in het display knippert. Druk dan vervolgens op de M-knop 5, dan
wordt de meting verwijderd en niet opgeslagen in het geheugen.
7. Instellen van de alarmfunctie
Dit apparaat stelt u in staat 2 alarmtijden in te stellen, waarbij een
alarmsignaal geactiveerd zal worden. Dit kan handig zijn voor
bijvoorbeeld; Een herinnering voor het innemen van uw medicatie.
1. Voor het instellen van een alarmtijd,drukt u op de tijdknop 6 (het
apparaat moet van tevoren zijn uitgeschakeld) en direct daarna de
M-knop 5 en houdt allebei ingedrukt tot het kloksymbool AK links
bovenaan in de display verschijnt. Laat dan de knoppen los. Het
knipperen «1» in de display geeft aan dat het eerste alarmtijd nu
kan worden ingesteld.
2. Druk op de tijdknop om de uren in te stellen – de urenweergave
knippert en het indrukken van M-knop laat u de uren instellen.
Druk op de tijdknop ter bevestiging
3. Nu knippert de minutenweergave. De minuten kunnen met de M-
knop worden ingesteld. Ter bevestiging drukt u weer op de tijdknop.
4. Het kloksymbool zal nu knipperen. Gebruik de M-knop om te
selecteren of de alarmtijd actief) of inactief moet zijn (doorge-
kruiste klok). Druk op de tijdknop ter bevestiging
Om een tweede alarmtijd in te stellen gaat u als hierboven
vermeld te werk, maar wanneer het symbool «1» knippert drukt u
66
eenmaal op de M-knop zodat het symbool «2» knippert, middels
de «Tijd» knop kunt u deze tweede alarmtijd bevestigen.
Wordt een actief alarm aangegeven door het kloksymbool in het
display.
Het alarm zal op de ingestelde tijd elke dag klinken.
Om het alarm uit te zetten wanneer een alarm weerklinkt drukt u
op de AAN/UIT knop 1.
Om het alarm permanent uit te schakelen, ga dan als hierboven
beschreven te werk, en selecteer het doorgekruiste kloksymbool.
Het symbool zal dan van de display verdwijnen.
De alarmtijden moeten opnieuw worden ingevoerd elke keer dat
de batterijen vervangen zijn.
8. Batterij-indicator en batterijvervanging
Batterijen bijna leeg
Wanneer de batterijen ongeveer ¾ verbruikt zijn zal het batterij-
symbool AO knipperen zodra het apparaat ingeschakeld is (gedeelte-
lijk geladen batterij wordt weergegeven). Alhoewel het apparaat door
zal gaan met betrouwbaar meten moet u batterijen weldra vervangen.
Batterijen leeg – vervanging
Wanneer de batterijen leeg zijn, zal het batterijsymbool AO knipperen
zodra het apparaat ingeschakeld is (lege batterij weergegeven). U
kunt niet verder meten en moet de batterijen vervangen.
1. Maak het batterijvakje open 3 door het dekseltje eraf te trekken.