX
Type bereik
3
Nominaal debiet in m
/h
Aantal waaiers
Code voor pompuitvoering
Code voor leidingaansluiting
Materiaalcode
Code voor rubberen delen
Code voor asafdichting
18
4. Toepassingen
Pagina
CRN-SF pompen worden toegepast voor drukverhoging en circu-
latie in systemen met hoge druk. De pomp vereist een minimale
18
voordruk van 2 bar en wordt meestal samen geleverd met een
18
CRN pomp die is geïnstallaeerd als een voedingspomp voor de
18
CRN-SF pomp.
18
5. Technische specificaties
18
18
5.1 Min. voordruk
18
18
2 bar bij +20 °C.
18
Als de mediumtemperatuur hoger is dan +20 °C, moet de voor-
18
druk worden verhoogd op basis van Fig. B op pagina 29.
19
Voorbeeld
19
De bedrijfstemperatuur is +80 °C. De totale voordruk moet hoger
19
zijn dan 2 bar + 0,5 bar = 2,5 bar.
19
5.2 Maximale voordruk
CRN-SF
3, 5
10, 15, 20
32, 45, 64, 90
5.3 Maximale werkdruk
50 bar.
De actuele voordruk + de maximale pompdruk
Voorzichtig
(bij nullast) mag niet meer zijn dan 50 bar.
De pomp mag niet tegen een gesloten persafslui-
Voorzichtig
ter draaien.
Tijdens inschakelen
Als beide pompen gelijktijdig inschakelen is het niet nodig
rekening te houden met de voordruk van de CRN-SF pomp.
Als de pompen niet gelijktijdig kunnen inschake-
len door de aanloopstroom voor de rotor, dient
Voorzichtig
de CRN-SF pomp eerst in te schakelen, gevolgd
door de voedingspomp met een vertraging van
maximaal drie seconden.
5.4 Afmetingen
Zie Fig. A op pagina 28.
5.5 Elektrische gegevens
Zie het typeplaatje van de motor.
Statische druk
Druk tijdens bedrijf
[bar]
[bar]
15
10
10
25
25
25
Publicidad
Tabla de contenido
